Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

10 NOVEMBER 2004. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 7 december 2001 tot vaststelling van de situaties die recht geven op voorkeurrechten bij de indiening van een aanvraag voor een sociale woning.



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2001031476 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In de Nederlandse tekst van artikel 3, eerste lid, van het ministerieel besluit van 7 december 2001 tot vaststelling van de situaties die recht geven op voorkeurrechten bij de indiening van een aanvraag voor een sociale woning, wordt het woord " prioriteitspunten " vervangen door het woord " voorkeurrechten ".

Art.2. Artikel 5 van het ministerieel besluit van 7 december 2001 tot vaststelling van de situaties die recht geven op voorkeurrechten bij de indiening van een aanvraag voor een sociale woning wordt vervangen als volgt :
  " Art. 5. De persoon die een woning verlaat die door de bevoegde overheid ongezond werd verklaard, heeft recht op vijf voorkeurrechten als hij één van de volgende documenten kan voorleggen :
  - een afschrift van een besluit van ongezondheid, in verband met de staat van de woning, genomen door de burgemeester in toepassing van artikel 135 van de gemeentewet
  of
  - een afschrift van een beslissing genomen door de Gewestelijke inspectiedienst opgericht door de ordonnantie van 17 juli 2003 om de inhuurstelling te verbieden en die het sluiten van de woning door de burgemeester met zich meebrengt.
  Dit besluit of deze beslissing moeten, eventueel met een termijn, voorzien dat de betrokkene verplicht wordt de woning te verlaten.
  Deze vijf voorkeurrechten blijven gelden tijdens heel de termijn die door de bevoegde overheid wordt toegestaan, vermeerderd met drie maanden.
  De burgemeester en de Gewestelijke inspectiedienst kunnen deze termijn met periodes van twee maanden verlengen door te verklaren dat het betrokken gezin op een precaire manier werd gehuisvest als gevolg van de sluiting van de woning of van het verbod om de woning in huur te stellen.

Art.3. In artikel 7 van het ministerieel besluit van 7 december 2001 tot vaststelling van de situaties die recht geven op voorkeurrechten bij de indiening van een aanvraag voor een sociale woning, worden de woorden " artikel 9, § 1, 6° " vervangen door de woorden " artikel 9, § 2, 6°van het Besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Regering van 26 september 1996 ".

Art.4. In artikel 10 van het ministerieel besluit van 7 december 2001 tot vaststelling van de situaties die recht geven op voorkeurrechten bij de indiening van een aanvraag voor een sociale woning, worden de woorden " artikel 9, § 2, 4° " vervangen door de woorden " artikel 9, § 3, 3° van het Besluit van het Brussels Hoofdstedelijk Regering van 26 september 1996 ".

Art. 5. In artikel 12 van het ministerieel besluit van 7 december 2001 tot vaststelling van de situaties die recht geven op voorkeurrechten bij de indiening van een aanvraag voor een sociale woning, worden de woorden " artikel 9, § 2, 7° " vervangen door de woorden " artikel 9, § 3, 5° ".
  Brussel, 10 november 2004.
  De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking,
  C. PICQUE
  De Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Huisvesting en Urbanisme,
  Mevr. F. DUPUIS.