22 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten van overplaatsing van een aantal personeelsleden van de NMBS Holding naar de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer alsook van de manier waarop die onder haar gezag worden gebracht.
Art. 1-8
Artikel 1. Dit besluit stelt de modaliteiten vast voor de overplaatsing op vrijwillige basis van de statutaire personeelsleden van de NMBS Holdingnaar de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer alsook van de modaliteiten waaronder die onder haar gezag worden gebracht, met toepassing van artikel 98 van het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur.
Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder overplaatsing, een terbeschikkingstelling van personeelsleden bedoeld in lid 1, tijdens welke er verbreking is van de juridische band van ondergeschiktheid op grond waarvan de betrokken personeelsleden optreden in overeenstemming met de orders en instructies die hen door de NMBS Holding worden gegeven, door een ermee verbonden onderneming of een onderneming die ermee banden van deelgenootschap heeft, hun organen, hun aangestelden of hun gemachtigden, alsook van elke andere onderneming die op een of andere wijze van hen afhankelijk zijn.
Art.2. Gedurende hun overplaatsing staan de in artikel 1 bedoelde personeelsleden onder het hiërarchisch gezag zoals dit binnen de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt uitgeoefend.
Art.3. § 1. De Minister tot wiens bevoegdheid de regulering van het spoorwegvervoer behoort, hierna de Minister genoemd, bepaalt het competentieprofiel van de betrekkingen die overeenstemmen met de functies die moeten worden bekleed door de in artikel 1 bedoelde personeelsleden.
§ 2. Vacante betrekkingen die met de in § 1 bedoelde functies overeenstemmen, worden aangekondigd via een in de NMBS Holdingverspreid bericht.
Het bericht vermeldt het aantal vacante betrekkingen, de duur van de terbeschikkingstelling, de functie-inhoud, de plaats van de tewerkstelling en de voorwaarden waaraan de kandidaten moeten voldoen om te kunnen worden aangesteld. Het maakt eveneens melding van de termijn en de wijze voor het neerleggen van de kandidaturen.
§ 3. De kandidaten voor de in artikel 2 bedoelde functies worden door de Minister aangesteld na een selectie en een gemotiveerd advies vanwege een comité van experts.
§ 4. De Minister bepaalt de samenstelling en de werkingswijze van het in § 3 bedoelde comité dat ten minste een lid van SELOR - Selectiebureau van de Federale Overheid bevat.
Art.4. De in artikel 1 bedoelde personeelsleden behouden hun administratief, geldelijk en sociaal statuut zoals dit is bepaald bij de uitvoeringsreglementen van artikel 13 van de wet van 23 juli 1926 tot oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.
Art.5. De bijzondere regels betreffende de overplaatsing naar de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer van de in artikel 1 bedoelde personeelsleden worden bepaald bij een overeenkomst tussen de Staat, vertegenwoordigd door de Minister, en de NMBS Holding.
Art.6. De in artikel 1 bedoelde personeelsleden mogen geen deel uitmaken van het Toezichthoudend orgaan van het Spoorwegvervoer, opgericht met toepassing van artikel 1 van voornoemd koninklijk besluit van 12 maart 2003, zoals gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 juni 2004.
Art.7. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.
Art. 8. Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Mobiliteit,
R. LANDUYT.