17 FEBRUARI 2004. - Ministerieel besluit houdende de tijdelijke erkenning van de procedure voor dopingcontrole van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC) in het kader van de medisch verantwoorde sportbeoefening.
Art. 1-3
Artikel 1. De procedure van monsterneming van urinestalen voor dopingcontroles, uitgevoerd overeenkomstig de reglementering van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC), wordt erkend als gelijkwaardig aan de bepalingen in het besluit van de Vlaamse regering van 23 oktober 1991 houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening.
De gelijkwaardigheid, bedoeld in het eerste lid, geldt enkel voor de monsternemingen die uitgevoerd worden bij de gepreselecteerde atleten die zich voorbereiden op de komende Olympische en Paraolympische Spelen in Athene 2004.
Art.2. De dopingcontrole wordt uitgevoerd door een controlearts die erkend is door de Vlaamse minister, bevoegd voor de Dopingcontrole en de Medische Sportcontrole.
De analyse van de monsters geschiedt door een controlelaboratorium dat erkend is door de Vlaamse minister, bevoegd voor de Dopingcontrole en de Medische Sportcontrole.
Een kopie van elk proces-verbaal van monsterneming, met vermelding van de gebruikte codes, moet onmiddellijk na de dopingcontrole gestuurd worden naar de administratie Gezondheidszorg van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Een kopie van elk analyseverslag van het erkende laboratorium moet binnen acht dagen na de opmaak van het analyseverslag gestuurd worden naar de administratie Gezondheidszorg van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking op 17 februari 2004.
Brussel, 17 februari 2004.
M. KEULEN.