Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

28 NOVEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs.



Inhoudstafel:


Art. 1-18
BIJLAGEN.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1989029601 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Aan artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 19 december 1991, van 25 januari 1995, van 4 november 1997 en van 31 augustus 1999 wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 4. Bij de voldoende geachte bekwaamheidsbewijzen worden het diploma van onderwijzer en het diploma van kleuteronderwijzer eveneens als een bewijs van pedagogische bekwaamheid beschouwd. "

Art.2. Aan artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van 15 april 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° aan § 1 wordt de volgende zin toegevoegd : " Ze kunnen eveneens uitgereikt zijn na het volgen van een opleiding die door wet of decreet gelijkgesteld is met een opleiding aan een Belgische universiteit of een door de staat of door de gemeenschap georganiseerde, gesubsidieerde of erkende onderwijsinstelling. "
  2° er wordt een § 3 toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 3. De bevoegde instantie van de niet-confessionele zedenleer, zoals bedoeld in het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken, heeft de bevoegdheid om de attesten uit te reiken die opgenomen zijn in de bijlagen bij dit besluit voor AV niet-confessionele zedenleer, ter aanvulling van het basisdiploma. "

Art.3. Artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 25 januari 1995, 4 november 1997 en 31 augustus 1999 wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 6. Voor de toepassing van dit besluit worden als een in artikel 3, § 1 bedoeld basisdiploma beschouwd :
  1. de diploma's van arts, tandarts, dierenarts, doctor, ingenieur, apotheker of licentiaat, uitgereikt overeenkomstig de wetgeving op de academische graden;
  2. de andere diploma's van arts, tandarts, dierenarts, doctor, ingenieur, apotheker of licentiaat, uitgereikt door een Belgische universiteit of een daarmee gelijkgestelde instelling, door een door de wet of door het decreet daartoe gemachtigde instelling of door een door de staat of de gemeenschap opgerichte examencommissie, indien de duur van de studies ten minste vier jaar bedraagt, zelfs als een gedeelte van de studies niet in een van de voormelde onderwijsinstellingen werd volbracht;
  3. het diploma van hoger technisch onderwijs van de derde graad;
  4. het diploma van hoger kunstonderwijs van de derde graad met volledig leerplan;
  5. het diploma van voortgezet hoger kunstonderwijs met volledig leerplan;
  6. het diploma van hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste vijf studiejaren;
  7. het laureaatsattest van het Nationaal Hoger Instituut van Antwerpen, verleend na een cyclus van ten minste vijf studiejaren;
  8. de prijs Lemmens-Tinel, uitgereikt door het Lemmensinstituut in Leuven;
  9. het diploma van meester, uitgereikt overeenkomstig de regelgeving op het hoger onderwijs;
  10. het diploma van de officieren die vóór 1 januari 1965 met vrucht hun studies hebben volbracht aan de Oefenschool bij de Koninklijke Militaire School of aan de polytechnische afdeling van die school;
  11. het diploma van architect, interieurarchitect of van industrieel ingenieur;
  12. het diploma van technisch ingenieur;
  13. het universitair diploma van burgerlijk conducteur;
  14. het diploma van een hogere technische school van de tweede graad;
  15. het diploma van het hoger kunstonderwijs van de tweede graad met volledig leerplan;
  16. het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste vier studiejaren;
  17. het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan voor 1 september 1969 uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door een instelling voor de beeldende kunsten;
  18. het laureaatsdiploma, uitgereikt door het Lemmensinstituut in Leuven;
  19. het diploma van de tweede cyclus, uiterlijk in het academiejaar 1994-1995 uitgereikt door een Koninklijk Muziekconservatorium;
  20. het diploma van binnenhuisontwerper, uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Provinciaal Hoger Instituut voor Architectuur en Toegepaste Kunsten in Hasselt, het Provinciaal Hoger Architectuurinstituut in Hasselt-Diepenbeek en het Stedelijk Hoger Architectuurinstituut "De Bijloke" te Gent;
  21. het diploma van binnenhuisontwerper, behaald vóór het academiejaar 1964-1965 en uitgereikt na een cyclus van ten minste drie studiejaren door het Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedebouw in Antwerpen;
  22. het diploma van aspirant-officier ter lange omvaart;
  23. het diploma van officier-werktuigkundige eerste klasse;
  24. het diploma van het hoger kunstonderwijs van de eerste graad met volledig leerplan;
  25. het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig leerplan, uitgereikt na een cyclus van ten minste twee studiejaren;
  26. het diploma van de eerste cyclus uiterlijk in het academiejaar 1994-1995, uitgereikt door een Koninklijk Muziekconservatorium, met uitzondering van het diploma van kandidaat;
  27. het diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan;
  28. het diploma van een hogere technische school van de eerste graad;
  29. het diploma van onderwijzer(es);
  30. het diploma van kleuteronderwijzer(es);
  31. het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs of het diploma van regent(es);
  32. het diploma van geaggregeerd leraar van het middelbaar onderwijs van de lagere graad of van regentes voor de middelbare scholen;
  33. het diploma van geaggregeerde voor het middelbaar en technisch onderwijs van de lagere graad;
  34. het diploma van een basisopleiding van één cyclus;
  35. het diploma van gegradueerde in de godsdienstwetenschappen;
  36. het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijsgroep 1;
  37. het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijsgroep 1 samen met het diploma van de voortgezette lerarenopleiding voor de bijkomende uitdieping van een opleidingseenheid;
  38. het diploma van leraar dans;
  39.
  a) de vergunning van lijnbestuurder, lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot, uitgereikt of erkend door het Bestuur der Luchtvaart of door het Directoraat-generaal Luchtvaart, ongeacht de periode(s) waarvoor de vergunning geldt;
  b) vanaf 1 september 2003, de vergunning van beroepsbestuurder of beroepsvliegtuigbestuurder, uitgereikt of erkend door het Bestuur der Luchtvaart of door het Directoraat-generaal Luchtvaart, met de bevoegdheidsverklaring instrumentvliegen voorzover de kandidaten geslaagd zijn voor de examens over de algemene kennis voor het verkrijgen van de vergunning van lijnbestuurder, lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot, ongeacht de periode(s) waarvoor de vergunning geldt;
  40. het diploma van virtuositeit en het hoger diploma, uitgereikt door een instelling voor hoger muziekonderwijs;
  41. het diploma van een hogere technische leergang van de tweede graad;
  42. het diploma van het hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie of van een hogere technische leergang van de eerste graad of, vanaf 1 september 2000, van hoger onderwijs voor sociale promotie of, vanaf 1 september 2002, van hoger onderwijs, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs;
  43. het diploma van eerste prijs, uitgereikt door een instelling voor hoger muziekonderwijs;
  44. het diploma van kandidaat, uitgereikt krachtens de wet op het toekennen van de academische graden;
  45. de andere diploma's van kandidaat, uitgereikt door een Belgische universiteit of een daarmee gelijkgestelde instelling, door een door de wet of door het decreet daartoe gemachtigde instelling of door een door de staat of de gemeenschap opgerichte examencommissie;
  46. het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid dans;
  47. het brevet van een aanvullende secundaire beroepsschool of leergang;
  48. vanaf 1 september 2001 met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : een studiebewijs van het volwassenenonderwijs, gerangschikt BSO4;
  49. het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de vierde graad van het secundair onderwijs;
  50. het diploma in de psychiatrische verpleegkunde;
  51. het diploma in de ziekenhuisverpleegkunde;
  52. het finaliteitsdiploma van het kunstonderwijs, ingericht volgens beperkt leerplan;
  53. het gehomologeerd getuigschrift van hoger secundair onderwijs;
  54. het gehomologeerd getuigschrift van het middelbaar onderwijs van de hogere graad;
  55. het gehomologeerd diploma van secundair onderwijs;
  56. het diploma van secundair onderwijs;
  57. een studiebewijs van het niveau hoger technisch secundair onderwijs;
  58. een studiebewijs van het niveau van de derde graad van het technisch secundair onderwijs;
  59. vanaf 1 september 2001, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : een studiebewijs van het volwassenenonderwijs, gerangschikt als TSO3;
  60. een studiebewijs van het niveau van hoger kunstsecundair onderwijs;
  61. een studiebewijs van het niveau van de derde graad van het kunstsecundair onderwijs;
  62. een studiebewijs van het niveau van hoger beroepssecundair onderwijs;
  63. een studiebewijs van het niveau van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs;
  64. vanaf 1 september 2001, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : een studiebewijs van het volwassenenonderwijs gerangschikt als BSO3;
  65. een studiebewijs van het niveau van lager technisch secundair onderwijs;
  66. een studiebewijs van het niveau van de tweede graad van het technisch secundair onderwijs;
  67. vanaf 1 september 2001, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : een studiebewijs van het volwassenenonderwijs, gerangschikt als TSO2;
  68. een studiebewijs van het niveau van lager beroepssecundair onderwijs;
  69. een studiebewijs van het niveau van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs;
  70. vanaf 1 september 2001, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : een studiebewijs van het volwassenenonderwijs, gerangschikt als BSO2. "

Art.4. Aan artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 september 1990, 19 december 1991, 25 januari 1995, 4 november 1997 en 31 augustus 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° In 1. worden de woorden " de punten 1 tot en met 6 " vervangen door de woorden " de punten 1 tot en met 11 ";
  2° In 5. worden de woorden " de punten 1 tot en met 14 k " vervangen door de woorden " de punten 1 tot en met 39 ";
  3° 6. wordt vervangen door wat volgt :
  " 6. 1° Een bekwaamheidsbewijs van het hoger onderwijs van het korte type, (afgekort : HOKT) :
  - een diploma van het hoger onderwijs van het korte type;
  - een diploma van een hogere technische school of leergang van de eerste graad;
  - een diploma van technisch ingenieur;
  - een diploma van een basisopleiding van één cyclus;
  - een diploma van gegradueerde in de godsdienstwetenschappen;
  - de vergunning van lijnbestuurder, lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot, uitgereikt of erkend door het Bestuur der Luchtvaart of door het Directoraat-generaal Luchtvaart, ongeacht de periode(s) waarvoor de vergunning geldt;
  - vanaf 1 september 2003, de vergunning van beroepsbestuurder of beroepsvliegtuigbestuurder, uitgereikt of erkend door het Bestuur der Luchtvaart of door het Directoraat-generaal Luchtvaart, met de bevoegdheidsverklaring instrumentvliegen voorzover de kandidaten geslaagd zijn in de examens over de algemene kennis voor het verkrijgen van de vergunning van lijnbestuurder, lijnvliegtuigbestuurder of lijnpiloot, ongeacht de periode(s) waarvoor de vergunning geldt;
  - vanaf 1 september 2000 : het diploma van hoger onderwijs voor sociale promotie;
  - vanaf 1 september 2002 : het diploma van hoger onderwijs uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs. "
  2° Vanaf 1 september 1999 wordt met dit bekwaamheidsbewijs evenwel niet bedoeld :
  - het diploma of het getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan of voor sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en, vanaf 1 september 2000, het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie, en, vanaf 1 september 2002, het pedagogisch getuigschrift, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs;
  - het diploma van het hoger kunstonderwijs met volledig en beperkt leerplan;
  - het diploma van onderwijzer(es);
  - het diploma van kleuteronderwijzer(es);
  - het diploma van geaggregeerde voor het lager secundair onderwijs of het diploma van regent(es);
  - het diploma van geaggregeerde leraar van het middelbaar onderwijs van de lagere graad of van regentes voor de middelbare scholen;
  - het diploma van geaggregeerde voor het middelbaar en technisch onderwijs van de lagere graad;
  - het diploma van geaggregeerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs;
  - het diploma van gegradueerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs;
  - het diploma van de middelbare technische normaalschool;
  - het diploma van de technische normaalafdelingen met volledig leerplan gerangschikt in de cat. D.;
  - het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1;
  - het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1 samen met het diploma van de voortgezette lerarenopleiding voor de bijkomende uitdieping van een opleidingseenheid. ";
  4° 6bis wordt vervangen door wat volgt :
  " 6bis. Een bekwaamheidsbewijs van ten minste hoger onderwijs van het korte type (afgekort ten minste HOKT) : de bekwaamheidsbewijzen bedoeld onder punt 1 tot en met 42 van artikel 6 van dit besluit met uitzondering van het diploma of het getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en, vanaf 1 september 2000 het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie, en, vanaf 1 september 2002 het pedagogisch getuigschrift uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs. ";
  5° in 6ter worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° 1° wordt vervangen door wat volgt :
  " 1° Een bekwaamheidsbewijs van het niveau HOKT : één van de basisdiploma's vermeld onder punt 12 tot en met 42 van artikel 6 van dit besluit, met uitzondering van het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en, vanaf 1 september 2000 het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie, en, vanaf 1 september 2002 het pedagogisch getuigschrift uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs; "
  2° in 2° worden de woorden " punt 1 tot en met 6 " vervangen door de woorden " punt 1 tot en met 11 ";
  3° er wordt een 3° toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 3° Een bekwaamheidsbewijs van het niveau secundair onderwijs :
  - een van de basisdiploma's vermeld in artikel 6, punt 47 tot en met 56;
  - de studiebewijzen die hieronder vermeld zijn als ASBO, HSBO, HSTO en HSKO. ";
  6° In 9. worden het negende en het tiende streepje opgeheven.
  7° 9bis wordt vervangen door wat volgt :
  " 9bis GVSO-groep 1 :
  - het diploma van geaggregeerde voor het secundair onderwijs-groep 1;
  - het diploma van leraar dans." ;
  8° 10. wordt vervangen door wat volgt :
  " 10. GLSO voor de algemene vakken :
  - het diploma van GLSO dat een vereist bekwaamheidsbewijs is, zoals bepaald in de bij dit besluit gevoegde bijlagen I tot en met III, voor het onderwijs van algemene vakken, het diploma van geaggregeerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs en het diploma van gegradueerde voor het godsdienstonderricht in het lager secundair onderwijs;
  - de GVSO-groep 1 voor de algemene vakken. ";
  9° er wordt een 10bis. Ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " 10bis. GVSO-groep 1 voor de algemene vakken : het diploma van GVSO-groep 1 met minstens één van de volgende opleidingseenheden (in de basiscluster of als uitdieping) : aardrijkskunde, geschiedenis, wiskunde, fysica, Latijn, biologie, Frans, Nederlands, Engels, godsdienst, niet-confessionele zedenleer, economie, informatica, project algemene vakken, muzikale opvoeding, plastische opvoeding, lichamelijke opvoeding, Duits, chemie. ";
  10° aan 12. wordt een streepje toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " - het brevet of certificaat of getuigschrift van het volwassenenonderwijs gerangschikt als BSO4. ";
  11° 13. wordt vervangen door wat volgt :
  " 13. HSBS met gehomologeerd getuigschrift HSO / gehomologeerd getuigschrift van HSO (BSO) :
  - het gehomologeerd of een door een examencommissie van de Staat uitgereikt getuigschrift van hoger secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs);
  - het gehomologeerd of een door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap uitgereikt diploma van secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs);
  - het diploma van secundair onderwijs (beroepssecundair onderwijs); "
  12° aan 14. worden drie streepjes toegevoegd, die luiden als volgt :
  " - de bekwaamheidsbewijzen vermeld onder HSBS met gehomologeerd getuigschrift HSO / gehomologeerd getuigschrift van HSO (BSO);
  - vanaf 1 september 2001 met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : het brevet of certificaat of getuigschrift van het volwassenenonderwijs gerangschikt als BSO3;
  - het diploma van secundair onderwijs, gerangschikt als BSO3. "
  13° aan 15. worden twee streepjes toegevoegd, die luiden als volgt :
  " - het diploma of certificaat of getuigschrift van het volwassenenonderwijs gerangschikt als TSO3;
  - het diploma van secundair onderwijs, gerangschikt als TSO3. ";
  14° in 17. worden de woorden " de punten 1 tot en met 22 " vervangen door " de punten 1 tot en met 56 ";
  15° in 18. worden twee streepjes toegevoegd, die luiden als volgt :
  " - vanaf 1 september 2001 met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : het diploma of certificaat of getuigschrift van het volwassenenonderwijs gerangschikt als TSO2;
  - vanaf 1 september 1989 met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1989 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : het gehomologeerd getuigschrift van lager secundair onderwijs van het technisch secundair onderwijs. ";
  16° in 18bis worden de woorden " 1 tot en met 26 " vervangen door de woorden " 1 tot en met 67 ";
  17° aan 19. wordt een streepje toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " - het brevet of certificaat of getuigschrift van het volwassenenonderwijs, gerangschikt als BSO2. ";
  18° er wordt een 29. toegevoegd dat luidt als volgt :
  " 29. (het diploma van) onderwijzer :
  - het diploma of de akte van onderwijzer;
  - het diploma of de akte van lager onderwijzer;
  - met ingang van 1 september 1997 met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1997 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : het diploma van een voortgezette opleiding voor het lager onderwijs. ";
  19° er wordt een 30. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 30. (het diploma van) kleuteronderwijzer :
  - het diploma van kleuteronderwijzer;
  - het diploma van bewaarschoolonderwijzer;
  - het diploma van kleuterleider;
  - met ingang van 1 september 1997 met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1997 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling : het diploma van een voortgezette opleiding voor het kleuteronderwijs. ";
  20° er wordt een 31. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 31. licentiaat + BPB :
  - van 1 september 1989 tot 31 augustus 1991 : licentiaat + GHSO of GVO, met uitzondering van licentiaat vertaler, licentiaat tolk, licentiaat productontwikkeling en licentiaat bestuurskunde waarvoor alle BPB's van artikel 3 gelden;
  - van 1 september 1991 tot 31 augustus 1999 : licentiaat + GHSO of GVO of GLSO, met uitzondering van licentiaat vertaler, licentiaat tolk, licentiaat productontwikkeling en licentiaat bestuurskunde waarvoor alle BPB's van artikel 3 gelden;
  - vanaf 1 september 1999 : licentiaat + BPB. ";
  21° er wordt een 32. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 32. HSTL : een diploma van hogere secundaire technische leergangen. ";
  22° er wordt een 33. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 33. BSO4 : vierde graad van het beroepssecundair onderwijs voor sociale promotie. ";
  23° er wordt een 34. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 34. BSO3 : derde graad van het beroepssecundair onderwijs voor sociale promotie. ";
  24° er wordt een 35. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 35. BSO2 : tweede graad van het beroepssecundair onderwijs voor sociale promotie. "
  25° er wordt een 36. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 36. TSO3 : derde graad van het technisch secundair onderwijs voor sociale promotie. ";
  26° er wordt een 37. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 37. TSO2 : tweede graad van het technisch secundair onderwijs voor sociale promotie. ";
  27° er wordt een 38. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 38. HSBS :
  - het brevet van een hogere secundaire beroepsschool;
  - het studieattest of -getuigschrift van het 6° leerjaar van het beroepssecundair onderwijs;
  - het studieattest of -getuigschrift van het 7° vervolmakings- of specialisatiejaar van het beroepssecundair onderwijs;
  - het studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het beroepssecundair onderwijs;
  - het studiegetuigschrift van het derde leerjaar van de derde graad ingericht onder de vorm van een specialisatiejaar van het beroepssecundair onderwijs. ";
  28° er wordt een 39. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 39. HOKT + BPB :
  1° een van de studiebewijzen vermeld in punt 6, samen met een bewijs van pedagogische bekwaamheid, vermeld in artikel 3, en voor de kunstvakken en de kunstvakken die als praktisch vak worden beschouwd, eveneens de bewijzen van pedagogische bekwaamheid, vermeld in artikel 8, § 3,;
  2° GLSO;
  3° GVSO-groep 1;
  4° vanaf 1 september 2002, het diploma van onderwijzer en van kleuteronderwijzer.
  Met HOKT + BPB worden niet bedoeld : het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en, vanaf 1 september 2000, het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie, en, vanaf 1 september 2002, het pedagogisch getuigschrift, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs. ";
  29° er wordt een 40. toegevoegd, dat luidt als volgt :
  " 40. ten minste HOKT + BPB :
  1° een van de studiebewijzen, vermeld in punt 5, samen met een bewijs van pedagogische bekwaamheid, vermeld in artikel 3, en voor de kunstvakken en de kunstvakken die als praktisch vak worden beschouwd, eveneens de bewijzen van pedagogische bekwaamheid, vermeld in artikel 8, § 3,;
  2° GLSO;
  3° GVSO-groep 1;
  4° en vanaf 1 september 2002 het diploma van onderwijzer en van kleuteronderwijzer.
  Met ten minste HOKT + BPB worden niet bedoeld : het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, het getuigschrift van de middelbare technische normaalleergangen of van de pedagogische leergangen, en, vanaf 1 september 2000, het diploma of getuigschrift van het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie, en, vanaf 1 september 2002, het pedagogisch getuigschrift uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs. ".

Art.5. In artikel 7, § 4, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999, worden de woorden " In de bijlagen I tot en met VI " vervangen door de woorden " In de bijlagen I en II " en vanaf 1 september 2003 door de woorden " In de bijlagen I tot en met III ".

Art.6. Aan artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 september 1990, 25 januari 1995, 4 november 1997 en 31 augustus 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° er wordt een § 1ter toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 1ter. Voor de toepassing van dit besluit worden volgende studiebewijzen gelijkgesteld met het getuigschrift van pedagogische bekwaamheid dans :
  1° het getuigschrift van pedagogische leergang afdeling klassieke dans en bewegingsleer of dans en bewegingsleer, uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;
  2° het getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van onderwijs in ballet of bewegingsleer, uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;
  3° het getuigschrift van bekwaamheid tot het geven van dansonderwijs, uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;
  4° het pedagogisch getuigschrift van hedendaagse dans of klassiek ballet, uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie;
  5° het specialisatiegetuigschrift klassieke dans, uitgereikt door de Hogere Rijksleergangen voor Dans en Danspedagogiek of het Hoger Instituut voor Dans en Danspedagogie. ";
  2° er wordt een § 4 toegevoegd, die luidt als volgt :
  " § 4. Het diploma van leraar muzikale opvoeding of zangleraar van de eerste graad en het diploma van leraar muzikale opvoeding of zangleraar van de tweede graad, uitgereikt door de daartoe samengestelde examencommissie worden gelijkgesteld met een diploma van GLSO muzikale opvoeding. "

Art.7. Aan artikel 9, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt :
  " De bedoelde periode loopt ononderbroken vanaf de eerste september die volgt op de eerste aanstelling van het personeelslid in het secundair onderwijs. "

Art.8. Aan artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 september 1990 en 9 juli 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1. worden de woorden " in de bijlagen I tot en met VIII " vervangen door de woorden " in de bijlagen I en II " en vanaf 1 september 2003 worden de woorden " in de bijlagen I en II " vervangen door de woorden " in de bijlagen I tot en met III ";
  2° er wordt een § 1bis ingevoegd, die luidt als volgt :
  " § 1bis. Voor de GVSO-groep 1 wordt de onderwijsbevoegdheid per gevolgde opleidingseenheid, afgekort OE, bepaald. ".

Art.9. In artikel 11, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 september 1990, 9 juli 1996, 31 augustus 1999 en 21 november 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° in § 1 worden de woorden " in de bijlagen I tot VIII " vervangen door de woorden " in de bijlagen I en II " en vanaf 1 september 2003 worden de woorden " in de bijlagen I en II " vervangen door de woorden " in de bijlagen I tot en met III ".
  2° § 2 wordt vervangen door wat volgt :
  " § 2. De personeelsleden belast met de vakken exploratie, expressie, psychomotorische oefeningen, sociale activiteiten of sportactiviteit worden bezoldigd op basis van het bekwaamheidsbewijs dat ze bezitten voor het vak waarmee die vakken worden gelijkgesteld.
  Indien het vak gelijkgesteld wordt met een van de vakken Latijn, klassieke studiën, antieke cultuur of Grieks, wordt het personeelslid dat het bekwaamheidsbewijs bezit vereist voor het onderwijs van die vakken, in de eerste graad bezoldigd op basis van weddenschaal nummer 301.
  De personeelsleden belast met uren die geen lesuren zijn worden bezoldigd op basis van het bekwaamheidsbewijs dat ze bezitten voor het vak waarmee die uren worden gelijkgesteld, ook indien de gelijkstelling gebeurt met Latijn, klassieke studiën, antieke cultuur of Grieks in de eerste graad. "

Art.10. In hetzelfde besluit wordt een artikel 16nonies ingevoegd dat luidt als volgt :
  " Art. 16nonies. § 1. Er worden overgangsmaatregelen toegekend aan de volgende personeelsleden :
  1° de personeelsleden die uiterlijk op 31 augustus 2002 vast benoemd zijn voor het algemeen vak psychologie, en/of sociologie en/of media;
  2° de personeelsleden die tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met het algemeen vak psychologie, het algemeen vak sociologie en/of het algemeen vak media in de loop van het schooljaar 2001-2002;
  3° de personeelsleden die uiterlijk op 1 september 2002 het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur hebben verworven voor het algemeen vak psychologie, het algemeen vak sociologie en/of het algemeen vak media.
  § 2. De personeelsleden, genoemd in § 1, die op basis van de reglementering die vóór 1 september 2002 van kracht was, organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak psychologie en/of voor het algemeen vak sociologie en/of voor het algemeen vak media in een bepaalde graad en/of onderwijsvorm, en die vanaf 1 september 2002 geen vereist bekwaamheidsbewijs hebben voor het algemeen vak cultuurwetenschappen in de betreffende graad en/of onderwijsvorm worden geacht in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak cultuurwetenschappen in de betreffende graad en/of onderwijsvorm.
  De personeelsleden, genoemd in § 1, die op basis van de reglementering die vóór 1 september 2002 van kracht was, organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak sociologie en/of voor het algemeen vak psychologie en/of voor het algemeen vak media in een bepaalde graad en/of onderwijsvorm, en die vanaf 1 september 2002 geen vereist bekwaamheidsbewijs hebben voor het algemeen vak gedragswetenschappen in de betreffende graad en/of onderwijsvorm worden geacht in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak gedragswetenschappen in de betreffende graad en/of onderwijsvorm.
  De personeelsleden, genoemd in § 1, die op basis van de reglementering die vóór 1 september 2002 van kracht was, organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak psychologie en/of voor het algemeen vak sociologie en/of voor het algemeen vak media in een bepaalde graad en/of onderwijsvorm, en die vanaf 1 september 2002 geen voldoend geacht bekwaamheidsbewijs hebben voor het algemeen vak cultuurwetenschappen in de betreffende graad en/of onderwijsvorm worden geacht in het bezit te zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak cultuurwetenschappen in de betreffende graad en/of onderwijsvorm.
  De personeelsleden, genoemd in § 1, die op basis van de reglementering die vóór 1 september 2002 van kracht was, organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak sociologie en/of voor het algemeen vak psychologie en/of voor het algemeen vak media in een bepaalde graad en/of onderwijsvorm, en vanaf 1 september 2002 geen voldoend geacht bekwaamheidsbewijs hebben voor het algemeen vak gedragswetenschappen in de betreffende graad en/of onderwijsvorm : zij worden geacht in het bezit te zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak gedragswetenschappen in de betreffende graad en/of onderwijsvorm.
  § 3. De overgangsmaatregelen, vermeld in § 2, worden toegekend op 1 september 2002, rekening houdend met de onderstaande bepalingen :
  1° De personeelsleden, genoemd in § 1, 1°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang ze in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd;
  2° de personeelsleden, genoemd in § 1, 2° en 3°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang zij ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. Voor de toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als een onderbreking beschouwd : de vakantieperioden, de loopbaanonderbreking, de militaire dienst, de perioden van wederoproeping, de ziekte- en bevallingsverloven, de borstvoedingsverloven, de verloven van korte duur met behoud van wedde(ntoelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard, alsook de verloven zonder behoud van wedde(ntoelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar, alsmede een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren. ".
  § 4. De algemene vakken sociologie, psychologie en media worden ambtshalve geconcordeerd naar de algemene vakken gedragswetenschappen en cultuurwetenschappen. ".

Art.11. In hetzelfde besluit wordt een 16decies ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Art. 16decies. § 1. Overgangsmaatregelen worden toegekend aan de volgende personeelsleden :
  1° de personeelsleden die uiterlijk op 31 augustus 2002 vast benoemd zijn voor het technisch en/of het praktisch vak sport;
  2° de personeelsleden die tijdelijk aangesteld of tijdelijk belast geweest zijn met het technisch en/of het praktisch vak sport in de loop van het schooljaar 2001-2002;
  3° de personeelsleden die uiterlijk op 1 september 2002 het recht op een tijdelijke aanstelling van doorlopende duur hebben verworven voor het vak sport.
  § 2. De personeelsleden, genoemd in § 1, die op basis van de reglementering die vóór 1 september 2002 van kracht was, organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het technisch en/of praktisch vak sport in een bepaalde graad en/of onderwijsvorm, en vanaf 1 september 2002 geen vereist bekwaamheidsbewijs hebben voor het algemeen vak sport in de betreffende graad en/of onderwijsvorm worden geacht in het bezit te zijn van een vereist bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak sport in de betreffende graad en/of onderwijsvorm.
  De personeelsleden, genoemd in § 1, die op basis van de reglementering die vóór 1 september 2002 van kracht was, organiek of via overgangsmaatregelen in het bezit waren van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het technisch en/of praktisch vak sport in een bepaalde graad en/of onderwijsvorm, en vanaf 1 september 2002 geen voldoend geacht bekwaamheidsbewijs hebben voor het algemeen vak sport in de betreffende graad en/of onderwijsvorm worden geacht in het bezit te zijn van een voldoend geacht bekwaamheidsbewijs voor het algemeen vak sport in de betreffende graad en/of onderwijsvorm.
  § 3. De overgangsmaatregelen, vermeld in § 2, worden toegekend op 1 september 2002 rekening houdend met de onderstaande bepalingen :
  1° De personeelsleden, genoemd in § 1, 1°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang ze in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd;
  2° de personeelsleden, genoemd in § 1, 2° en 3°, behouden deze overgangsmaatregelen zolang zij ononderbroken in dienst blijven in het onderwijs, het academisch onderwijs uitgezonderd, en gefinancierd of gesubsidieerd worden door de Vlaamse Gemeenschap. Voor de toepassing van deze bepaling worden de volgende perioden niet als een onderbreking beschouwd : de vakantieperioden, de loopbaanonderbreking, de militaire dienst, de perioden van wederoproeping, de ziekte- en bevallingsverloven, de borstvoedingsverloven, de verloven van korte duur met behoud van wedde(ntoelage) ter gelegenheid van sommige gebeurtenissen van familiale of sociale aard, alsook de verloven zonder behoud van wedde(ntoelage) voor een maximumduur van zes werkdagen per schooljaar, alsmede een onderbreking van een doorlopende periode van maximum twee kalenderjaren. ".
  § 4. Het technisch en het praktisch vak sport worden ambtshalve geconcordeerd naar het algemeen vak sport. ".

Art.12. In hetzelfde besluit wordt een artikel 17decies ingevoegd, dat luidt als volgt :
  "Art. 17decies. § 1. De personeelsleden genoemd in artikel 16nonies, genieten voor de algemene vakken gedragswetenschappen en cultuurwetenschappen de weddenschaal die hen op grond van de reglementering die gold vóór 1 september 2002 mocht worden verleend voor de algemene vakken sociologie, psychologie en/of media in de betreffende graad en onderwijsvorm, tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover zij beschikken recht geeft op een hogere weddenschaal. "

Art.13. In hetzelfde besluit wordt een artikel 17undecies ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " Art. 17undecies. De personeelsleden, genoemd in artikel 16decies, genieten voor het algemeen vak sport de weddenschaal die hen op grond van de reglementering die gold vóór 1 september 2002 werd toegekend voor het technisch en/of het praktisch vak sport in de betreffende graad en/of onderwijsvorm, tenzij het bekwaamheidsbewijs waarover zij beschikken recht geeft op een hogere weddenschaal. "

Art.14. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 19. Voor de basisdiploma's, uitgereikt in het onderwijs voor sociale promotie of door een centrum voor volwassenenonderwijs, moet de onderwijscyclus ten minste 900 lestijden hebben omvat. Voor de normaalleergangen, de pedagogische leergangen, het pedagogisch hoger onderwijs van het korte type voor sociale promotie, het pedagogisch hoger onderwijs voor sociale promotie en voor de pedagogische getuigschriften, uitgereikt door een centrum voor volwassenenonderwijs, moet de onderwijscyclus ten minste 450 lestijden hebben omvat. "

Art.15. Artikel 21bis van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 1999 wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 21bis. § 1. In de bijlage I bij dit besluit wordt in de kolom " code d.d. " bedoeld met :
  1° 1 : vanaf 1 september 1989;
  2° 2 : vanaf 1 september 1989, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1989 tot en met 31 augustus 1991 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
  3° 3 : van 1 september 1989 tot en met 31 augustus 1992;
  4° 4 : vanaf 1 september 1990;
  5° 5 : vanaf 1 september 1989, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1989 tot en met 31 december 1994 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
  6° 6 : vanaf 1 januari 1994;
  7° 7 : van 1 september 1989 tot en met 31 december 1994;
  8° 8 : vanaf 1 september 1996, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1996 tot en met 19 april 1998 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
  9° 9 : vanaf 1 januari 1995;
  10° 10 : vanaf 1 september 1989, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1989 tot en met 31 augustus 1997 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
  11° 11 : vanaf 1 september 1997;
  12° 12 : vanaf 1 september 1996, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1996 tot en met 31 augustus 1997 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
  13° 13 : vanaf 1 september 1999;
  14° 14 : vanaf 1 september 1998;
  15° 15 : vanaf 1 september 1998, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1998 tot en met 31 augustus 1999 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling;
  16° 16 : vanaf 1 september 2000;
  17° 17 : van 1 september 1997 tot en met 31 augustus 2001;
  18° 18 : van 1 september 2000 tot en met 31 augustus 2001;
  19° 19 : vanaf 1 september 2001.
  § 2. In de bijlage I worden volgende bekwaamheidsbewijzen toegevoegd als voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor AV muzikale opvoeding, voor AV plastische opvoeding en voor AV artistieke opvoeding :
  1. in de 1ste graad :
  - GLSO voor de algemene vakken, met ingang van 1 september 2000 zonder gevolgd tot 31 augustus 2002, met weddenschaalcode 301;
  - GVSO-groep 1 voor de algemene vakken, met ingang van 1 september 2000 zonder gevolg tot 31 augustus 2002, met weddenschaalcode 301;
  2. in de 2e graad BSO :
  - HOKT + BPB en GLSO, met ingang van 1 september 1999, met weddenschaalcode 301;
  - GVSO-groep 1, met ingang van 1 september 2000, met weddenschaalcode 301;
  3. in de 2e graad ASO-TSO-KSO en in de 3e en 4e graad BSO :
  - HOKT + BPB en GLSO, met ingang van 1 september 1999, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1999 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling, met weddenschaalcode 301;
  - GVSO-groep 1, met ingang van 1 september 2000, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2000 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling, met weddenschaalcode 301.
  § 3. De bekwaamheidsbewijzen en weddenschalen, vermeld in bijlage II bij dit besluit, gaan in op 1 september 2002, met uitzondering van de bekwaamheidsbewijzen voorafgegaan door code d.d. 1, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 1996.
  § 4. In de bijlage II worden volgende bekwaamheidsbewijzen toegevoegd als voldoende geacht bekwaamheidsbewijs voor het AV muzikale opvoeding :
  1. in de 1ste graad :
  - GLSO voor de algemene vakken, GVSO-groep 1 voor de algemene vakken, kleuteronderwijzer en onderwijzer, met de beperking evenwel dat hieruit voor de periode van 1 september 2002 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling, met weddenschaalcode 301;
  2. in de 2de graad BSO en in de 2e graad ASO-TSO-KSO en in de 3e en 4e graad BSO :
  - HOKT + BPB, GLSO en GVSO-groep 1, kleuteronderwijzer, onderwijzer en ten minste HOKT + BPB, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2002 tot en met 31 augustus 2003 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot bezoldiging en terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, reaffectatie en wedertewerkstelling, met weddenschaalcode 301.
  § 5. De bekwaamheidsbewijzen en weddenschalen, vermeld in de bijlage III bij dit besluit, treden in werking op 1 september 2003. "

Art.16. In hetzelfde besluit worden de bijlagen I tot en met VIII vervangen door de bijlagen I tot en met III, gevoegd bij dit besluit.

Art.17. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2002, met uitzondering van :
  1° artikel 4, 18°, 19°, 28° en 29°, en artikel 9, 2° die uitwerking hebben met ingang van 1 september 1989;
  2° artikel 4, 21°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 1995;
  3° artikel 4, 5°, 3°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 1998;
  4° artikel 4, 5°, 1°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 september 1998 met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 1998 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging, het bepalen van de puntenlast en de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling;
  5° artikel 4, 8° en 9°, artikel 6, 2°, en artikel 14, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2000;
  6° artikel 4, 10°, 13°, 17°, 22°, 23°, 24°, 25° en 26°, die uitwerking hebben met ingang van 1 september 2001, met de beperking evenwel dat hieruit tijdens de periode van 1 september 2001 tot en met 31 augustus 2002 geen gevolgen kunnen voortvloeien voor de personeelsleden en de inrichtende machten met betrekking tot de bezoldiging, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie en de wedertewerkstelling.

Art.18. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 28 november 2003.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  B. SOMERS
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
  M. VANDERPOORTEN

BIJLAGEN.
Art. N. Bijlagen.
  (Bijlagen niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 29-11-2004, p. 78308-80136).
  Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2003 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs.
  Brussel, 28 november 2003.
  De minister-president van de Vlaamse Regering,
  B. SOMERS
  De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
  M. VANDERPOORTEN.