16 JANUARI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 juli 1998 tot vaststelling van de programma's van de proeven inzake pedagogische bekwaamheid tot het onderwijzen binnen het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde middelbaar kunstonderwijs met beperkt leerplan (VERTALING).
Art. 1-2
Artikel 1. Aan de bijlage bij het voornoemd besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 juli 1998 worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) Bij 3° Domein van de muziek.
1. Bij punt 3°, C., worden de woorden " C. Onderzoek naar de bekwaamheid tot het onderwijzen van de muziekgeschiedenis en de analyse " vervangen door de woorden " C. Onderzoek naar de bekwaamheid tot het onderwijzen van de muziekgeschiedenis - analyse ".
2. Bij punt 3°, D., worden de woorden " D. Onderzoek naar de bekwaamheid tot het onderwijzen van de muziekschriftuur en de analyse " vervangen door de woorden " D. Onderzoek naar de bekwaamheid tot het onderwijzen van de muziekschriftuur - analyse ".
3. Bij punt 3°, E., worden de woorden " E. Onderzoek naar de bekwaamheid tot het onderwijzen van de algemene vorming " vervangen door de woorden " E. Onderzoek naar de bekwaamheid tot het onderwijzen van de algemene vorming - jazz ".
4. Bij punt 3°, H., worden de woorden " H. Onderzoek naar de bekwaamheid tot het onderwijzen van de instrumentale en jazzensemble - vorming " vervangen door de woorden " H. Onderzoek naar de bekwaamheid tot het onderwijzen van de instrumentale en "ensemble" jazzvorming ".
5. Punt 3°, " P. Onderzoek naar de bekwaamheid tot begeleiding op de piano " wordt vervangen door de volgende bepaling " P. Onderzoek naar de bekwaamheid tot begeleiding op de piano.
1. Artistieke toelatingsproef - 30 punten.
Vertolking van tijdens de zitting door de examencommissie gekozen fragmenten uit een instrumentaal en vocaal repertoire van vijf werken voor één of meerdere begeleide solisten, en voorgedragen door de kandidaat zodat het geheel van het repertoire in verband met de betrokken discipline gewaardeerd zou worden.
Dit repertoire bevat verplicht :
a) minstens 2 (geheel of gedeeltelijk) bekende instrumentale werken; bv. : concerto of sonate voor solist instrument;
b) minstens 2 vocale werken;
c) 1 werk met al dan niet op voorhand bestaande verplichte inperking van het orkest, aangepast of verwerkt door de kandidaat.
2. Pedagogische proef - 50 punten.
Periodes muzikale begeleiding van maximum 25 minuten en uitgevoerd met :
a) 1 leerling instrumentalist ingeschreven voor de kwalificatie- of de overgangsfilière - 25 punten;
b) 1 leerling zanger ingeschreven voor de kwalificatie- of de overgangsfilière - 25 punten.
N.B. : de aanwezigheid van de titularissen van de bedoelde cursussen zang en instrument is niet verplicht.
3. Proef culturele, technische, theoretische en praktische kennis - 20 punten.
Onderhoud over :
a) de kritiek van de onder toezicht staande Periodes muzikale begeleiding;
b) de technische, historische, pedagogische, methodologische en algemene cultuur van de kandidaat.
TOTAAL - 100 punten. "
B). Bij 4° Domein van de dans.
6. Bij 4°, D., b), worden de woorden " op de piano " geschrapt.
7. Bij 4°, wordt een letter E toegevoegd, luidend als volgt :
" E. Onderzoek naar de bekwaamheid tot begeleiding op de piano van cursussen klassieke dans.
1. Arti stieke toelatingsproef - 30 punten.
Vertolking van gekozen fragmenten uit een repertoire van drie werken voor het ballet.
Improvisatie op een muziekthema opgelegd door de afgevaardigde van de Franse Gemeenschap.
2. Pedagogische proef - 50 punten.
- Periodes muzikale begeleiding van een cursusperiode in het tweede jaar vormingsfilière - 20 punten.
- Periodes muzikale begeleiding van een cursusperiode in het zesde jaar kwalificatie of overgangsfilière - 20 punten.
- Begeleiding van een variatie vertolkt door een leerling ingeschreven voor minstens het zesde jaar kwalificatie of overgangsfilière - 10 punten.
3. Proef culturele, technische, theoretische en praktische kennis - 20 punten.
Onderhoud over :
- de kritiek van de onder toezicht staande begeleidingssessie;
- de technische, historische, pedagogische, methodologische en algemene cultuur van de kandidaat.
TOTAAL - 100 punten. "
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 16 januari 2004.
De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek,
Mevr. Fr. DUPUIS.