Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

29 JANUARI 2004. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de tenuitvoerbrenging, via een bijzonder bestemmingsplan van het gebied van gewestelijk belang nr. 13.



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. § 1. De gemeenteraad van de Gemeente Schaarbeek wordt verzocht, binnen een termijn van drie jaar te tellen vanaf de kennisgeving van dit besluit, een bijzonder bestemmingsplan (BBP) goed te keuren met betrekking op het grondgebied dat als " gebied van gewestelijk belang (GGB) nr. 13 " en het naastliggend gebied voor stedelijke industrie geboekt staan op de kaart nr. 3 " bodembestemming " van het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP).
  § 2. De gemeenteraad van de Gemeente Evere wordt verzocht, binnen een termijn van drie jaar te tellen vanaf de kennisgeving van dit besluit, een bijzonder bestemmingsplan (BBP) goed te keuren met betrekking op het grondgebied dat als " gebied van gewestelijk belang (GGB) nr. 13 " en het naastliggend gebied voor stedelijke industrie geboekt staan op de kaart nr. 3 " bodembestemming " van het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP).

Art. 2. Die BBP's zullen zich conformeren aan het specifiek programma van het GGB nr. 13 zoals geformuleerd in de bepalingen betreffende de bodembestemming van het GBP evenals in de hieronder opgesomde bepalingen :
  Wat betreft de openbare ruimten en de mobiliteit :
  De te behouden NMBS-installaties, op termijn 4 sporen, namelijk een breedte van + 30 à 35 m, zullen met een afdekplaat overdekt worden, op z'n minst gedeeltelijk en minstens over het toekomstig GEN-station in de nabijheid van de Wahislaan en langs de De Boeckbrug met, in beide gevallen, een aansluiting, ter hoogte van de begane grond, op die openbare ruimten;
  De BBP's zullen een faseplan voor die overkappingen voorzien, evenals voor de rest van de ordeningen, zodanig dat de site, na de realisatie van elke fase, kan werken als een coherent geheel.
  Die overkapping zal een kwalitatief hoogstaande ordening als openbare landschapsruimte moeten krijgen, waarbij het gebruik ervan door zwakke gebruikers geprivilegieerd moet worden en waarbij de ruggengraat van de openbare ruimten van de site een ruimtelijk concrete vorm moeten krijgen.
  Overigens het is absoluut noodzakelijk ordeningen te voorzien aan weerszijden van de overkappingen, met inbegrip van het aanpalend gebied voor stedelijke industrie.
  De aan weerszijden van die overkapping gelegen ruimten, meer bepaald de wegelingen, zullen zodanig ingericht worden dat ze op de omliggende openbare ruimten aansluit, waarbij het effect van het reliëf en van de bestaande niveauverschillen maximaal beperkt worden;
  De conceptie en de lokalisatie van de volgende toegangen tot de site zullen onder meer bestudeerd worden :
  - vanaf de Wahisbrug : een voetgangers- en diensttoegang, op begane grondhoogte aansluitend met het toekomstig GEN-station op die plaats en die de site verbindt met de omliggende stadsstructuur;
  - vanaf het Giliksquet/Latiniskruispunt : een berijdbare toegang op de plaats van de bestaande toegang, die de bereikbaarheid van de site vanuit en naar de Lambermontlaan en de Chazallaan verzekert;
  - vanaf het Gilisquet/Guffenskruispunt : aanleg van een toegang van het voetgangerstype op de bestaande ruimte in het verlengde van de Guffensstraat, tussen het appartementsgebouw en de huizen van de Rolandstraat;
  - vanaf het Gilisquet/Conscience/Lindekruispunt : inrichting van een toegang rijdbaar of van het voetgangerstype op de grondinneming van deze vroegere straat, tussen de Gilisquet- en de Consciencelaan en de site;
  - vanaf de De Boeckbrug : berijdbare toegang die een stadsopbouw mogelijk maakt, gericht op de spoorlijnen en waarbij de overkapping van de spoorlijnen die er zal voorzien zijn geëxploiteerd wordt en waarbij die de bereikbaarheid van de site vanuit en naar de Leopold III- laan en de Consciencelaan verzekerd wordt;
  - vanaf de de Oasebinnenhof en de Tuinlaan : één of twee aansluitingen, waarvan minstens één berijdbaar, die de bereikbaarheid van de site vanuit en naar het Meiserplein verzekert, de andere kan, desgevallend, van het voetgangerstype zijn;
  De gemotoriseerde verplaatsingen in de site zullen aansluitingen voorzien tussen elke van de drie voorziene berijdbare toegangen, er evenwel op lettend het transitverkeer niet aan te moedigen.
  Minstens één weg, binnenin de site, tamelijk rechtstreeks en met een minimaal niveauverschil, zal het de fietsers, voetgangers en personen met een beperkte mobiliteit mogelijk maken de site overlangs over te steken vanuit hetzij de Gilisquet/Roland/Guffens toegang, hetzij de Gilisquet/ Conscience/Linde toegang, naar de in de Oasebinnenhof of de Tuinlaan te creëren toegang.
  Het gebied voor stedelijke industrie zal in ieder geval voor alle vrachtwagens toegankelijk moeten blijven;
  Wat betreft de stedelijke vormgeving, de bestemmingen en de profielen :
  De aan beide uiteinden van de overkappingen van de spoorweginstallaties zullen de koppeling van de nieuw gecreëerde ruimte met de bestaande stadsstructuur of met de latere ordeningsfasen van de site moeten belichamen.
  De maximumprofielen van de op te trekken gebouwen zullen in verhouding staan tot hun verwijdering tegenover de omliggende woningen, speciaal wanneer het gaat om eengezinswoningen;
  De westflank van de site zal bij voorkeur bestemd worden voor huisvesting of voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten evenals voor de bij deze hoofdbestemmingen bijhorende aanvullende bestemmingen
  Het dichtbij de spoorweginstallaties en voldoende ver van de bestaande eengezinswoningen gelegen deel zal hoofdzakelijk bestemd worden voor administratieve, productie- en commerciële functies of voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten, evenals voor de bij deze hoofdbestemmingen bijhorende aanvullende bestemmingen en dit, zowel in de perimeter van het GGB als in het aanpalend gebied voor stedelijke industrie.
  Om een sociale aanwezigheid buiten de werkuren te waarborgen, het dichtbij de spoorweginstallaties gelegen deel van het GGB eveneens huisvesting zal ontvangen;
  Het gebied gelegen tussen het voornamelijk voor huisvesting en voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten bestemd westelijk deel van de site en bovengenoemd dichtbij de spoorweginstallaties gelegen deel zal voor een harmonieuze overgang moeten zorgen, zowel op het vlak van de profielen als op dat van de gemengdheid van de functies.
  In de perimeter van het GGB zal gestreefd worden naar een pariteit tussen huisvesting en de andere bestemmingen, met een minimum van 40 % van de vloeroppervlakte voor huisvesting;
  De aan het GGB grenzend gebied voor stedelijke industrie zal met name, naast de productieactiviteiten, in ondernemingen geïntegreerde diensten mogen verwelkomen (" business to business "), overeenkomstig bepaling 5.2, 2° van het GBP.
  De vaststelling van de dichtheid van de site per gebied verfijnd zal kunnen worden om rekening te houden met de door de voorafgaandelijk noodzakelijke infrastructuurwerken gegenereerde kosten (overkapping van de spoorweg, wegen, aanaardingen, ...) zonder afbreuk te doen aan het milieu van de site, en in het bijzonder met de residentiële kwaliteit van de bestaande huisvesting.
  Die dichtheid zal van het stadstype zijn en een V/T-verhouding (vloeroppervlakte/terreinoppervlakte van de bouwwerken) moeten hebben gelegen tussen 1,5 en 2,2 in functie van het belang van de overkapping van de spoorweginstallaties.
  Wat de groene ruimten betreft :
  Op de site zal minstens één openbare groene ruimte komen. Zij zal gestalte moeten geven aan of het brandpunt vormen van de groene continuïteit die in het westelijk deel van de site aangelegd zou moeten worden en dat zich zal uitstrekken van de zuidwestgrens tot de noordoostgrens ervan.
  De ordening ervan zal zodanig worden opgevat dat er opnieuw een biotoop gecreëerd wordt die gunstig is voor een beduidend behoud van de op de site aangetroffen zeldzame soorten.
  Brussel, 29 januari 2004.
  Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  D. DUCARME,
  Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek
  W. DRAPS,
  Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Vernieuwing van Afgedankte Bedrijfsruimten en Bezoldigd Vervoer van Personen.