29 APRIL 2004. - Besluit van de Waalse Regering tot bepaling van de voorwaarden voor de toekenning van premies inzake camping-caravaning in het kader van het meerjarenactieplan betreffende het permanent wonen in toeristische accommodaties (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-05-2004 en tekstbijwerking tot 02-02-2005).
Art. 1-7
Artikel 1. Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet een aangelegenheid bedoeld in artikel 127 ervan.
Art.2. <BWG 2004-12-09/61, art. 124, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2005> Binnen de perken van de kredieten uitgetrokken op de begroting verleent de Minister bevoegd voor Toerisme de gemeenten een subsidie voor het slopen van verplaatsbare verblijven zoals omschreven bij artikel 1 van het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 betreffende de voorwaarden voor het exploiteren van kampeer-caravanterreinen of bij artikel 2, 15°, van het decreet van 18 december 2003 betreffende de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen.
Binnen de perken van de kredieten uitgetrokken op de begroting verleent de minister bevoegd voor toerisme de gemeenten een subsidie voor het slopen van niet-verplaatsbare verblijven zoals omschreven bij artikel 1 van het decreet van de Raad van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991 betreffende de voorwaarden voor het exploiteren van kampeer-caravanterreinen of bij artikel 2, 19°, van het decreet van 18 december 2003 betreffende de toeristische logiesverstrekkende inrichtingen.
Art.3. De in artikel 2 bedoelde premie wordt toegekend onder de volgende voorwaarden :
1° de aanvrager heeft een partnerschapsovereenkomst met het Waalse Gewest gesloten in het kader van het meerjarenactieplan betreffende het permanent wonen in toeristische accommodaties;
2° het mobiele of niet-verplaatsbare verblijf bevindt zich sinds minstens zes maanden op een (caravaningterrein of toeristisch kampeerterrein) op het grondgebied van de aanvrager; <ARW 2004-12-09/61, art. 125, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2005>
3° de laatste personen die het mobiele of niet-verplaatsbare verblijf als verblijfplaats hebben bewoond, worden in een gezonde woning gehuisvest.
Het premiepercentage is gelijk aan 100 % van de kosten van de werken voor de verwijdering en de afbraak van het mobiele of niet-verplaatsbare verblijf, alsmede van de verwerking van de afbraakafval.
Het bedrag van de toegekende premie mag niet hoger zijn dan 2.000 euro per mobiel of niet-verplaatsbaar verblijf.
Art.4. De premie wordt aangevraagd aan de hand van het door het Commissariaat-generaal voor Toerisme afgegeven formulier.
De aanvraag gaat hoe dan ook vergezeld van alle stukken en gegevens waaruit blijkt dat de in artikel 3 bedoelde voorwaarden vervuld zijn, met name :
1° een plan met de ligging van elk niet-verplaatsbaar of mobiel verblijf waarvan de afbraak overwogen wordt;
2° twee verschillende foto's van elk niet-verplaatsbaar of mobiel verblijf waarvan de afbraak overwogen wordt.
Art.5. De premie wordt betaald onder de volgende voorwaarden :
1° de aanvrager is eigenaar van het niet-verplaatsbare of mobiele verblijf uiterlijk op de dag van de afbraak ervan;
2° de werken voor de verwijdering, de afbraak en de verwerking van de afval waarvoor ze toegekend wordt, zijn voltooid;
3° de aanvrager vervult de sectorale voorwaarden betreffende de verwerking van de afval uit de afbraak van het niet-verplaatsbare of mobiele verblijf;
4° de aanvrager houdt zich aan de partnerschapovereenkomst gesloten met het Waalse Gewest in het kader van het meerjarenactieplan betreffende het permanent wonen in toeristische accommodaties;
5° de originele facturen of de aangiften van schuldvorderingen waaruit blijkt dat de afbraak voor rekening van de gemeente is en die elk minstens 125 euro bedragen, worden overgelegd.
De premie kan betaald worden per schijf overeenstemmend met de afbraak van minstens een niet-verplaatsbaar of mobiel verblijf als de in het eerste lid bedoelde voorwaarden voor elk betrokken verblijf vervuld zijn.
Art.6. Het Commissariaat-generaal voor Toerisme gaat na of de in de artikelen 3 en 5 bedoelde voorwaarden nageleefd worden.
Art. 7. De Minister bevoegd voor Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 29 april 2004.
De Minister-President,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën,
S. KUBLA.