22 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit betreffende de wijze van voordracht en aanstelling van de leden van het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie. (NOTA : Opgeheven voor het Waals Gewest bij BWG2015-04-02/07, art. 17, 1°, 002; Inwerkingtreding : 01-06-2015) (NOTA : opgeheven voor het Vlaams Gewest bij BVR2018-03-09/09, art. 78, 003; Inwerkingtreding : 01-08-2018)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 28-02-2005 en tekstbijwerking tot 24-04-2018)
Art. 1-6
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de wet : de wet van 13 augustus 2004 betreffende de vergunning van handelsvestigingen;
2° het Comité : het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie.
Art.2. De leden van het Comité worden benoemd voor een periode van zes jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar.
Ingeval het mandaat van een lid vroegtijdig wordt beëindigd, voltooit zijn opvolger dit mandaat.
Art.3. De leden van het Comité worden voorgedragen door :
1° de gewestregeringen voor wat betreft de leden bedoeld in artikel 4, § 2, 2°, van de wet;
2° de Raad voor het Verbruik voor wat betreft de leden bedoeld in artikel 4, § 2, 3° en 5°, van de wet;
3° de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven voor wat betreft de leden bedoeld in artikel 4, § 2, 4°, van de wet;
4° de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O. voor wat betreft de leden bedoeld in artikel 4, § 2, 6°, van de wet.
De voordrachten van de kandidaten van de hierboven vermelde leden, alsmede de leden bedoeld in artikel 4, § 2, 7° van de wet, worden gedaan op dubbele lijsten gericht aan de minister van Economie.
Art.4. § 1. Wanneer een lid van het Comité de hoedanigheid verliest op grond waarvan het is voorgedragen, neemt zijn mandaat onmiddellijk een einde. De betrokken instantie of organisatie stelt de secretaris van het Comité daarvan onverwijld in kennis en draagt een nieuwe titularis voor.
§ 2. Wanneer een lid van het Comité ontslag neemt, draagt de instantie of organisatie die hem had voorgedragen, onverwijld een nieuwe titularis voor.
§ 3. De voordrachten tot aanduiding van een nieuwe titularis worden gedaan volgens de bepalingen van artikel 3 van dit besluit.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2005.
Art. 6. Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand zijn belast met de uitvoering van dit besluit.