15 JULI 2004. - Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten van de openbaarmaking van de studies, rapporten en analyses van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.
Art. 1-5
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
1° de wet: de programmawet (I) van 24 december 2002;
2° Kenniscentrum: het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg;
3° studies en rapporten: de studies, rapporten en analyses bedoeld in de artikelen 264 tot 266 van de wet.
Art.2. De studies en rapporten van het Kenniscentrum kunnen niet openbaar gemaakt worden dan nadat ze overeenkomstig artikel 270, § 4, derde lid van de wet, goedgekeurd zijn geworden door de Raad van Bestuur van het Kenniscentrum.
De studies en rapporten kunnen enkel openbaar gemaakt worden in de overeenkomstig het eerste lid goedgekeurde versie.
Het Kenniscentrum vermeldt de auteurs die hebben meegewerkt aan de studies en rapporten en dit overeenkomstig de terzake geldende internationale publicatienormen.
Art.3. De studies en rapporten worden ten laatste 30 dagen na de goedkeuring ervan door de Raad van Bestuur, openbaar gemaakt.
Art.4. De openbaarmaking gebeurt via de website van het Kenniscentrum.
Het staat het Kenniscentrum vrij bijkomende communicatiemiddelen en -vormen te gebruiken voor de openbaarmaking van de studies en rapporten.
Art. 5. In afwijking van artikel 2, tweede lid, kan het Kenniscentrum door middel van wetenschappelijke publicaties in peer-reviewed tijdschriften een studie of rapport en de daarbij gevolgde methodologie toelichten.
Het Kenniscentrum kan tevens vereenvoudigde, samengevatte of gepopulariseerde versies van de openbaar gemaakte studies en rapporten openbaar maken overeenkomstig de modaliteiten bedoeld in artikel 4. Het Kenniscentrum zal er over waken dat de inhoudelijke strekking van deze vereenvoudigde, samengevatte of gepopulariseerde versies overeenstemt met die van de overeenkomstige openbaar gemaakte studies en rapporten.
Gegeven te Brussel, 15 juli 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
R. DEMOTTE.