26 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot aanwijzing van de zware overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
Art. 1-13
Artikel 1. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 juni 1978, 20 juli 1990, 18 september 1991, 9 oktober 1998, 14 mei 2002 en 4 april 2003 worden de artikelen 2.48 en 2.49, die als volgt luiden, toegevoegd :
" 2.48. " Verblijfsgebied ", gebied bestaande uit een of meer straten waarin de verblijfsfunctie door de wegbeheerder belangrijker gesteld wordt dan de verkeersfunctie.
" Verblijfsfunctie " is de rol die een straat of een weg speelt als drager voor niet gemotoriseerde verplaatsingen en activiteiten.
" Verkeersfunctie " is de rol die een straat of een weg speelt als drager voor gemotoriseerde verplaatsingen. "
" 2.49. " Vakantiezone ", zone waarin tijdelijk veel vakantiegangers verblijven en waarbinnen veel voetgangers en fietsers op de openbare weg, en zelfs meer bepaald op de rijbaan, aanwezig kunnen zijn.
Deze zone omvat één of meer openbare wegen of gedeelten ervan, die afgebakend zijn met het verkeersbord F 4a en F4b indien het om een zone binnen de bebouwde kom gaat, of met het verkeersbord zonale C43 met de vermelding 50 of zonale C43 met de vermelding 70 indien het om een zone buiten de bebouwde kom gaat, gecombineerd met het verkeersbord A51 voorzien van een onderbord met de vermelding " vakantiezone ". "
Art.2. In artikel 9.3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 4 april 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° Artikel 9.3 wordt artikel 9.3.1.
2° Een artikel 9.3.2 wordt toegevoegd, dat als volgt luidt :
" 9.3.2. In afwijking van de verplichting zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan te blijven, bedoeld in 9.3.1, mag de bestuurder van een motorfiets op een rijbaan die niet verdeeld is in rijstroken zich over de ganse breedte begeven voor zover deze slechts opengesteld is in zijn rijrichting en op de helft van de breedte langs de rechterzijde indien de rijbaan opengesteld is in beide rijrichtingen.
Het is het geheel van het voertuig, de bestuurder, de passagier en de lading die in aanmerking moeten worden genomen om de plaats van de motorfietser te bepalen.
De rijbewegingen door de bestuurder van een motorfiets uitgevoerd op het gedeelte van de rijbaan dat hij mag innemen, worden niet als manoeuvres zoals bedoeld in artikel 12.4 beschouwd en vereisen geen gebruik van de richtingaanwijzers. De bestuurder mag echter niet de inhaalbewegingen hinderen waarmee achterliggers begonnen zijn. ".
Art.3. In artikel 22quater van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 17 september 1988, wordt het tweede lid opgeheven.
Art.4. In artikel 68 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 november 1980, 20 juli 1990, 18 september 1991, 18 december 2002 en 4 april 2003, worden de verkeersborden C48 en C49, toegevoegd :
" C48
(Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 30-04-2004, p. 35919).
Vanaf het verkeersbord tot het volgend kruispunt, verbod de cruise control of kruissnelheidsregelaar te gebruiken.
Een opschrift op een onderbord beperkt het verbod tot de bestuurders van voertuigen waarvan de maximale toegelaten massa hoger is dan de aangeduide massa.
C49
(Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 30-04-2004, p. 35919).
Einde van het verbod opgelegd door het verkeersbord C48. ".
Art.5. In artikel 72.5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 14 mei 2002, worden de volgende leden ingevoegd tussen het vierde en het vijfde lid :
" De voertuigen bestemd voor het woon-werkverkeer die gesignaleerd zijn door het bord hierna afgebeeld en behorend tot de categorieën M2 en M3, bedoeld in het technisch reglement van de auto's, mogen deze rijstrook volgen wanneer het verkeersbord F17 aangevuld is met een gelijksoortig symbool. In dat geval mag het symbool eveneens op de rijstrook aangebracht worden.
(Model niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 30-04-2004, p. 35919).
Dit bord op het voertuig heeft een zijde van ten minste 0,40 m; de achtergrond ervan moet van retro-reflecterende producten voorzien zijn.
Dit bord moet goed zichtbaar op het linkergedeelte vooraan en achteraan op het voertuig aangebracht zijn; het moet verwijderd of afgedekt worden wanneer het voertuig niet gebruikt wordt voor woon-werkverkeer. ".
Art.6. In artikel 72.6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 juli 1997 en 14 mei 2002, worden het volgende lid ingevoegd tussen het vierde en het vijfde lid :
" Wanneer de in 72.5, vijfde lid, bedoelde voertuigen bestemd voor woon-werkverkeer deze bedding mogen volgen, wordt het verkeersbord F18 aangevuld met het symbool vermeld in die bepaling. ".
Art.7. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot aanwijzing van de zware overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, wordt de verwijzing " 2.1.7°, eerste en vierde streepjes, " ingelast tussen de verwijzingen " 2.1.1°, " en " 3.1.1°, ".
Art.8. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
- In punt 1, 7° wordt de referentie naar artikel " 24.1° à/tot 10° " vervangen door de referentie naar artikel " 24.1° à/tot 6° ";
- Punt 1, 7°, eerste streepje wordt aangevuld als volgt : " alsook op de fietspaden, wanneer dit stilstaan of dit parkeren de gebruikers van die trottoirs, verhoogde bermen of fietspaden verplicht de rijbaan te gebruiken ";
- In punt 1, 7° vervalt het tweede streepje;
- In punt 1, 7°, onder het vierde streepje, worden de woorden " 5 meter " vervangen door de woorden " 3 meter ";
- In punt 1, 8° wordt de referentie " 14° " ingelast tussen de referenties " 7°, " en " 5 ";
- In punt 1, 8° wordt volgend streepje toegevoegd : " - op een parkeerplaats voorbehouden voor een persoon met een handicap zonder de speciale kaart op de binnenkant van de voorruit of, als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig geplaatst te hebben. ";
- In punt 1 worden 9° en 10° geschrapt;
- In punt 1wordt 11° geschrapt;
- Punt 2 wordt geschrapt;
- In punt 3, dat punt 2 wordt, worden 5° tot en met 7° geschrapt;
- Punt 4 wordt punt 3.
Art.9. In artikel 3, punt 1, 5° van hetzelfde besluit, wordt de referentie naar artikel " 16.3 " aangevuld met de woorden ", al.2/ lid 2 ".
Art.10. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht :
- In punt 1, 2° wordt de referentie naar artikel " 4.3. " vervangen door de referentie naar artikel " 4.4. ";
- In punt 1, 3° wordt de referentie naar artikel " 16.3. " aangevuld met de woorden ",al. 1er/ lid 1 ".
Art.11. Het koninklijk besluit van 9 oktober 1998 tot bepaling van de vereisten voor het instellen van zones met een snelheidsbeperking van 30 km per uur, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 mei 2002 wordt opgeheven.
Art.12. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 13. Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Mobiliteit zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 april 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Binnenlandse Zaken,
P. DEWAEL
De Minister van Mobiliteit,
B. ANCIAUX.