Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

26 APRIL 2005. - Koninklijk besluit betreffende het nemen van monsters door de officieren van gerechtelijke politie van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie.



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit zorgt voor de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit, overeenkomstig artikel 19, lid 1, van die richtlijn.

Art.2. Het aantal monsters per type apparatuur bedraagt minimaal 1 en maximaal 25. De exemplaren worden door de betrokkene gratis ter beschikking gesteld aan de officieren van gerechtelijke politie vermeld in artikel 24 van de eerder vernoemde wet van 17 januari 2003 en dit voor de tijdspanne nodig om het onderzoek uit te voeren.

Art.3. Op de monsters worden een etiket en een zegel op een zodanige wijze aangebracht dat manipulatie uitgesloten is. Etiket en zegel worden slechts verwijderd voor het verrichten van de nodige testen op de producten.
  Het etiket vermeldt de naam waaronder het product in de handel is gebracht. Het draagt de handtekening van de officier van gerechtelijke politie die het monster genomen heeft alsmede de handtekening of enig ander identificatieteken van de persoon bij wie het monster genomen is.
  Zo deze laatste weigert, wordt daarvan melding gemaakt in het proces-verbaal, met opgave van de aangevoerde reden.

Art.4. § 1. Bij het nemen van monsters wordt onmiddellijk ter plaatse een proces-verbaal opgesteld met minstens volgende vermeldingen :
  1° naam, voornaam en hoedanigheid van de officier van gerechtelijke politie;
  2° datum waarop en plaats waar de monsters genomen worden. Zo de monsters tijdens het vervoer genomen worden, de identificatie van het vervoermiddel;
  3° naam, voornaam en woonplaats van de persoon bij wie ze genomen worden;
  4° aantal en aard van de monsters;
  5° een verklaring dat de monsters verzegeld werden en van een etiket voorzien;
  6° de handtekening van de officier van gerechtelijke politie die het monster heeft genomen en de handtekening of het identificatieteken van de persoon bij wie het monster genomen is.
  § 2. Aan de persoon bij wie het monster genomen is, wordt een afschrift van het proces-verbaal overhandigd. Zo hij niet de eigenaar van het product is, wordt deze, indien gekend, binnen een termijn van dertig dagen een afschrift toegezonden, bij een ter post aangetekende brief.
  § 3. Het proces-verbaal geldt als ontvangstbewijs.

Art.5. De monsters worden teruggegeven aan de persoon bij wie de monstername gebeurde of aan de eigenaar wanneer deze de wens daartoe te kennen heeft gegeven, behalve in het geval dat uit de ontleding gebleken is dat er een aanwijzing van overtreding is. In dat geval worden de monsters in beslag genomen.

Art. 6. Onze minister bevoegd voor Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid en Onze minister bevoegd voor Werk zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 26 april 2005.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Werk,
  Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE.