16 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 35, 36 en 42 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Art. 1-6
Artikel 1. Artikel 35, § 2, 3° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, opgeheven bij het koninklijk besluit van 28 februari 2003, wordt hersteld in de volgende lezing :
" 3° ofwel tijdelijk werkloos wordt gesteld, indien hij reeds gedurende ten minste zes maanden een programma bedoeld in 1° doorlopen heeft. "
Art.2. Artikel 36, § 2 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 juni 1992, 2 oktober 1992, 22 november 1995, 10 juni 2001 en 5 juni 2002, wordt aangevuld met een 7°, luidend als volgt :
" 7° de periode van arbeidsverbod bedoeld in artikel 39, tweede lid van de arbeidswet van 16 maart 1971. "
Art.3. Artikel 36, § 3 van hetzelfde besluit, opgeheven bij het koninklijk besluit van 28 februari 2003, wordt hersteld in de volgende lezing :
" § 3 Voor de jonge werknemer die een opleidingsprogramma bedoeld in § 1, eerste lid, 2°, d, volgt, worden, voor de toepassing van § 2, eerste lid, 1°, de dagen gelegen in de periode van de opleiding, behalve de zondagen, gelijkgesteld met arbeidsdagen. "
Art.4. In artikel 42, § 1 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 februari 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) hij wordt aangevuld met het volgend lid :
" Wachtuitkeringen toegekend in toepassing van artikel 52 van de programmawet van 8 april 2003 worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van deze paragraaf. "
B) hij wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1. De werknemer die opnieuw uitkeringen aanvraagt, is vrijgesteld van wachttijd en kan opnieuw toegelaten worden tot het stelsel volgens hetwelk hij laatst werd vergoed, indien hij in de loop van de drie jaar die de uitkeringsaanvraag voorafgaan voor ten minste één dag uitkeringen heeft genoten als volledig werkloze of als deeltijdse werknemer die een inkomensgarantie-uitkering genoten heeft.
Wachtuitkeringen toegekend in toepassing van artikel 52 van de programmawet van 8 april 2003 worden niet in aanmerking genomen voor de toepassing van deze paragraaf. "
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2003, met uitzondering van artikel 4 A, dat uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2003 en ophoudt van kracht te zijn op 1 juli 2003 en artikel 2 dat in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 16 februari 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
F. VANDENBROUCKE.