Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

22 OKTOBER 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en subsidiëring van regionale samenwerkingsverbanden. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-12-2004 en tekstbijwerking tot 31-12-2015)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De erkenning als regionaal samenwerkingsverband.
Art. 2-3
HOOFDSTUK III. - De subsidie.
Art. 4-7
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 8-11
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2005035300  2006036477  2006036867  2015036628 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
  1° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid en de beroepsomscholing -en bijscholing;
  2° het decreet : het decreet van 7 mei 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische raden van de regio en de regionale sociaal-economische overlegcomités;
  3° de vereniging : de vereniging, bedoeld in artikel 2, 3°, van het decreet, die een aanvraag tot erkenning indient;
  4° de streekplatformen en de subregionale tewerkstellingscomités : de v.z.w.'s streekplatformen en de v.z.w.'s subregionale tewerkstellingscomités die behoren tot het werkingsgebied van de vereniging;
  5° (de sociaal-economische raad van de regio : de sociaal-economische raad van de regio, afgekort SERR, die overeenkomstig hoofdstuk III van het decreet binnen de vereniging wordt ingericht;) <BVR 2006-10-06/42, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  6° (het regionale sociaal-economische overlegcomité : het regionale sociaal -economische overlegcomité, afgekort RESOC, dat overeenkomstig hoofdstuk IV van het decreet binnen de vereniging wordt opgericht;) <BVR 2006-10-06/42, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  7° (het erkend regionaal samenwerkingsverband : het regionale samenwerkingsverband, afgekort ERSV, dat door de Vlaamse Regering overeenkomstig hoofdstuk II van het decreet werd erkend;) <BVR 2006-10-06/42, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  8° de regio : de regio, bedoeld in artikel 2, 1°, van het decreet, waarbinnen de vereniging in kwestie opereert;
  9° (het Departement : het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie en het Departement Werk en Sociale Economie van de Vlaamse Overheid;) <BVR 2006-10-06/42, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  (10° streekpact : het document als gedefinieerd in artikel 2, 15° van het decreet;) <BVR 2006-10-06/42, art. 2, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

HOOFDSTUK II. - De erkenning als regionaal samenwerkingsverband.
Art.2.De aanvraag voor erkenning wordt ingediend bij het [2 Agentschap Innoveren en Ondernemen]2 en de bevoegde entiteit binnen het Departement Werk en Sociale Economie) en bevat alle gegevens en stukken waaruit blijkt dat aan alle erkenningsvoorwaarden als bedoeld in hoofdstuk II van het decreet is voldaan. Aan de aanvraag wordt een dossier gehecht dat minstens alle documenten, bedoeld in artikel 10, § 2, van het decreet, omvat. Het model van het aanvraagformulier is opgenomen als bijlage bij dit besluit. <BVR 2006-07-20/94, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  ----------
  (1)<BVR 2009-01-30/39, art. 40, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<BVR 2015-12-18/42, art. 28, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2016>

Art.3. § 1. De projecten, bedoeld in artikel 6, § 2, 6°, van het decreet :
  1° passen in de missie, visie en taken van een of meer sociaal-economische raden van de regio of van een of meer regionale sociaal-economische overlegcomités die binnen het ERSV worden opgericht en in het uit te werken streekpact in kwestie;
  2° zijn enkel mogelijk als ze het ERSV, het RESOC of de SERR in hun kernopdrachten ondersteunen;
  3° zijn ter uitvoering van het streekpact mogelijk en op voorwaarde dat de gemeente- of provinciebesturen of andere actoren in de regio de betreffende projecten niet binnen hun reguliere taakstellingen hebben en op voorwaarde dat de aanpak van die projecten wordt gericht op overdraagbaarheid aan relevante beleidsactoren;
  4° zijn goedgekeurd, aangestuurd of opgestart door een of meer sociaal-economische raden van de regio of door een of meerdere regionale sociaal-economische overlegcomités die binnen de vereniging worden opgericht.
  § 2. (De projecten en taken ter uitvoering van en ter ondersteuning van het beleid inzake evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, geconcretiseerd in de convenants projectontwikkeling Evenredige Arbeidsdeelname en Diversiteit, gesloten tussen het erkend regionaal samenwerkingsverband en de Vlaamse Minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid en de beroepsomscholing- en bijscholing, uitgevoerd door het aantal voltijdse projectontwikkelaars die overeenkomstig het convenant in kwestie worden tewerkgesteld, worden geacht in overeenstemming te zijn met § 1.) <BVR 2006-10-06/42, art. 4, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

HOOFDSTUK III. - De subsidie.
Art.4. § 1. (De Minister kan binnen de perken van de daartoe op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap beschikbare middelen jaarlijks een subsidie toekennen aan de erkende regionale samenwerkingsverbanden ter financiering van de SERR- en RESOC-werking. Deze jaarlijkse subsidie wordt toegekend op voorwaarde dat er een aanvraag wordt ingediend vergezeld van een jaarprogramma zoals bedoeld in artikel 5.
  Het erkend regionale samenwerkingsverband wendt de werkingssubsidie gedurende het kalenderjaar, dat ingaat op 1 januari en eindigt op 31 december, aan voor een effectieve en efficiënte bijdrage aan sociaal-economische streekontwikkeling, die kadert binnen de taken en opdrachten van zijn statutaire maatschappelijke doel, als bedoeld in artikel 6 van het decreet en die overeenstemt met het overeenkomstig artikel 5 ingediende jaarprogramma.) <BVR 2006-10-06/42, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  § 2. (De subsidie wordt uitbetaald in twee schijven :
  1° een eerste voorschot van 80 % van de maximale subsidie wordt uitbetaald na vastlegging van het ondertekende subsidiebesluit;
  2° het saldo van 20 % van de maximale subsidie wordt uitbetaald nadat het erkende regionale samenwerkingsverband aan het Departement een inhoudelijk en een financieel eindrapport heeft bezorgd.
  Het erkend regionaal samenwerkingsverband verantwoordt aan de hand van een financieel eindrapport de aanwending van de subsidie. Het erkend regionaal samenwerkingsverband stelt het Departement in kennis van de locatie waar de originele verantwoordingsstukken ter beschikking worden gehouden voor verificatie.
  Het erkend regionaal samenwerkingsverband geeft aan de hand van een inhoudelijk eindrapport toelichting inzake diens bijdrage aan de sociaal-economische streekontwikkeling, als bedoeld in artikel 4, § 1, 2° lid. Het inhoudelijk eindrapport omvat een omschrijving van de geleverde werkzaamheden.
  Het inhoudelijke eindrapport en het financiële eindrapport worden jaarlijks uiterlijk zes maanden na de voorbije subsidieperiode ingediend bij het Departement. De minister kan nadere regelen bepalen inzake de concrete informatie die moet worden verstrekt.) <BVR 2006-10-06/42, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>
  § 3. (Het erkend regionaal samenwerkingsverband toont op eenvoudig verzoek van het Departement aan dat de met het subsidiebesluit beoogde werkzaamheden effectief en efficiënt worden uitgevoerd tijdens de subsidieperiode. Het erkend regionaal samenwerkingsverband werkt op constructieve wijze mee aan de controle die de Vlaamse overheid ten allen tijde kan uitoefenen.) <BVR 2006-10-06/42, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.5. Het erkende regionale samenwerkingsverband dient jaarlijks uiterlijk voor 1 november zijn jaarprogramma (...) voor het daaropvolgende werkjaar in dat steeds ingaat op 1 januari en eindigt op 31 december. Het jaarprogramma omvat minstens de geplande activiteiten met de bijhorende timing ter uitvoering van het maatschappelijk doel en de taken en opdrachten, bedoeld in artikel 6 van het decreet. De minister kan nadere regelen bepalen omtrent de concrete informatie die het jaarprogramma moet bevatten. <BVR 2006-10-06/42, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.6. (Opgeheven) <BVR 2006-10-06/42, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.7. Het bezorgen van het inhoudelijke eindrapport en het financiële eindrapport, bedoeld in artikel 4, § 2, 3°, volstaat om te voldoen aan de jaarlijkse rapporteringsplicht, bedoeld in artikel 9, § 2, van het decreet.

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.8. Het decreet van 7 mei 2004 betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische raden van de regio en de regionale sociaal-economische overlegcomités treedt in werking op 22 oktober 2004, met uitzondering van artikel 33, § 2, § 3 en § 4, dat in werking treedt op (1 januari 2007). <BVR 2006-10-06/42, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 01-01-2007>

Art.9.Regionale samenwerkingsverbanden waarvan de aanvraagdossiers door het [2 Agentschap Innoveren en Ondernemen]2 en de bevoegde entiteit binnen het Departement Werk en Sociale Economie) in 2004 volledig zijn bevonden, worden vanaf 1 januari 2005 overeenkomstig het decreet en dit besluit gesubsidieerd op voorwaarde dat ze door de Vlaamse Regering zijn erkend. <BVR 2006-07-20/94, art. 44, 002; Inwerkingtreding : 01-07-2006>
  De Vlaamse Regering regelt bij de erkenning van de regionale samenwerkingsverbanden die in 2004 geen of geen volledige aanvraag hebben ingediend, aangepaste uitbetalingsmodaliteiten in afwijking van artikel 4, § 2.
  ----------
  (1)<BVR 2009-01-30/39, art. 41, 004; Inwerkingtreding : 01-01-2009>
  (2)<BVR 2015-12-18/42, art. 28, 005; Inwerkingtreding : 01-01-2016>

Art.10. Dit besluit treedt in werking op 22 oktober 2004.

Art.11. De Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid en de beroepsomscholing en -bijscholing, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.
Art. N. Aanvraag van een erkenning als Erkend Regionaal Samenwerkingsverband (ERSV).
  (Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 14-12-2004, p. 84207-84210).