Details





Titel:

14 JUNI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de erkenning en de subsidiëring van de teams SOS Kinderen met toepassing van het decreet van 12 mei 2004 betreffende de hulpverlening aan mishandelde kinderen (VERTALING)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 10-09-2004 en tekstbijwerking tot 02-09-2022)



Inhoudstafel:

TITEL I. - Definities.
Art. 1
TITEL II. - Comité voor de begeleiding van het mishandelde kind.
HOOFDSTUK 1. - Werking van het CBMK.
Art. 2
TITEL III. - Teams SOS Kinderen.
HOOFDSTUK 1. - Samenwerking van de teams SOS Kinderen.
Art. 3
HOOFDSTUK 2. - Erkenning van de teams SOS Kinderen.
Art. 4
Afdeling 1. - Voorwaarden betreffende de multidisciplinaire samenstelling van de teams SOS Kinderen.
Art. 5-9
Afdeling 2. - Voorwaarden betreffende het klinisch project.
Art. 10-12
Afdeling 3. - Voorwaarde betreffende de voorziening.
Art. 13
Afdeling 4. - Voorwaarden voor het houden van de dossiers en de inzameling van statistische gegevens.
Art. 14-15
Afdeling 5. - Aanvragen om erkenning van de teams.
Art. 16-23
Afdeling 6. - Intrekking van erkenning.
Art. 24-27
HOOFDSTUK 3. - Subsidies voor de teams SOS Kinderen.
Art. 28-38
Slotbepalingen.
Art. 39-40
BIJLAGEN.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2022015436 



Artikels:

TITEL I. - Definities.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
  1° decreet : het decreet van 12 mei 2004 betreffende de hulpverlening aan mishandelde kinderen
  2° Minister : [1 de Minister die het kind in haar bevoegdheid heeft]1
  3° CBMK : het Comité voor de begeleiding van het mishandelde kind
  4° Dienst : De Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn ("Office de la Naissance et de l'Enfance" - ONE)
  5° antenne : consultatievoorziening die een multidisciplinaire werkingswijze vertoont die dezelfde is als deze van de hoofdzetel en die inzonderheid verantwoord is omdat de betrokken sector uitgebreid is, rekening houdend met de sociaal-culturele specificiteit en de eigenaardigheden van het netwerk.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

TITEL II. - Comité voor de begeleiding van het mishandelde kind.
HOOFDSTUK 1. - Werking van het CBMK.
Art.2.§ 1. De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het CBMK, met uitzondering van de vertegenwoordigers van de Dienst en de vertegenwoordiger van de algemene directie van de Diensten van de Regering die bevoegd is voor de hulpverlening aan de jeugd en de jeugdbescherming, ontvangen een presentiegeld van vijfentwintig euro [1 geïndexeerd volgens de gezondheidsindex van het koninklijk besluit van 24 december 1993, met 2004 als uitgangspunt]1 voor elke vergadering van ten minste twee uur. Het presentiegeld dekt de werkzaamheden van de vergaderingen.
  § 2. De voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het CBMK hebben eveneens recht op de terugbetaling van hun reiskosten, volgens de tarieven vastgesteld bij de geldende regeling die in die zaak toepasselijk is op de personeelsleden van rang 10 van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
  § 3. De vergoedingen en reiskosten bedoeld in de §§ 1 en 2 worden eveneens toegekend aan de deskundigen of optredende personen die verzocht worden om de vergaderingen van het CBMK bij te wonen.
  De Dienst neemt het secretariaat waar en bewaart het archief.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

TITEL III. - Teams SOS Kinderen.
HOOFDSTUK 1. - Samenwerking van de teams SOS Kinderen.
Art.3. § 1. In het kader van de opdracht bedoeld in artikel 9, 1° van het decreet, worden de nadere regels voor een kadersamenwerking, voor het geheel van de Franse Gemeenschap, vastgesteld enerzijds door de vertegenwoordigers van de SOS-teams en die van de adviseurs voor hulpverlening aan de jeugd, en anderzijds, door de vertegenwoordigers van de SOS-teams en die van de directeurs voor hulpverlening aan de jeugd.
  Voor alle andere samenwerkingsverbanden vermeld in artikel 9, 1° en 4° van het decreet, kunnen eveneens nadere regels worden vastgesteld voor de samenwerking tussen de SOS-teams en iedere optredende persoon die op het gebied van mishandeling werkzaam is.
  § 2. De voorstellen voor die samenwerkingsregels worden overgezonden naar het CBMK, dat een advies over die uitbrengt. Die definitieve samenwerkingsregels alsook het advies van het CBMK worden overgezonden naar de Minister, die van deze ontvangst meldt binnen de maand van hun ontvangst.

HOOFDSTUK 2. - Erkenning van de teams SOS Kinderen.
Art.4. Onverminderd de algemene erkenningsvoorwaarden bepaald in artikel 12, § 3, van het decreet, wordt de erkenning van een team toegekend op grond van de voorwaarden die hieronder vermeld zijn :

Afdeling 1. - Voorwaarden betreffende de multidisciplinaire samenstelling van de teams SOS Kinderen.
Art.5.Elk team stelt de evenwichtige verdeling vast van de verschillende functies bedoeld in artikel 11 van het decreet, op grond van zijn klinisch project.
  Elke aanwerving van bijkomend personeel moet prioritair betrekking hebben op de functies bedoeld in artikel 11 van het decreet die nog geen 2/10 van een voltijds equivalent bereiken.
  [1 In afwijking van de twee voorgaande leden kunnen de medische ambten worden uitgeoefend door middel van een overeenkomst met een ziekenhuis of een gezondheidsorganisatie. Een afschrift van deze overeenkomst wordt aan O.N.E. toegezonden.]1
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.6. Bij vertrek van een lid uit het multidisciplinair team bedoeld in artikel 11 van het decreet, dat één van die vakken alleen uitoefende, stelt de inrichtende macht de procedure voor de vervanging binnen de maand na het vertrek van het lid in.

Art.7. Na het advies van het team te hebben ingewonnen, stelt de inrichtende macht de coördinator aan, uit de functies vermeld in 1° tot 6° van artikel 11 van het decreet.

Art.8.[1 De coördinator zorgt, onder verantwoordelijkheid van de inrichtende macht, onder meer voor:
   - de uitvoering van het klinisch project ;
   - de dagelijkse leiding van het team, het voeren van de boekhouding, de naleving van de geldende voorschriften;
   - betrekkingen met O.N.E.;
   - coördinatie met andere diensten.
   § 2. De coördinator kan het ambt van klinisch referent op zich nemen of delegeren aan een ander lid van het team dat een van de ambten uitoefent bedoeld in 1° tot 5° van artikel 11, eerste lid, van het decreet, op voorwaarde dat:
   - hij/zij wordt op de hoogte gehouden van actuele situaties via teamvergaderingen en contacten met de verschillende leden van het team;
   - hij ervoor zorgt dat het klinische besluitvormingsproces duidelijk wordt vastgesteld en toegepast, en dat de noodzakelijke beslissingen daadwerkelijk worden genomen, op een relevante wijze en indien mogelijk met instemming van de betrokkenen ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.9. De leden van het team mogen niet behoren tot het beheersorgaan of van de raad van bestuur van het team. Ze kunnen echter als raadgevend lid worden uitgenodigd.

Afdeling 2. - Voorwaarden betreffende het klinisch project.
Art.10.Het klinisch project bepaalt :
  1° het geheel van de doelstellingen van het team in het kader van de opdrachten bepaald in artikel 9 van het decreet en de middelen die worden aangewend om die te bereiken [1 met inbegrip van de door het team gekozen klinische en methodologische richtlijnen]1.
  2° de functies en kwalificaties van de vakmensen van het team en de organisatie van teamwerk.
  3° de evenwichtige verdeling van de verschillende functies bepaald in artikel 11 van het decreet, rekening houdend met het klinisch project;
  4° het kader voor het optreden en de voorwaarden waaronder het team een kind opvangt, met inbegrip, in voorkomend geval, van de voorwaarden voor de weigering van de opvang en de nadere regels voor de samenwerking met de externe optredende vakmensen.
  [2 5° de uitvoeringsmodaliteiten van eventuele projecten met betrekking tot specifieke acties zoals voorzien in artikel 10 van het decreet.]2
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>
  (2)<BFG 2022-07-06/11, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.11.Het klinisch project wordt opgemaakt, rekening houdend met inzonderheid de volgende verplichtingen :
  1° de gewone activiteitsuren vermelden, en een minimale permanentie van [1 6 uur]1 per werkdag waarnemen;
  2° de plaats vermelden waar het team werkt, overeenkomstig artikel 12 van dit besluit, alsook de noodzakelijkheid van een antenne;
  3° met inachtneming van artikel 12 van dit decreet, het bedieningsgebied van het team vermelden met verwijzing naar de [1 afdelingen of arrondissementen]1;
  4° de personeelsformatie van vakmensen rechtvaardigen die noodzakelijk is op grond van het klinisch project, en eventueel de bijzondere kwalificaties voor de personeelsleden die vermeld zijn in artikel 11van het decreet, inzonderheid de ambten van psychomotoriekspecialist, logopedist, criminoloog, vrouwenarts.
  5° de wijze bepalen waarop het team voor de permanente vorming van zijn leden zorgt en de evaluatie van zijn werking, inzonderheid door :
  a) de toegang van alle personeelsleden tot voortgezette vormingen, collectieve vormingen en wetenschappelijke gebeurtenissen;
  b) de organisatie van supervisies [1 individueel en collectief]1 met één of meer personen die niet tot het team behoren.
  6° zorgen voor multidisciplinair werk, inzonderheid door de organisatie van teamvergaderingen van het klinische type en van het organisatietype.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.12.Het team evalueert ten minste één keer per jaar het klinisch project en, in voorkomend geval, past het samen met het team aan, opdat het zou beantwoorden aan de werkmethoden en de behoeften die door het team worden vastgesteld.
  Elke belangrijke wijziging van het klinisch project moet naar het CBMK.
  Een exemplaar van het klinisch project wordt aan alle leden van het team overhandigd.
  [1 De evaluatie moet worden opgenomen in het in artikel 15 van dit besluit bedoelde activiteitenverslag.]1
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Afdeling 3. - Voorwaarde betreffende de voorziening.
Art.13. § 1. Elk team beschikt over specifieke lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor de uitoefening van de opdrachten bedoeld in de artikelen 9 en 10 van het decreet.
  Het team SOS Kinderen kan bovendien lokalen gemeenschappelijk gebruiken met andere diensten die een activiteit uitoefenen die met zijn opdracht verenigbaar is, voor zover het team beschikt over specifieke lokalen die zijn werking mogelijk maken. Een team kan ook op verschillende plaatsen werken.
  § 2. De lokalen moeten :
  - de opvang mogelijk maken en de gesprekken met personen mogelijk maken met inachtneming van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
  - de bewaring van individuele dossiers mogelijk maken met inachtneming van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
  § 3. De inrichting van de lokalen moet de organisatie van multidisciplinaire werkzaamheden mogelijk maken.

Afdeling 4. - Voorwaarden voor het houden van de dossiers en de inzameling van statistische gegevens.
Art.14.[1 Voor elke tenlasteneming, opent het team een medisch dossier namens het kind. Dit dossier omvat een medisch gedeelte en een psychosociaal gedeelte.
   Onder de voorwaarden bepaald in artikel 12 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, moeten alle gegevens met betrekking tot de toestand van het kind uit het genoemde dossier aan hem worden meegedeeld.
   Alle inlichtingen betreffende een persoon kunnen op zijn verzoek aan hem worden medegedeeld. Deze informatie of dit document blijft vertrouwelijk ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.15.Elk jaar, vóór het einde van de maand [1 maart]1, deelt elk team aan de Dienst de statistische gegevens in verband met de toestand van het vorig jaar volgens het standaardrooster voor de inzameling van de gegevens mee.
  [1 De gegevensverzameling wordt uitgevoerd om wetenschappelijke en sturingsdoeleinden. De verzamelde gegevens zijn van medisch-psycho-sociale aard. De verwerking van gegevens geschiedt anoniem.]1
  Elk jaar, voor 31 juli, deelt elk team aan de Dienst een activiteitsverslag mee met betrekking tot het vorige jaar, waarvan het model door het CBMK wordt vastgesteld.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Afdeling 5. - Aanvragen om erkenning van de teams.
Art.16. De inrichtende macht van het team dient het volledige dossier met betrekking tot de aanvraag om erkenning van het team bij een ter post aangetekend schrijven, bij de Dienst, in. Een afschrift wordt aan de Minister gericht.
  Naast de gegevens met betrekking tot de erkenningsvoorwaarden, omvat het dossier voor de aanvraag om erkenning :
  - het klinisch project dat op grond van een standaardrooster wordt opgemaakt;
  - het adres van de zetel van de instelling;
  - de vermelding van de andere eventuele subsidiëringsbronnen van het team;
  - de statistische gegevens van het vorige jaar, behalve als het gaat om het eerste activiteitsjaar.

Art.17. Uiterlijk één maand na de ontvangst van de aanvraag, kijkt de Dienst na of deze volledig is, en, in voorkomend geval, vraagt hij de ontbrekende stukken, en stuurt een ontvangstmelding aan de inrichtende macht en aan het team wanneer het dossier volledig is.

Art.18. Uiterlijk één maand na de ontvangst van de aanvraag, zendt de Dienst aan het CBMK en aan de Minister het dossier over waarbij zijn adviesrapport wordt gevoegd.

Art.19. Het CBMK geeft zijn advies na de ingediende aanvraag te hebben onderzocht en na de vertegenwoordigers van het kandidaat-team te hebben gehoord. Het onderzoek van de aanvraag om erkenning heeft betrekking op twee luiken : de noodzakelijkheid van het klinisch project en de overeenstemming van de normen voor de erkenning en de subsidiëring van het team.

Art.20. Als een aanvraag om erkenning wordt ingediend, verwittigt het CBMK, ten minste 8 dagen vóór de datum van de vergadering, de inrichtende macht en het team dat hun dossier zal worden onderzocht. Bij die verwittigingakte wordt een afschrift van het dossier betreffende de aanvraag gevoegd, zoals het aan de leden van het CBMK werd overgezonden.
  Het CBMK hoort vertegenwoordigers van het team. Het kan beslissen iedere persoon te horen die aan het Comité inlichtingen over het onderzochte dossier kan verschaffen.

Art.21. Binnen de twee maanden na de ontvangst van het dossier dat door de Dienst werd overgezonden, brengt het CBMK een advies uit dat wordt doorgezonden aan de Minister en aan het team en de betrokken inrichtende macht.

Art.22. Binnen de twee maanden na de ontvangst van het advies van het CBMK, beslist de Minister over de aanvraag om erkenning. Van de beslissing wordt aan de inrichtende macht en aan het team bij aangetekend schrijven kennis gegeven. Van dat schrijven wordt een afschrift gelijktijdig aan de Dienst toegezonden, die het aan het CBMK doorstuurt.

Art.23. Als de erkenning wordt geweigerd, kan de Dienst een nieuw project binnen de 3 maanden vanaf de datum van kennisgeving van de weigering indienen.

Afdeling 6. - Intrekking van erkenning.
Art.24. Als het team de erkenningsvoorwaarden niet naleeft, verzoekt de Dienst de inrichtende macht bij aangetekend schrijven om de nodige maatregelen te treffen.

Art.25. § 1. Als na het verzoek van de Dienst, vastgesteld wordt dat hoogstens 3 maanden na de datum van verzending van het in artikel 24 bedoelde aangetekend schrijven een team nog altijd niet voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, wordt een ingebrekestelling door de Minister aan de inrichtende macht en aan het team meegedeeld.
  In dat geval beschikt het team over een termijn van hoogstens één jaar om zich naar de ingebrekestelling te schikken. Die termijn kan tot drie maanden worden verminderd, als het gaat om een overeenstemming in verband met het boekhoudkundige en financiële toezicht en met de naleving van het klinisch project.
  § 2. Als aan die ingebrekestelling niet wordt voldaan of als het team reeds gedurende de laatste vierentwintig vorige maanden een ingebrekestelling heeft gekregen, dan wordt het dossier aan het CBMK voorgelegd, dat een advies binnen de twee maanden na die voorlegging aan de Minister moet uitbrengen.
  § 3. Na ontvangst van het advies van het CBMK, kan de Minister, binnen een door hem vast te stellen termijn, de erkenning intrekken. Het brengt de Dienst daar op de hoogte van.
  § 4. De beslissing wordt door de Dienst, bij aangetekend schrijven, aan het team en zijn inrichtende macht, meegedeeld. In voorkomend geval, omvat de beslissing een termijn voor de uitvoering ervan. Bij het verstrijken van de termijn, wordt de subsidiëring onderbroken, onder de door de Minister vast te stellen voorwaarden en termijn, onverminderd de betaling van de lasten in verband met de - al dan niet - gepresteerde opzegging, in verhouding tot de minimumduur van de opzegging die in de sociale wetgeving bepaald is. Wanneer de voormelde minimumduur bij een vonnis van de arbeidsrechtbank wordt verlengd, als gevolg van een beroep ingesteld door een personeelslid, beslist de Minister of het geheel of een deel van de bijkomende lasten die door de rechtbank beslist werden, in aanmerking zullen worden genomen om de provisionele subsidie te verantwoorden. Wanneer de opzegging gegeven wordt als gevolg van de definitieve stopzetting van de activiteiten van de dienst, dan moet de opzegging worden gepresteerd tot het einde van de activiteiten van de dienst.
  § 5. Als de erkenning wordt ingetrokken, dan wordt de definitieve subsidiëring aangepast om de betaling te dekken van het deel van de wettelijke minimumopzegging die door de dienst na het einde van de erkenning wordt gedragen, op voorwaarde dat de correcte aanwending van de definitieve subsidie wordt gewaarborgd en na aftrek, in voorkomend geval, van de te veel ontvangen bedragen van de subsidie. Ingeval een niet correcte aanwending van de subsidie vastgesteld wordt, worden de geldmiddelen die de inrichtende macht zelf bezit, eveneens afgetrokken.
  De beslissing wordt, voor informatie, aan de voorzitter van het CBMK doorgezonden.

Art.26. Tegen een beslissing tot weigering of intrekking van de erkenning kan een beroep worden ingediend bij de Regering. Dat beroep wordt uitgeoefend door middel van een aangetekend schrijven aan de Minister, binnen een termijn van vijftien werkdagen vanaf de datum van ontvangst van de beslissing tot weigering of intrekking; die termijn loopt niet in juli en in augustus.
  Een afschrift van het beroep wordt aan het CBMK bij aangetekend schrijven, binnen dezelfde termijn, toegezonden.
  Het beroep is niet schorsend.
  De verzoeker heeft het recht over zijn beroepsmiddelen gehoord te worden.
  De beslissing van de Regering wordt bij aangetekend schrijven aan de verzoeker meegedeeld, binnen een termijn van drie maanden die op de datum van de ontvangst van het beroep begint te lopen.

Art.27.Wanneer een team de voorwaarde bepaald in artikel 13, § 2, vierde lid van het decreet, vervult, behoudt het de voorwaarde inzake minimumsamenstelling van 6.2 voltijdse equivalenten gedurende twee opeenvolgende jaren zelfs indien de jaarlijks bijgehouden [1 Statbel]1 gegevens een aantal jongeren bepaalt dat lager dan 60.000 is.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

HOOFDSTUK 3. - Subsidies voor de teams SOS Kinderen.
Art.28.[1 O.N.E]1 stelt jaarlijks het minimale referentiebedrag vast van de subsidie voor de erkende teams SOS Kinderen die samengesteld zijn uit 6.2 voltijdse equivalenten en voor het team van 5.2 voltijdse equivalenten.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.29. Wanneer in de erkenning van een team een gedecentraliseerde antenne bepaald is, kan een subsidie met een jaarlijks maximumbedrag van 25.000 euro daartoe worden toegekend.

Art.30.In het kader van de evolutie van de middelen die door de Regering worden toegekend, kan een deel van de begroting waarvan het globaal bedrag door [1 O.N.E]1 wordt bepaald, bestemd worden voor variabele subsidies. Na advies van het CBMK, kan de Minister een - eventueel vernieuwbare - jaarlijkse subsidie toekennen aan elk team SOS Kinderen dat een schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de Dienst voor een specifieke actie bepaald in artikel 10 van het decreet.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.31.[1 Vanaf 2021 worden de in dit hoofdstuk vastgestelde middelen verhoogd met een bedrag van 700.000 euro dat aan de teams wordt toegewezen volgens de door O.N.E. vastgestelde procedures ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.32.[1 Ten minste 80% van het gebruik van de in artikel 13 van het decreet bedoelde subsidies moet worden gerechtvaardigd door uitgaven voor personeelskosten. De bezoldiging van het personeel, met inbegrip van de geldelijke anciënniteit berekend overeenkomstig bijlage 1 en de betaling van de werkgeversbijdragen met betrekking tot de bezoldiging, wordt, met uitzondering van medische ambten, gerechtvaardigd door de bedragen die zijn vermeld in de door de paritaire commissie vastgestelde tabel van 100% 332.00.2 ]1.

  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.33.[1 ...]1 Moet elk erkend team, om de subsidies bedoeld in artikel 13, § 1 en § 2 van het decreet definitief te kunnen genieten, aan de Dienst, uiterlijk 30 dagen na het einde van het begrotingsjaar dat door de Dienst voor het team wordt bepaald, afschriften bezorgen van de verantwoordingsstukken zoals die vastgesteld zijn in bijlage 2, en aan werkelijke uitgaven moeten beantwoorden.
  Het team moet een eigen boekhouding voeren waarin, voor elk begrotingsjaar, de financiële resultaten van het beheer van het team worden vermeld.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 15, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.34.Het administratieve en financiële toezicht van de teams wordt uitgeoefend door de daartoe aangestelde ambtenaar van de Dienst. Die heeft vrije toegang tot de lokalen van het team met inachtneming van de deontologische regels en heeft het recht ter plaatse de administratieve en financiële stukken en documenten in te zien die hij noodzakelijk acht voor de vervulling van zijn opdracht.
  [1 O.N.E. kan inzonderheid nagaan welke maatregelen de inrichtende macht heeft genomen om zo snel mogelijk te zorgen voor multidisciplinaire teams en dus voor de vertegenwoordiging van alle ambten.
   Indien wordt vastgesteld dat de bepalingen van het decreet en van dit besluit niet zijn nageleefd, stelt O.N.E. het team in kennis van de vastgestelde tekortkomingen. Indien na afloop van een periode van maximaal vier maanden na de kennisgeving van de tekortkomingen, deze tekortkomingen blijven bestaan, kan O.N.E. de storting van de subsidies opschorten zolang de tekortkomingen voortduren. De storting door O.N.E. van deze opgeschorte subsidie zal plaatsvinden zodra de situatie is geregulariseerd, indien het team aantoont dat dit noodzakelijk is voor de voortzetting van de opdrachten die het zijn toevertrouwd.]1
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 16, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.35.[1 Het bedrag van de in artikel 13, leden 2 en 3, van het decreet bedoelde subsidies wordt jaarlijks aangepast om de kosten te dekken die voortvloeien uit de overschrijding van de spilindex die is vastgesteld voor de "gezondheidsindex" zoals gedefinieerd bij het koninklijk besluit van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 betreffende de vrijwaring van het concurrentievermogen van het land ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 17, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.36.[1 § 1. De in artikel 13 van het decreet bedoelde subsidies worden maandelijks uitgekeerd in de vorm van voorlopige subsidies ten belope van één twaalfde van het totale bedrag.
   Elk jaar wordt rekening gehouden met het bedrag van de werkelijke verantwoorde uitgaven voor het begrotingsjaar, overeenkomstig artikel 33 van dit besluit.
   Uitgaven die niet kunnen worden gerechtvaardigd, worden in mindering gebracht op de subsidies die aan de dienst worden toegekend.
   Elke uitgave die niet wordt gestaafd door een bewijsstuk als bedoeld in artikel 33 van dit besluit, leidt tot schorsing van de voorlopige subsidies met ingang van de derde maand na het einde van het begrotingsjaar.
   § 2. Indien aan het einde van de jaarlijkse administratieve en financiële controle een begrotingssaldo moet worden terugbetaald aan O.N.E., kan dit worden overgedragen naar de volgende twee begrotingsjaren (triënnium).
   De eerste periode van drie jaar begint in 2022.
   De verdeling tussen personeelskosten en huishoudelijke kosten (80%-20%) wordt op jaarbasis toegepast.
   Na het verstrijken van de periode van drie jaar zal O.N.E. onverschuldigde bedragen terugvorderen, d.w.z. voorlopig toegewezen bedragen die niet gerechtvaardigd zijn.
   In geval van definitieve stopzetting van de activiteiten van het team vordert O.N.E. de onverschuldigde bedragen onmiddellijk terug.
   Op verzoek van het team kan O.N.E. uitstel van invordering verlenen]1.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 18, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.37.
  <Opgeheven bij BFG 2022-07-06/11, art. 19, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Art.38.[1 78.000 is bestemd voor kosten in verband met de follow-up van de SOS-Kinderteams, zoals presentaties op colloquia, voor de teams georganiseerde opleidingscursussen, de produktie van brochures waarin de teams worden voorgesteld, en de produktie en distributie van het Carnet de Notes sur les Maltraitances Infantiles. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast op basis van de gezondheidsindex en berekend aan de hand van de groei tussen de referentie-index in januari van het jaar N-1 en januari van het jaar N ]1.
  ----------
  (1)<BFG 2022-07-06/11, art. 20, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>

Slotbepalingen.
Art.39. Het bedrag van de basissubsidies die aan elk team worden toegekend op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit wordt gewaarborgd.

Art.40. De Regering stelt de datum van inwerkingtreding van het decreet op één september 2004 vast, met uitzondering van artikel 22, dat in werking zal treden op de datum van de laatste erkenning van het team dat zijn aanvraag om erkenning overeenkomstig artikel 28 van het decreet zal hebben ingediend. De Regering stelt de datum van inwerkingtreding van dit besluit op één september 2004 vast, met uitzondering van de artikelen in verband met de nieuwe subsidieregels die op één januari 2005 in werking treden.

BIJLAGEN.
Art. N.(Bijlagen niet vertaald. Zie origineel Frans).
  Gewijzogd door :
  <BFG 2022-07-06/11, art. 21, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>
  <BFG 2022-07-06/11, art. 22, 002; Inwerkingtreding : 12-09-2022>