Artikels:
Hoofdstuk I. [1 - Algemene bepalingen]1
----------
(1)
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het gewoon en buitengewoon basisonderwijs, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.
Art.2.[1 Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° decreet : het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997;
2° teldag : dag waarop de leerlingen, met toepassing van het decreet moeten worden geteld;
3° telperiode : periode gedurende dewelke leerlingen, met toepassing van het decreet moeten worden geteld.]1
----------
(1)<BVR 2008-09-05/39, art. 1, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2008>
Hoofdstuk II. [1 - Puntenenveloppe ter ondersteuning van de werking van de scholengemeenschap]1
----------
(1)
Art.3.§ 1. Met toepassing van artikel 125duodecies, § 1, van het decreet wordt aan elke scholengemeenschap een puntenenveloppe ter ondersteuning van de werking toegekend.
§ 2. De middelen worden toegekend op basis van het gewogen aantal leerlingen per scholengemeenschap, berekend volgens de bepalingen in artikel 125duodecies van het decreet en artikel 4 van dit besluit.
§ 3. [1 De puntenenveloppe ter ondersteuning van de werking van de scholengemeenschap wordt toegekend aan de scholengemeenschap volgens de hieronder vermelde tabel :
Aantal gewogen leerlingen | Punten |
900-1 349 | 66 |
1 350-1 799 | 91 |
1 800-2 699 | 126 |
2 700-3 599 | 192 |
3 600-4 499 | 252 |
4 500-5 399 | 312 |
Vanaf 5 400 | 372 |
]1
§ 4. (...). <BVR 2005-09-30/52, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
----------
(1)<BVR 2011-07-15/37, art. 1, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2011>
Art.4.[1 Met toepassing van artikel 125septies, § 2, 3°, en 125duodecies, § 2, 3°, van het decreet worden, bij het tellen van de leerlingen om te voldoen aan de norm van scholengemeenschap en voor de puntenenveloppe ter ondersteuning van de werking van de scholengemeenschap, de volgende coëfficiënten toegepast:
1° de coëfficiënt 1,2 wordt toegepast op leerlingen van de scholen die in een gemeente liggen met een bevolkingsdichtheid van minder dan 200 inwoners per km2;
2° de coëfficiënt 2,1 wordt toegepast op leerlingen van:
a) een school voor buitengewoon basisonderwijs type 5;
b) [2 ...]2;
c) een school voor buitengewoon basisonderwijs met een semi-internaat van het gemeenschapsonderwijs als vermeld in het koninklijk besluit van 21 augustus 1978 houdende organisatie van de semi-internaten in het buitengewoon onderwijs van de Staat en tot vaststelling van de personeelsnormen;
d) een school voor buitengewoon basisonderwijs met 850 of meer gewogen leerlingen;
3° de coëfficiënt 1,9 wordt toegepast op leerlingen van scholen voor buitengewoon basisonderwijs die geen leerlingen zijn als de leerlingen, vermeld in punt 2°.
Voor de weging van de leerlingen, vermeld in het eerste lid, 2°, d), gelden de volgende coëfficiënten:
Coëfficiënt | Leerlingen |
| |
3 | die in het schooljaar 2014-2015 in het kader van geïntegreerd onderwijs begeleid zijn door een school die minstens 10 leerlingen begeleidde Er wordt per school telkens gekeken naar het aantal GON-leerlingen op de eerste schooldag van oktober van 2014. |
5 | type basisaanbod, type 1 en type 8 |
7,1 | type 3 en type 9 |
8,1 | type 6 |
8,9 | type 2 en type 7 |
10 | type 4 |
.]1
----------
(1)<BVR 2018-09-07/08, art. 10, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2018>
(2)<BVR 2024-06-21/34, art. 18, 014; Inwerkingtreding : 01-09-2024>
Art. 4bis. <Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/52, art. 2; Inwerkingtreding : 01-09-2005> § 1. Met de puntenenveloppe verkregen overeenkomstig artikel 3, § 3, van dit besluit en/of de punten die conform artikel 153sexies, § 4, van het decreet vrij aangewend kunnen worden voor de ondersteuning van de scholengemeenschap, kunnen er maximaal één voltijdse betrekking of twee halftijdse betrekkingen in het ambt van directeur basisonderwijs worden ingericht. Deze directeur wordt belast met een coördinerende opdracht voor de scholengemeenschap.
§ 2. Indien een betrekking in het ambt van directeur basisonderwijs voltijds wordt ingericht worden er 120 punten in rekening gebracht en indien een betrekking in het ambt van directeur basisonderwijs halftijds wordt ingericht worden er 60 punten in rekening gebracht.
§ 3. De puntenenveloppe verkregen overeenkomstig artikel 3, § 3, van dit besluit en/of de punten die conform artikel 153sexies, § 4, van het decreet vrij aangewend kunnen worden, kunnen in het gemeenschapsonderwijs worden aangewend om een betrekking van algemeen directeur in te richten in de scholengroep. "
Art. 4ter.<Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/52, art. 3; Inwerkingtreding : 01-09-2005>§ 1. Uit de puntenenveloppe verkregen volgens artikel 3, § 3, van dit besluit en/of de punten die conform artikel 153sexies, § 4, van het decreet vrij aangewend kunnen worden voor de ondersteuning van de scholengemeenschap kunnen de volgende ambten worden ingericht :
1° het ambt van zorgcoördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;
2° het ambt van ICT-coördinator uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel;
3° het ambt van administratief medewerker uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.
[1 4° het ambt van beleidsondersteuner uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.]1
[2 5° het ambt van adjunct-directeur uit de categorie beleids- en ondersteunend personeel.]2
§ 2. Uit de puntenenveloppe verkregen volgens artikel 3, § 3, en/of de punten die conform artikel 153sexies, § 4, van het decreet vrij aangewend kunnen worden voor de ondersteuning van de scholengemeenschap kunnen eveneens personeelsleden worden aangesteld die een beleidsondersteunende functie uitoefenen ten behoeve van de scholengemeenschap. Deze personeelsleden kunnen worden aangesteld in één van de ambten vermeld in § 1, of in de wervingsambten van kleuteronderwijzer, onderwijzer, kleuteronderwijzer ASV en onderwijzer ASV.
De aanstelling in één van deze ambten doet geen afbreuk aan de bepaling dat de betrokken personeelsleden alleen kunnen worden ingezet in een beleidsondersteunende functie ten behoeve van de scholengemeenschap; ze worden vrijgesteld van hun schoolopdracht.
----------
(1)<BVR 2022-04-22/17, art. 35, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
(2)<BVR 2023-09-15/35, art. 38, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Hoofdstuk III. [1 - Puntenenveloppe voor het voeren van een zorgbeleid]1
----------
(1)
Art. 4ter1. <Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 1, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art. 4ter2. <Opgeheven bij BVR 2021-07-09/14, art. 4, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Hoofdstuk IV. [1 - Van punten naar betrekkingen]1
----------
(1)
Art. 4quater.<Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/52, art. 4; Inwerkingtreding : 01-09-2005> § 1. De omrekening van punten naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse betrekkingen [1 in de ambten van zorg-coördinator en beleidsondersteuner]1 gebeurt als volgt :
1° indien een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 148 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 85 punten in rekening gebracht;
2° indien een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 501 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 126 punten in rekening gebracht;
3° de som van het aantal punten van de betrekkingen die per opleidingsniveau en ambt worden ingericht, bedraagt nooit meer dan het aantal punten dat vereist is voor een betrekking die bestaat uit de som van de uren die in het betrokken ambt en opleidingsniveau worden ingericht.
Voor de aanwending in uren wordt de toegekende puntenenveloppe omgezet volgens de onderstaande tabel :
Puntenwaarde | 85 | 126 |
- | - | - |
Aantal uren | Punten | Punten |
- | - | - |
1 | 2 | 4 |
2 | 5 | 7 |
3 | 7 | 11 |
4 | 9 | 14 |
5 | 12 | 18 |
6 | 14 | 21 |
7 | 17 | 25 |
8 | 19 | 28 |
9 | 21 | 32 |
10 | 24 | 35 |
11 | 26 | 39 |
12 | 28 | 42 |
13 | 31 | 46 |
14 | 33 | 49 |
15 | 35 | 53 |
16 | 38 | 56 |
17 | 40 | 60 |
18 | 42 | 63 |
19 | 45 | 67 |
20 | 47 | 70 |
21 | 50 | 74 |
22 | 52 | 77 |
23 | 54 | 81 |
24 | 57 | 84 |
25 | 59 | 88 |
26 | 61 | 91 |
27 | 64 | 95 |
28 | 66 | 98 |
29 | 68 | 102 |
30 | 71 | 105 |
31 | 73 | 109 |
32 | 76 | 112 |
33 | 78 | 116 |
34 | 80 | 119 |
35 | 83 | 123 |
36 | 85 | 126 |
----------
(1)<BVR 2022-04-22/17, art. 36, 012; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
Art. 4quinquies.[1 De omrekening van punten naar gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen in het ambt van ICT-coördinator gebeurt conform artikel 6, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 betreffende ICT-coördinatie in het onderwijs.]1
----------
(1)<BVR 2021-09-03/19, art. 21, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2021>
Art. 4sexies. <Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/52, art. 6; Inwerkingtreding : 01-09-2005> De omrekening van punten naar de gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen in het ambt van administratief medewerker gebeurt als volgt :
1° indien een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 202/203 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 63 punten in rekening gebracht;
2° indien een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 158 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 82 punten in rekening gebracht;
3° indien een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 542 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 120 punten in rekening gebracht;
4° indien een betrekking wordt ingenomen door een personeelslid dat ingevolge een beslissing van de administratieve gezondheidsdienst ter beschikking is gesteld wegens ontstentenis van betrekking en wedertewerkgesteld wordt als administratieve medewerker, worden voor een voltijdse betrekking 63 punten in rekening gebracht;
5° de som van het aantal punten van de betrekkingen die per opleidingsniveau en ambt worden ingericht, bedraagt nooit meer dan het aantal punten dat vereist is voor een betrekking die bestaat uit de som van de uren die in het betrokken ambt en opleidingsniveau worden ingericht.
Voor de aanwending in uren wordt de toegekende puntenenveloppe omgezet volgens de onderstaande tabel :
Puntenwaarde | 63 | 82 | 120 |
- | - | - | - |
Aantal uren | Punten | Punten | Punten |
- | - | - | - |
1 | 2 | 2 | 3 |
2 | 4 | 5 | 7 |
3 | 5 | 7 | 10 |
4 | 7 | 9 | 13 |
5 | 9 | 11 | 17 |
6 | 11 | 14 | 20 |
7 | 12 | 16 | 23 |
8 | 14 | 18 | 27 |
9 | 16 | 21 | 30 |
10 | 18 | 23 | 33 |
11 | 19 | 25 | 37 |
12 | 21 | 27 | 40 |
13 | 23 | 30 | 43 |
14 | 25 | 32 | 47 |
15 | 26 | 34 | 50 |
16 | 28 | 36 | 53 |
17 | 30 | 39 | 57 |
18 | 32 | 41 | 60 |
19 | 33 | 43 | 63 |
20 | 35 | 46 | 67 |
21 | 37 | 48 | 70 |
22 | 39 | 50 | 73 |
23 | 40 | 52 | 77 |
24 | 42 | 55 | 80 |
25 | 44 | 57 | 83 |
26 | 46 | 59 | 87 |
27 | 47 | 62 | 90 |
28 | 49 | 64 | 93 |
29 | 51 | 66 | 97 |
30 | 53 | 68 | 100 |
31 | 54 | 71 | 103 |
32 | 56 | 73 | 107 |
33 | 58 | 75 | 110 |
34 | 60 | 77 | 113 |
35 | 61 | 80 | 117 |
36 | 63 | 82 | 120 |
Art. 4septies. <Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/52, art. 7; Inwerkingtreding : 01-09-2005> Voor de omrekening van punten naar gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse betrekkingen in de wervingsambten van kleuteronderwijzer en onderwijzer in het gewoon basisonderwijs vermeld in artikel 4ter, § 2, wordt voor een voltijdse betrekking 85 punten in rekening gebracht.
De som van het aantal punten van de betrekkingen die per opleidingsniveau en ambt worden ingericht, bedraagt nooit meer dan het aantal punten dat vereist is voor een betrekking die bestaat uit de som van de uren die in het betrokken ambt en opleidingsniveau worden ingericht.
Voor de aanwending in uren wordt de toegekende puntenenveloppe omgezet volgens de onderstaande tabel :
Waarde van de teller | 85 punten |
van de opdrachtbreuk | |
- | - |
1 | 4 |
2 | 7 |
3 | 11 |
4 | 14 |
5 | 18 |
6 | 21 |
7 | 25 |
8 | 28 |
9 | 32 |
10 | 35 |
11 | 39 |
12 | 43 |
13 | 46 |
14 | 50 |
15 | 53 |
16 | 57 |
17 | 60 |
18 | 64 |
19 | 67 |
20 | 71 |
21 | 74 |
22 | 78 |
23 | 81 |
24 | 85 |
Art. 4octies.<Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/52, art. 8; Inwerkingtreding : 01-09-2005> Voor de omrekening van punten naar gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse betrekkingen in de wervingsambten van kleuteronderwijzer ASV en onderwijzer ASV in het buitengewoon basisonderwijs vermeld in artikel 4ter, § 2, wordt voor een voltijdse betrekking 85 punten in rekening gebracht.
De som van het aantal punten van de betrekkingen die per opleidingsniveau en ambt worden ingericht, bedraagt nooit meer dan het aantal punten dat vereist is voor een betrekking die bestaat uit de som van de uren die in het betrokken ambt en opleidingsniveau worden ingericht.
Voor de aanwending in uren wordt de toegekende puntenenveloppe omgezet volgens de onderstaande tabel :
Waarde van de teller | 85 weddenschaal |
van de opdrachtbreuk | 148,141 |
- | - |
Lestijden | punten |
- | - |
1 | 4 |
2 | 8 |
3 | 12 |
4 | 15 |
5 | 19 |
6 | 23 |
7 | 27 |
8 | 31 |
9 | 35 |
10 | 39 |
11 | 43 |
12 | 46 |
13 | 50 |
14 | 54 |
15 | 58 |
16 | 62 |
17 | 66 |
18 | 70 |
19 | 73 |
20 | 77 |
21 | 81 |
22 | 85 |
Art. 4novies. [1 § 1. Punten worden op de volgende wijze omgerekend naar de gefinancierde of gesubsidieerde voltijdse betrekkingen in het ambt van adjunct-directeur:
1° als een betrekking wordt ingericht die de weddenschaal 413 genereert, wordt voor een voltijdse betrekking 100 punten in rekening gebracht;
2° de som van het aantal punten van de betrekkingen die per opleidingsniveau en ambt worden ingericht, bedraagt nooit meer dan het aantal punten dat vereist is voor een betrekking die bestaat uit de som van de uren die in het ambt en opleidingsniveau in kwestie worden ingericht.
Voor de aanwending in uren wordt de toegekende puntenenveloppe omgezet conform de volgende tabel:
puntenwaarde | 100 |
aantal uren | punten |
1 | 3 |
2 | 6 |
3 | 8 |
4 | 11 |
5 | 14 |
6 | 17 |
7 | 19 |
8 | 22 |
9 | 25 |
10 | 28 |
11 | 31 |
12 | 33 |
13 | 36 |
14 | 39 |
15 | 42 |
16 | 44 |
17 | 47 |
18 | 50 |
19 | 53 |
20 | 56 |
21 | 58 |
22 | 61 |
23 | 64 |
24 | 67 |
25 | 69 |
26 | 72 |
27 | 75 |
28 | 78 |
29 | 81 |
30 | 83 |
31 | 86 |
32 | 89 |
33 | 92 |
34 | 94 |
35 | 97 |
36 | 100 |
.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BVR 2023-09-15/35, art. 39, 013; Inwerkingtreding : 01-09-2023>
Hoofdstuk V. [1 - Inwerkingtredingsbepalingen]1
----------
(1)
Art.5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2003.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.