15 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de solidariteitsprestaties verbonden met de sociale pensioenovereenkomsten.
HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1-4
HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Volgende solidariteitsprestaties komen in aanmerking opdat de pensioenovereenkomst zou kunnen worden beschouwd als een sociale pensioenovereenkomst als bedoeld in artikel 46 van de programmawet (I) van 24 december 2002 :
1° financiering van de opbouw van het aanvullend rust- en/of overlijdenspensioen tijdens :
a) de vergoede periodes in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wegens primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschap;
b) de vergoede periode in het kader van de faillissementsverzekering;
2° vergoeding onder vorm van rente van inkomstenverlies bij :
a) tijdelijke of blijvende arbeidsongeschiktheid beperkt tot 25 000 euro per jaar;
b) overlijden tijdens beroepsloopbaan beperkt tot 20 000 euro per jaar;
3° betaling van een forfaitaire vergoeding van maximum 25 000 euro per jaar met het oog op het dekken van kosten in geval van :
a) ernstige ziekte, als zodanig erkend door de Minister van Sociale Zaken;
b) afhankelijkheid van de gepensioneerde;
4° verhoging van lopende pensioenrenten of overlevingsrenten.
De renten bedoeld in 2° waarvan het jaarlijkse bedrag kleiner is dan 300 euro mogen in kapitaal worden vereffend.
Het solidariteitsstelsel verbonden met de pensioenovereenkomst omvat minimaal twee onderscheiden prestaties onder deze opgesomd onder het eerste lid, 1° en één prestatie onder deze opgesomd onder het eerste lid, 2° of 4° opdat die pensioenovereenkomst als een sociale pensioenovereenkomst beschouwd zou worden.
Art.2. De aansluiting bij het solidariteitsstelsel mag niet afhankelijk worden gesteld van de uitslag van een geneeskundig onderzoek.
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.
Art. 4. Onze Minister van Pensioenen, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 15 december 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Pensioenen,
F. VANDENBROUCKE
De Minister van Financiën,
D. REYNDERS
De Minister van Economie,
Mevr. F. MOERMAN
De Minister van Middenstand,
Mevr. S. LARUELLE