Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

10 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit betreffende de afwezigheid om gezondheidsredenen van de militairen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 19-08-2005 en tekstbijwerking tot 01-03-2016)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1-2
HOOFDSTUK II. - De afwezigheid om gezondheidsredenen.
Art. 3-10
HOOFDSTUK III. - De medische controle.
Art. 11-13
HOOFDSTUK IV. - De arbitrage.
Art. 14-15
HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen.
Art. 16-18
HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art. 19-21



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1989007127 



Uitvoeringsbesluit(en):

2008007241  2010007132  2012007321  2013007272  2013007327 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de militairen van het actief kader, evenals op de militairen van het reservekader in werkelijke dienst.
  Dit besluit is evenwel niet van toepassing op de militairen in beziging, in mobiliteit, in disponibiliteit of ter beschikking gesteld van een andere administratie.

Art.2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° aangewezen overheid : de overheid aangewezen in een reglement;
  2° reglement : een reglement uitgevaardigd door de Minister van [2 Defensie]2;
  3° hospitalisatie : het verblijf, naargelang het geval, in een militair of burgerhospitaal, of in een rust- of verzorgingstehuis.
  [1 4° geneesheer belast met de medische steun van de eenheid waartoe de betrokken militair behoort : de militair of de burger die :
   a) tewerkgesteld is in militair medisch milieu, met name, die bezoldigd is door Defensie en tewerkgesteld is :
   (i) ofwel als geneesheer in een element voor medische interventie, een medisch regionaal centrum of een antenne hiervan, zowel op de gewone plaats van het werk, als tijdens kampperiodes, manoeuvres of militaire operaties;
   (ii) ofwel als geneesheer of geneesheer-specialist in het militair hospitaal;
   b) en die daarenboven :
   (i) ofwel verantwoordelijk is voor de medische steun van de eenheid van betrokkene;
   (ii) ofwel als geneesheer of geneesheer-specialist tewerkgesteld is in het militair hospitaal, waar de betrokken militair werd naar doorverwezen;
   5° "de werkdag" : de dag die noch een zaterdag, noch een zondag, noch een feestdag is.]1
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 61, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>
  (2)<KB 2016-01-29/11, art. 92, 008; Inwerkingtreding : 11-03-2016>

HOOFDSTUK II. - De afwezigheid om gezondheidsredenen.
Art.3. Worden beschouwd als afwezig om gezondheidsredenen :
  1° de militairen die arbeidsongeschikt zijn wegens medische redenen;
  2° de militairen die in een hospitaal zijn opgenomen, evenals de militairen die in een rust- of verzorgingstehuis verblijven;
  3° de militairen die halftijds werken om gezondheidsredenen, tijdens hun perioden van gerechtvaardigde afwezigheid;
  4° de militairen [1 opgenomen zijn in een psychiatrische dienst of bij gerechtelijke of administratieve maatregel geïnterneerd zijn, wat de modaliteit van uitvoering ook is]1, behalve indien deze internering gevolgd wordt door het ontslag van ambtswege;
  5° de militairen in tijdelijke ambtsontheffing om gezondheidsredenen.
  ----------
  (1)<KB 2010-08-26/06, art. 63, 004; Inwerkingtreding : 13-09-2010>

Art.4.[1 De verloven en de toegelaten afwezigheden worden niet onderbroken om gezondheidsredenen, behalve in geval van hospitalisatie.
   Het jaarlijkse vakantieverlof wordt evenwel voor de volledige periode onderbroken, wanneer de militair gedurende deze periode als afwezig om gezondheidsredenen wordt beschouwd, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
   Het jaarlijkse vakantieverlof is het verlof bedoeld :
   1° voor wat de officieren betreft, in artikel 8, eerste lid, van het reglement betreffende de verloven van de officieren en gelijkgestelden, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 22 maart 1921, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 april 1959;
   2° voor wat de onderofficieren betreft,in artikel 72 van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht;
   3° voor wat de vrijwilligers betreft, in artikel 37 van het koninklijk besluit van 11 juni 1974 betreffende het statuut van de vrijwilligers van het actief kader van de krijgsmacht.]1
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 62, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

Art.5.§ 1. [1 De afwezigheid om gezondheidsredenen wordt gerechtvaardigd door een geneeskundig getuigschrift, waarvan het model en de verzendingsmodaliteiten worden vastgesteld in een reglement, afgegeven door een militair of burgergeneesheer. ]1
  (Het geneeskundig getuigschrift vermeldt :
  1° de identificatiegegevens van de militair en van de behandelende geneesheer;
  2° de arbeidsongeschiktheid;
  3° de diagnose;
  4° de waarschijnlijke duur van de afwezigheid;
  5° of de militair zijn verblijfplaats mag verlaten;
  6° de verblijfplaats van de militair gedurende de arbeidsongeschiktheid;
  7° het advies over het rechtstreeks en determinerend oorzakelijk verband tussen de aandoening en de uitvoering van de dienst;
  8° informatie die enkel tot doel heeft om de militair te informeren over zijn rechten en plichten betreffende de afwezigheid om gezondheidredenen en de gegevens die op het geneeskundig getuigschrift worden vermeld.) <KB 2008-10-30/35, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
  Behoudens in geval van overmacht kan het geneeskundig getuigschrift niet met een terugwerkende kracht van meer dan vierentwintig uur worden opgesteld.
  § 2. Een arbeidsongeschiktheid kan niet voor meer dan dertig opeenvolgende dagen worden toegestaan, behalve indien ze het rechtstreekse gevolg is van een hospitalisatie.
  § 3. Wanneer twee periodes van afwezigheid om gezondheidsredenen slechts worden onderbroken door een weekend of door één periode waarin de dienst geregeld wordt zoals op zondag, worden deze dagen beschouwd als een periode van afwezigheid om gezondheidsredenen, tenzij de militair op één van die dagen een dienstprestatie heeft verricht.
  § 4. Behoudens in geval van overmacht dient de militair zijn eenheid van zijn afwezigheid te verwittigen in de voormiddag van de eerste dag van afwezigheid om gezondheidsredenen.
  [1 ...]1.
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 63, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

Art.6.§ 1. Gedurende de afwezigheid om gezondheidsredenen mag de militair zijn verblijfplaats verlaten, tenzij anders vermeld op het geneeskundig getuigschrift.
  De militair is evenwel aan een sperperiode onderworpen tijdens de welke hij zijn verblijfplaats niet mag verlaten tussen tien en zestien uur. Deze vangt aan de eerste dag van de afwezigheid om gezondheidsredenen en eindigt de derde dag of na de bevestiging, door een controlegeneesheer, van de gegrondheid van de vrijstelling en de gegrondheid van de duur van de afwezigheid.
  Bij een verlenging van een afwezigheid om gezondheidsredenen is opnieuw een sperperiode, van dezelfde duur, van toepassing.
  § 2. [1 In afwijking van § 1, wordt de militair aan geen enkele sperperiode onderworpen wanneer de afwezigheid om gezondheidsredenen of de verlenging van een afwezigheid om gezondheidsredenen voortvloeit uit een ongeval in dienst en door de dienst.]1
  § 3. Gedurende de sperperiode of bij verbod de verblijfplaats te verlaten, wordt het uitgaan enkel toegelaten voor volgende redenen :
  1° een consultatie bij de behandelende geneesheer of bij een geneesheer-specialist;
  2° om zich naar een apotheek te begeven;
  3° bijkomende medische of paramedische behandelingen;
  4° een controleonderzoek op het kabinet van de controlegeneesheer.
  Op verzoek van de aangewezen overheid rechtvaardigt de militair zijn uitgaan, behalve in het geval bedoeld in het eerste lid, 4°.
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 64, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

Art.7.Halftijdse arbeid om gezondheidsredenen wordt enkel toegestaan in het kader van [1 een genezingsproces]1.
  [2 Het verzoek tot halftijdse arbeid, opgesteld door de behandelende geneesheer, wordt door de militair gericht aan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer bevoegd voor de eenheid van de betrokken militair, die een advies geeft. De aanvraag vergezeld van het advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, wordt overgemaakt aan de korpscommandant die de beslissing neemt.]2
  Na de toegestane periode van halftijdse arbeid herneemt de militair de dienst voltijds, behalve wanneer hij in voltijdse afwezigheid om gezondheidsredenen wordt geplaatst.
  Elke periode van halftijdse arbeid, gedurende welke de militair afwezig is, wordt gelijkgesteld aan een periode afwezigheid om gezondheidsredenen van een gelijke duur.
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 65, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>
  (2)<KB 2013-11-07/52, art. 13, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Art.8.
  <Opgeheven bij KB 2013-11-07/52, art. 14, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Art.9. De procedure voor het verschijnen voor de militaire commissie voor geschiktheid en reform kan worden opgestart voor de militair die afwezig is om gezondheidsredenen, overeenkomstig de reglementaire bepalingen betreffende de militaire commissies voor geschiktheid en reform.

Art.10.Tijdens een afwezigheid om gezondheidsredenen mag een militair geen betrekking in cumul uitoefenen.
  Wanneer een militair een beroepsactiviteit uitoefent of heeft uitgeoefend tijdens zijn afwezigheid om gezondheidsredenen, start de korpscommandant of de overheid aangewezen door de directeur-generaal human resources, indien hij het nodig acht, een procedure [1 met het oog op het nemen van een statutaire maatregel]1.
  ----------
  (1)<KB 2013-11-07/52, art. 15, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

HOOFDSTUK III. - De medische controle.
Art.11.§ 1. [1 De korpscommandant of de eenheidscommandant van een militair afwezig om gezondheidsredenen kan ten allen tijde een medische controle van die afwezigheid aanvragen.]1
  Een medische controle van een militair die arbeidsongeschikt is wegens medische redenen moet evenwel door de korpscommandant worden aangevraagd in de volgende gevallen :
  1° bij een afwezigheid om gezondheidsredenen van meer dan achtentwintig opeenvolgende dagen [1 ...]1;
  2° wanneer de militair zich tijdens de afwezigheid om gezondheidsredenen naar het buitenland wenst te begeven, voor zover hij er niet verblijft.
  § 2. De medische controle wordt uitgevoerd door een geneesheer die tot een organisme extern aan Landsverdediging behoort, hierna controlegeneesheer genoemd, in de verblijfplaats van de militair afwezig om gezondheidsredenen.
  Een militaire geneesheer, die aan de in artikel 16, § 1, bepaalde voorwaarden voldoet, kan evenwel aangewezen worden als controlegeneesheer in de volgende gevallen :
  1° als het externe organisme de medische controle niet kan uitvoeren;
  2° als dat nodig wordt geacht om de paraatheid van de krijgsmacht te bewaren.
  § 3. De medische controle kan een lichamelijk medisch onderzoek omvatten.
  Bij afwezigheid van de militair in de verblijfplaats, wordt deze opgeroepen voor een controle in het kabinet van de controlegeneesheer.
  De controlegeneesheer, bij de uitvoering van zijn taak :
  1° [1 heeft inzagerecht in de medische documenten waarover de militair beschikt en die betrekking hebben op zijn afwezigheid om gezondheidsredenen;]1
  2° spreekt zich over de gegrondheid van de afwezigheid uit en kijkt de waarschijnlijke duur van de afwezigheid na;
  3° kan, na overleg met de behandelende geneesheer, bijkomende medische onderzoeken opleggen die nodig zijn voor de diagnose en die geen invasief karakter hebben.
  § 4. Wanneer hij zijn verblijfplaats niet mag verlaten, moet de militair alle nodige maatregelen nemen om de controlegeneesheer toe te laten zijn opdracht uit te voeren. Hij dient zich ter beschikking te houden op de opgegeven verblijfplaats en mag niet weigeren zich te laten onderzoeken.
  § 5. De bijkomende nadere regels inzake de medische controleprocedure evenals de oproeping naar het kabinet van de controlegeneesheer worden bepaald in een reglement.
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 66, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>

Art.12. § 1. De medische controle kan zowel gebeuren voor als na de consultatie van de behandelende geneesheer door de militair.
  § 2. Indien de medische controle voor de consultatie van de behandelende geneesheer gebeurt, doet de controlegeneesheer uitspraak over de gezondheidstoestand van de militair en kan een arbeidsongeschiktheid voor de lopende dag toekennen.
  De controlegeneesheer betekent zijn bevindingen schriftelijk aan de betrokken militair.
  Als de controlegeneesheer oordeelt dat de afwezigheid niet gerechtvaardigd is, dient de betrokken militair de dienst te hervatten.
  Als de betrokken militair niet akkoord gaat met de beslissing van de controlegeneesheer kan hij de behandelende geneesheer raadplegen die, in overleg met de controlegeneesheer, enkel een arbeidsongeschiktheid voor de lopende dag kan toekennen. Als geen overeenkomst wordt bereikt tussen de behandelende geneesheer en de controlegeneesheer, vat de controlegeneesheer de aangewezen overheid, teneinde het geschil van medische aard aan de arbitrageprocedure te onderwerpen.
  De behandelende geneesheer kan evenwel een arbeidsongeschiktheid voor de volgende dagen toekennen. In dit geval kan een nieuwe medische controle aangevraagd worden.
  De militair blijft in gerechtvaardigde afwezigheid tot kennisgeving van de beslissing van akkoord resulterend uit het overleg, of de beslissing bedoeld in artikel 14, § 2, derde lid.
  § 3. Indien de medische controle na de consultatie van de behandelende geneesheer gebeurt, doet de controlegeneesheer uitspraak over de gegrondheid en kijkt de waarschijnlijke duur van de afwezigheid na.
  De controlegeneesheer betekent zijn bevindingen schriftelijk aan de betrokken militair.
  Indien de controlegeneesheer de gegrondheid of de waarschijnlijke duur van de afwezigheid in twijfel trekt, dient de militair de dienst te hervatten.
  Indien de militair evenwel bezwaren heeft tegen de bevindingen van de controlegeneesheer, wordt dit vermeld op het document bedoeld in het tweede lid. De controlegeneesheer neemt dan contact op met de behandelende geneesheer. Als geen overeenkomst wordt bereikt, vat de controlegeneesheer de aangewezen overheid, teneinde het geschil van medische aard aan de arbitrageprocedure te onderwerpen.
  De militair blijft in gerechtvaardigde afwezigheid tot kennisgeving van de beslissing van akkoord resulterend uit het overleg, of de beslissing bedoeld in artikel 14, § 2, derde lid.

Art.13. De aangewezen overheid mag een militair in afwezigheid om gezondheidsredenen onderwerpen aan een nieuwe medische controle wanneer :
  1° het geneeskundig getuigschrift niet opgesteld is of overgemaakt wordt in overeenstemming met de bepalingen van artikel 5;
  2° een nieuw geneeskundig getuigschrift werd opgesteld voor dezelfde of een andere aandoening;
  3° bij een vorige medische controle de controlegeneesheer besloot dat er bijkomende medische onderzoeken nodig waren om tot een beslissing te komen.

HOOFDSTUK IV. - De arbitrage.
Art.14.§ 1. Binnen vierentwintig uur volgend op de betekening van de vatting door de controlegeneesheer, belast de aangewezen overheid een deskundig geneesheer met een arbitrageopdracht, hierna arbiter genoemd, met het oog op het beslechten van het medisch geschil.
  De arbiter moet worden gekozen in overleg met de betrokken militair uit een [1 lijst opgesteld door de door Ons aangewezen medische overheid"]1 opgestelde lijst. Kunnen alleen in die lijst opgenomen worden geneesheren die aan de in artikel 16, § 1, bedoelde voorwaarden voldoen.
  § 2. De arbiter nodigt de controlegeneesheer en de geneesheer die het geneeskundig getuigschrift heeft afgeleverd uit om hun argumenten te laten gelden.
  Als hij het noodzakelijk vindt, kan de arbiter een geneeskundig onderzoek van de militair uitvoeren. De militair die dit onderzoek weigert, aanvaardt onvoorwaardelijk de beslissing van de controlegeneesheer.
  De arbiter spreekt zich uit over de gegrondheid en de duur van de afwezigheid. Hij betekent zijn beslissing aan de partijen per [2 aangetekende zending]2 binnen vijf werkdagen na zijn aanwijzing. Deze beslissing is definitief en bindt de partijen.
  § 3. De nadere uitvoeringsregels van de arbitrageprocedure worden bepaald in een reglement.
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 67, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>
  (2)<KB 2013-12-26/03, art. 141, 007; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Art.15. Een geneeskundig getuigschrift betreffende een afwezigheid om gezondheidredenen die reeds aan de arbitrage werd onderworpen, is slechts geldig als dit een verergering van de vorige aandoening of een nieuwe aandoening vermeldt. Het kan dan aanleiding geven tot een nieuwe medische controle en, in voorkomend geval, tot een nieuwe arbitrage.

HOOFDSTUK V. - Bijzondere bepalingen.
Art.16.§ 1. De controlegeneesheer en de arbiter moeten vijf jaar ervaring hebben als huisarts of een daarmee vergelijkbare praktijk.
  In het kader van hun [1 opdracht]1 oefenen ze hun functie uit in volledige neutraliteit.
  § 2. Een geneesheer kan een opdracht van controlegeneesheer of van arbiter niet aanvaarden wanneer hij weet dat er ten opzichte van hem een van de volgende wrakingsgronden bestaat :
  1° hij het aangevochten geneeskundig getuigschrift heeft opgesteld;
  2° hij als controlegeneesheer in het aan de arbitrageprocedure onderworpen geschil is tussengekomen;
  3° hij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer is die belast is met de arbeidsgeneeskunde ten voordele van de eenheid van de betrokken militair;
  4° hij zorgen aan de betrokken militair heeft verstrekt in de loop van het afgelopen jaar;
  5° hij gehuwd is of samenleeft met de militair, of verwant is tot de vierde graad;
  6° er zich feiten of omstandigheden voordeden die het objectief en neutraal oordeel kunnen beïnvloeden.
  De betrokken militair kan eveneens een van de in het eerste lid bedoelde wrakingsgronden inroepen.
  Er wordt over een wrakingsgrond uitspraak gedaan door de aangewezen overheid.
  ----------
  (1)<KB 2013-11-07/52, art. 16, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

Art.17. De kosten van de medische controle alsook deze voor bijkomende onderzoeken opgedragen door de controlegeneesheer zijn ten laste van Landsverdediging, met uitzondering van de verplaatsingskosten van de betrokken militair bij oproep naar het kabinet van de controlegeneesheer binnen de sperperiode indien de militair zich niet op zijn verblijfplaats bevond bij de controle.
  De kosten verbonden aan de arbitrage worden gedragen door Landsverdediging. De kosten zijn evenwel ten laste van de betrokken militair als de arbitrage uitgevoerd wordt door een geneesheer die niet tot Landsverdediging behoort en als die arbitrage de behandelende geneesheer in het ongelijk stelt.

Art.18.[1 Voor zover hij niet voor de militaire commissie voor geschiktheid en reform verschenen is, dient elke militair die gedurende meer dan achtentwintig dagen ononderbroken afwezig was om gezondheidsredenen, [2 zich]2 ten vroegste de dag van de werkhervatting en ten laatste acht werkdagen na zijn werkhervatting aan te bieden bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, bevoegd voor zijn eenheid, om de arbeidsgeschiktheid voor de uitgeoefende functie na te gaan.
   De militaire bedoeld in het eerste lid kan evenwel, gedurende zijn afwezigheid om gezondheidsredenen, een bezoek bij de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer voorafgaand aan de werkhervatting vragen.]1
  ----------
  (1)<KB 2012-12-06/12, art. 68, 005; Inwerkingtreding : 12-01-2013>
  (2)<KB 2013-11-07/52, art. 17, 006; Inwerkingtreding : 31-12-2013>

HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en slotbepalingen.
Art.19. Het koninklijk besluit van 23 maart 1989 betreffende de afwezigheid om gezondheidsredenen van de militairen van de krijgsmacht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 oktober 1992, 11 augustus 1994 en 3 mei 2003, wordt opgeheven.

Art.20. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2005.

Art. 21.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uivoering van dit besluit.