2 OKTOBER 2003. - Ministerieel besluit houdende vaststelling van de procedure tot subsidiëring van bedrijventerreinen, wetenschapsparken en bedrijfsgebouwen. (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 17-07-2006 en tekstbijwerking tot 27-02-2007)
Afdeling I. - Definities.
Art. 1
Afdeling II. - Algemene bepalingen.
Art. 2
Afdeling III. - Bedrijventerreinen en wetenschapsparken.
Onderafdeling I. - Principiële subsidie.
Art. 3
Onderafdeling II. - Definitieve subsidie.
Art. 4
Onderafdeling III. - Voorschotten.
Art. 5
Onderafdeling IV. - Meerwerken.
Art. 6
Onderafdeling V. - Eindafrekening.
Art. 7
Afdeling IV. - Bedrijfsgebouwen.
Onderafdeling I. - Subsidie.
Art. 8-9
Onderafdeling II. - Voorschot.
Art. 10-11
Onderafdeling III. - Saldo.
Art. 12-14
Afdeling I. - Definities.
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :
1° (het hoofd van het Agentschap Economie : de leidend ambtenaar van het Agentschap Economie, zoals gedefinieerd in punt 2°;) <MB 2007-01-19/40, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
2° (het Agentschap Economie : intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid dat behoort tot het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie;) <MB 2007-01-19/40, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Afdeling II. - Algemene bepalingen.
Art.2. Alle communicatie- en infodragers in verband met een gesubsidieerd bedrijventerrein of bedrijfsgebouw dienen het logo van de Vlaamse Gemeenschap, het actieplan Ondernemen en het opschrift "Met de steun van de Vlaamse regering" te vermelden.
Afdeling III. - Bedrijventerreinen en wetenschapsparken.
Onderafdeling I. - Principiële subsidie.
Art.3. <MB 2007-01-19/40, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006> § 1. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum van de aanvraag tot principiële subsidie deelt het Agentschap Economie aan de indiener mee dat de aanvraag volledig is en wordt het technische advies gevraagd aan de bevoegde entiteit binnen het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed. Die entiteit verleent uiterlijk de dertigste werkdag na de datum van de adviesaanvraag haar advies, zo niet wordt het advies als gunstig beschouwd.
§ 2. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt het Agentschap Economie aan de aanvrager mee dat zijn aanvraag tot principiële subsidie onvolledig is, met opsomming van de redenen en de gewenste aanvullingen. Zodra het Agentschap Economie het antwoord heeft ontvangen, wordt toepassing gemaakt van § 1. Als binnen die termijn geen bericht wordt verzonden, wordt de aanvraag als volledig beschouwd.
§ 3. Uiterlijk tien werkdagen na de ontvangstdatum van het ongunstige advies van de bevoegde entiteit binnen het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of van fundamentele opmerkingen die een aanpassing van een of meer documenten vereisen, stuurt het Agentschap Economie het aanvraagdossier of de desbetreffende stukken terug naar de aanvrager, met opsomming van de redenen voor het ongunstige advies of van de gewenste aanvullingen.
Bij de ontvangst van het aangepaste aanvraagdossier of van de gewenste aanvullingen wordt zo nodig opnieuw toepassing gemaakt van § 1.
§ 4. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangst van het gunstige advies of na het verstrijken van de termijn van dertig werkdagen, vermeld in § 1, bezorgt het Agentschap Economie een voorstel aan de Inspectie van Financiën over de principiële subsidie en de voorwaarden waaronder ze wordt verleend.
§ 5. Na de ontvangst van het advies van de Inspectie van Financiën beslist het hoofd van het Agentschap Economie over de principiële subsidie. Als er toepassing wordt gemaakt van artikel 6, § 2, of van artikel 42, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2003 houdende subsidiëring van bedrijventerreinen, wetenschapsparken en bedrijfsgebouwen, dan beslist de Vlaamse Regering over de principiële subsidie.
§ 6. Uiterlijk tien werkdagen na de beslissing van het hoofd van het Agentschap Economie of de regeringsbeslissing wordt eventueel de opdracht tot vastlegging van de subsidie gegeven en wordt aan de aanvrager meegedeeld of de aanvraag tot principiële subsidie aanvaard werd, met eventueel de opgave van de berekeningswijze en van de voorwaarden.
§ 7. De gunningsprocedure mag niet ingezet worden voor de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in § 6. Anders wordt dit vastgelegde subsidiebedrag ambtshalve geschrapt.
Onderafdeling II. - Definitieve subsidie.
Art.4. <MB 2007-01-19/40, art. 9, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006> § 1. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt het Agentschap Economie aan de indiener mee dat de aanvraag tot definitieve subsidie volledig is.
§ 2. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt het Agentschap Economie aan de indiener mee dat de aanvraag tot definitieve subsidie onvolledig is, met opsomming van de redenen en de gewenste aanvullingen. Na de ontvangstdatum van het antwoord wordt opnieuw toepassing gemaakt van § 1.
Als binnen vijftien werkdagen geen bericht wordt verzonden, wordt de aanvraag als volledig beschouwd.
§ 3. Uiterlijk vijftien werkdagen na het verstrijken van de termijn van vijftien werkdagen, vermeld in § 1, bezorgt het Agentschap Economie een voorstel aan de Inspectie van Financiën over de definitieve subsidie en de voorwaarden waaronder ze wordt verleend.
§ 4. Na de ontvangst van het advies van de Inspectie van Financiën beslist het hoofd van het Agentschap Economie over de definitieve subsidie.
§ 5. Uiterlijk tien werkdagen na de ontvangst van de beslissing van het hoofd van het Agentschap Economie wordt eventueel de opdracht tot een extra vastlegging of een vastleggingsvermindering gegeven en wordt aan de aanvrager meegedeeld of de definitieve subsidie al dan niet wordt toegekend, met eventueel de opgave van de berekeningswijze van de subsidie en van de voorwaarden.
§ 6. De werken mogen niet gegund worden voor de ontvangst van de kennisgeving, vermeld in § 5, anders wordt het vastgelegde subsidiebedrag ambtshalve geschrapt.
Onderafdeling III. - Voorschotten.
Art.5. § 1. (Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt het Agentschap Economie aan de indiener mee dat de aanvraag tot uitbetaling van het voorschot volledig is.) <MB 2007-01-19/40, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
§ 2. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt (het Agentschap Economie) aan de indiener mee dat de aanvraag tot uitbetaling van het voorschot onvolledig is met vermelding van de redenen en de gewenste aanvullingen. Na ontvangstdatum van het antwoord wordt opnieuw toepassing gemaakt van § 1. <MB 2007-01-19/40, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Wordt binnen deze termijn geen bericht verzonden, dan wordt de aanvraag tot uitbetaling van het voorschot als volledig beschouwd.
§ 3. (geschrapt) <MB 2007-01-19/40, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
§ 4. Uiterlijk tien werkdagen na het verstrijken van de termijn van vijftien werkdagen vermeld onder § 1, geeft de administratie opdracht tot uitbetaling van het voorschot.
Onderafdeling IV. - Meerwerken.
Art.6. § 1. (Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt het Agentschap Economie aan de indiener mee dat de aanvraag tot definitieve subsidie van de meerwerken volledig is.) <MB 2007-01-19/40, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
§ 2. Uiterlijk vijftien werkdagen na ontvangstdatum deelt (het Agentschap Economie) de onvolledigheid van de aanvraag tot definitieve subsidie van de meerwerken mee aan de indiener met opsomming van de redenen en de gewenste aanvullingen. Na ontvangstdatum van het antwoord wordt opnieuw toepassing gemaakt van § 1. <MB 2007-01-19/40, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Wordt binnen de tien werkdagen geen bericht verzonden, dan wordt de aanvraag als volledig beschouwd.
§ 3. (geschrapt) <MB 2007-01-19/40, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
§ 4. (Uiterlijk vijftien werkdagen na het verstrijken van de termijn van vijftien werkdagen, vermeld in § 1, bezorgt het Agentschap Economie een voorstel aan de Inspectie van Financiën over de definitieve subsidie van de meerwerken en de voorwaarden waaronder deze subsidie wordt verleend.) <MB 2007-01-19/40, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
§ 5. Na ontvangst van het advies van de Inspectie van Financiën beslist de minister over de definitieve subsidie.
§ 6. (Uiterlijk vijftien werkdagen na de beslissing van het hoofd van het Agentschap Economie wordt eventueel de opdracht gegeven tot een extra vastlegging of een vastleggingsvermindering en wordt aan de aanvrager meegedeeld of de definitieve subsidie van de extra werken al dan niet wordt toegekend, met eventueel de opgave van de berekeningswijze van de subsidie en van de voorwaarden.) <MB 2007-01-19/40, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
§ 7. Op straffe van ambtshalve schrapping van het vastgelegd subsidiebedrag mogen de werken niet gegund worden vóór ontvangst van de kennisgeving vermeld in § 6.
Onderafdeling V. - Eindafrekening.
Art.7. § 1. (Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt het Agentschap Economie aan de indiener mee dat de aanvraag volledig is.) <MB 2007-01-19/40, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
§ 2. Uiterlijk vijftien werkdagen na ontvangstdatum deelt (het Agentschap Economie) aan de indiener mee dat de aanvraag tot uitbetaling van het saldo onvolledig is met vermelding van de redenen en de gewenste aanvullingen. Na ontvangst van het antwoord wordt opnieuw toepassing gemaakt van § 1. <MB 2007-01-19/40, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Wordt binnen deze termijn geen bericht verzonden, dan wordt de aanvraag tot uitbetaling van het saldo als volledig beschouwd.
§ 3. (geschrapt) <MB 2007-01-19/40, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
§ 4. Uiterlijk tien werkdagen na het verstrijken van de termijn van vijftien werkdagen vermeld in § 1 geeft (het Agentschap Economie) opdracht tot uitbetaling van het saldo. <MB 2007-01-19/40, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Afdeling IV. - Bedrijfsgebouwen.
Onderafdeling I. - Subsidie.
Art.8. <MB 2007-01-19/40, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006> § 1. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt het Agentschap Economie aan de indiener mee dat de aanvraag tot subsidie volledig is en bezorgt het een voorstel aan de Inspectie van Financiën over de subsidie en de voorwaarden waaronder ze wordt verleend.
§ 2. Na de ontvangst van het advies van de Inspectie van Financiën beslist het hoofd van het Agentschap Economie over de subsidie.
§ 3. Uiterlijk tien werkdagen na de beslissing van het hoofd van het Agentschap Economie wordt eventueel opdracht gegeven tot vastlegging van de subsidie en wordt aan de aanvrager meegedeeld of de aanvraag tot subsidie aanvaard werd, met eventueel de opgave van de berekeningswijze en de voorwaarden.
Art.9. § 1. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt (het Agentschap Economie) aan de indiener mee dat de aanvraag tot subsidie onvolledig is met de opsomming van redenen en de gewenste aanvullingen. <MB 2007-01-19/40, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Wordt binnen deze termijn geen bericht verzonden, dan wordt de aanvraag tot subsidie als volledig beschouwd.
§ 2. Na ontvangst van het aangepast aanvraagdossier of van de gewenste aanvullingen wordt toepassing gemaakt van artikel 8.
Onderafdeling II. - Voorschot.
Art.10. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt (het Agentschap Economie) aan de indiener mee dat de aanvraag tot uitbetaling van het voorschot volledig is en geeft zij opdracht tot uitbetaling van het voorschot. <MB 2007-01-19/40, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Art.11. § 1. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt (het Agentschap Economie) aan de indiener mee dat de aanvraag tot uitbetaling van het voorschot onvolledig is met de opsomming van redenen en de gewenste aanvullingen. <MB 2007-01-19/40, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Wordt binnen deze termijn geen bericht verzonden, dan wordt de aanvraag tot uitbetaling van het voorschot als volledig beschouwd.
§ 2. Na ontvangst van het aangepast aanvraagdossier of van de gewenste aanvullingen wordt toepassing gemaakt van artikel 10.
Onderafdeling III. - Saldo.
Art.12. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt (het Agentschap Economie) aan de indiener mee dat de aanvraag tot uitbetaling van het saldo volledig is en geeft zij opdracht tot uitbetaling van het saldo. <MB 2007-01-19/40, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Art.13. § 1. Uiterlijk vijftien werkdagen na de ontvangstdatum deelt (het Agentschap Economie) aan de indiener mee dat de aanvraag tot uitbetaling van het saldo onvolledig is met de opsomming van redenen en de gewenste aanvullingen. <MB 2007-01-19/40, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 20-07-2006>
Wordt binnen deze termijn geen bericht verzonden, dan wordt de aanvraag tot uitbetaling van het saldo als volledig beschouwd.
§ 2. Na ontvangst van het aangepast aanvraagdossier of van de gewenste aanvullingen wordt toepassing gemaakt van artikel 12.
Art. 14. Dit besluit treedt in werking op de datum van ondertekening ervan.
Brussel, 2 oktober 2003.
P. CEYSENS.