9 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging, op het stuk van de roerende voorheffing, van het KB/WIB 92, en van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 betreffende de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten.
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 107, § 2, 11° van het KB/WIB 92, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1994, 4 december 2000 en 16 mei 2003, wordt vervangen als volgt :
" 11° de inkomsten, andere dan bedoeld in 9°, van leningen aan de Schatkist die niet vertegenwoordigd worden door effecten die toegekend of toegewezen zijn aan rechtspersonen die deel uitmaken van de sector overheid in de zin van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR) voor de toepassing van de Verordening (EG) Nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten; ".
Art.2. Artikel 4, lid 1, 10° van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 betreffende de inhouding en vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 1996 en 6 september 1998, wordt vervangen als volgt :
" 10° uitsluitend wat betreft de inkomsten op effecten uitgegeven door rechtspersonen die deel uitmaken van de sector overheid in de zin van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR), voor de toepassing van de Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten, de rechtspersonen die deel uitmaken van de vermelde sector overheid; ".
Art.3. Dit besluit is van toepassing op de effecten die uitgegeven worden, en de leningen die toegestaan worden, vanaf de eerste dag die volgt op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 9 januari 2005.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS.