28 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 98 en 99 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties.
Art. 1-4
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet onder "Reglement" worden verstaan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties, dat het voorwerp is van het koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie bindend wordt verklaard en van het koninklijk besluit van 2 september 1981 houdende wijziging van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties en houdende bindendverklaring ervan op de elektrische installaties in inrichtingen gerangschikt als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk en in inrichtingen beoogd bij artikel 28 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 mei 1985, 7 april 1986 en 30 maart 1993.
Art.2. De artikelen 98 en 99 van het Reglement worden vervangen als volgt :
" Art. 98. Het voorkomen van elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking bij hoogspanning
(Artikel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 18-02-2004, p. 9864-9882).
Art. 99. Het voorkomen van elektrische schokken bij onrechtstreekse aanraking ten gevolge van potentiaalverspreiding
(Artikel niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 18-02-2004, p. 9882-9884).
Art.3. Dit besluit is van toepassing op elektrische installaties en belangrijke wijzigingen en uitbreidingen waarvan de uitvoering ter plaatse nog niet is aangevangen drie maanden na de publicatiedatum van dit besluit.
Art. 4. Onze Minister van Werk, Onze Minister van Energie en Onze Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 januari 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werk,
F. VANDENBROUCKE
De Minister van Energie,
Mevr. F. MOERMAN
De Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk,
Mevr. K. VAN BREMPT.