Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

1 OKTOBER 2004. - Ministerieel besluit tot inrichting van de in dubbele boekhouding van de Regie van de gevangenisarbeid en haar controle.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Boekhouding.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - Het rekeningenstelsel.
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - De jaarrekening.
Art. 6-19
HOOFDSTUK V. - De controle.
Art. 20-22
BIJLAGEN.
Art. N1-N3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder :
  1° Regie : de in artikel 141 van de programmawet van 30 december 2001 bedoelde Regie van de gevangenisarbeid;
  2° lokale afdeling van de Regie : de strafinrichting waar de Regie activiteiten heeft;
  3° Centrale dienst van de Regie : de dienst van het hoofdbestuur van de Regie.

HOOFDSTUK II. - Boekhouding.
Art.2. De Regie voert een boekhouding die al haar verrichtingen, bezittingen, tegoeden, schulden, verplichtingen en engagementen van welke aard omvat.
  De boekhouding wordt gevoerd met inachtneming van de gebruikelijke regels van het dubbel boekhouden.

Art.3. De originele verantwoordingstukken worden minimaal éénmaal per maand overgemaakt aan het Centrale dienst van de Regie ter controle.
  Een kopij wordt bewaard in de lokale afdeling van de Regie.
  De verantwoordingstukken en de boeken worden gedurende tien jaar bewaard, te rekenen van de eerste januari van het jaar dat op afsluiting volgt.

Art.4. Het boekjaar vangt aan op 1 januari en eindigt op 31 december.

HOOFDSTUK III. - Het rekeningenstelsel.
Art.5. § 1. Het rekeningenstelsel van de Regie moet worden ingericht overeenkomstig van het rekeningenstelsel, opgenomen in de bijlage 1 van dit besluit.
  § 2. Mochten de in de bijlage 1 opgenomen rekeningen het niet mogelijk maken alle verrichtingen te boeken, dan zullen de rekeningen worden overgenomen die voorkomen in het algemeen rekeningenstelsel voor de ondernemingen gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 september 1983 tot bepaling van de minimumindeling van een algemeen rekeningstelsel.

HOOFDSTUK IV. - De jaarrekening.
Art.6. De jaarrekening omvat de balans, de resultaten-rekening en de toelichting.
  De balans wordt opgesteld overeenkomstig het schema opgenomen in de bijlage 2 van dit besluit.
  De resultatenrekening wordt opgesteld overeenkomstig het schema opgenomen in de bijlage 3 van dit besluit.

Art.7. De jaarrekening wordt opgemaakt vóór 1 april volgend op het betreffende jaar.

Art.8. De jaarrekening worden dertig jaar bewaard.

Art.9. HOOFDSTUK V. - Waarderingsregels

Art.10. De Regie van de gevangenisarbeid bepaalt de regels die gelden voor de waardering van de inventaris voor de vorming en de aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's en kosten, evenals voor de herwaarderingen.

Art.11. Elk bestanddeel van het vermogen wordt afzonderlijk gewaardeerd.
  De waardeverminderingen, de voorzieningen voor risico's en kosten en de afschrijvingen moeten stelselmatig worden gevormd.
  De herwaardering van vaste activa is niet toegelaten.

Art.12. De waardeverminderingen, de voorzieningen voor risico's en kosten en de afschrijvingen moeten stelselmatig worden gevormd. Ze mogen niet afhangen van het resultaat van het boekjaar.

Art.13. Er moet rekening gehouden worden met de kosten en opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar, ongeacht de dag waarop deze kosten of opbrengsten betaald of geïnd worden.
  Wanneer de opbrengsten of kosten in belangrijke mate worden beïnvloed door opbrengsten of kosten die aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend, dient hiervan melding te worden gemaakt in de toelichting.

Art.14. Voorzieningen moeten worden gevormd met het oog op de kosten van grote herstellings- of onderhoudswerken.

Art.15. Waardeverminderingen moeten worden toegepast wanneer de voorzieningen op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling van de risico's en kosten waarvoor ze werden aangelegd.

Art.16. De vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarden en worden jaarlijks ten laste genomen door middel van afschrijvingen door toepassing van volgende percentages :
  Gebouwen en terreinen : 3 %
  Installaties, machines en uitrusting : 10 %
  Kantoormaterieel en meubilair : 10 %
  Gereedschap : 20 %
  Rollend materieel : 20 %
  Informaticamaterieel : 33 %
  Telefoniematerieel : 33 %
  De afschrijving is lineair.
  Als het percentage respectievelijk 3 % of 33 % bedraagt zal het eerste jaar respectievelijk 4 % en 34 % afgeschreven worden.

Art.17. De vaste activa die door hun specifiek gebruik een vermoedelijke gebruiksduur hebben die lager is dan de bovenvermelde percentages, worden voor hun vermoedelijke gebruiksduur afgeschreven.

Art.18. De afschrijving neemt een aanvang het einde van het jaar waarin het werd aangekocht.
  Een detail van de afschrijvingen zal bij de toelichting worden gevoegd.

Art.19. De grondstoffen, hulpstoffen, handelsgoederen worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde of tegen de marktwaarde op balansdatum indien die lager zou zijn.
  De goederen in bewerking en de afgewerkte producten worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs.
  Vorderingen worden in de balans opgenomen voor hun nominale waarde. Er worden waardeverminderingen toegepast wanneer er onzekerheid bestaat over de betaling op de vervaldag van het geheel of een gedeelte van de vordering.

HOOFDSTUK V. - De controle.
Art.20. De Centrale dienst van de Regie controleert of de lokale afdelingen van de Regie de bepalingen van dit besluit naleven.
  De Centrale dienst van de Regie heeft op ieder ogenblik toegang tot alle gegevens met betrekking tot de verrichtingen, werking en situatie van elke lokale afdeling van de Regie, die nodig zijn voor het uitvoeren van een controle.

Art.21. Het ministerieel besluit nr. 5075 van 18 december 1931 wordt opgeheven.

Art.22. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
  Brussel, 1 oktober 2004.
  Mevr. L. ONKELINX

BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. - MINIMUM REKENINGENSTELSEL.
  Klasse 1. - Eigen vermogen, voorzieningen voor risico's, kosten en schulden op meer dan een jaar
  10. Kapitaal
  11. Herwaarderingsmeerwaarden
  13. Reserves
  14. Overgedragen winst of Overgedragen verlies (-)
  15. Kapitaalsubsidies
  16. Voorzieningen en uitgestelde belastingen
  17. Schulden op meer dan een jaar
  Klasse 2. - Oprichtingskosten, vaste actieve en vorderingen op meer dan een jaar
  22. Terreinen en gebouwen
  23. Installaties, machines en uitrusting
  24. Meubilair en rollend materieel
  25. Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht
  28. Financiële vaste activa
  Klasse 3. - Voorraden en bestellingen in uitvoering
  30. Grondstoffen - productie
  31. Hulpstoffen - installatie
  32. Goederen in bewerking
  33. Gereed produkt
  34. Handelsgoederen
  Klasse 4. - Vorderingen en schulden op ten hoogste een jaar
  40. Handelsvorderingen
  41. Overige vorderingen
  44. Handelsschulden
  45. Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
  47. Schulden uit de bestemming van het resultaat
  48. Diverse schulden
  49. Overlopende rekeningen
  Klasse 5. - Geldbeleggingen en liquide middelen
  56. Postcheque- en girodienst
  57. Kas - speciën
  58. Interne overboekingen
  Klasse 6. - Kosten
  60. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen
  61. Diensten en diverse goederen
  62. Vergoedingen
  63. Afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's en kosten
  64. Andere bedrijfskosten
  65. Financiële kosten
  67. Te storten winst aan de Schatkist
  69. Resultaatverwerking
  Klasse 7. - Opbrengsten
  70. Omzet
  71. Wijzigingen in de voorraden en in de bestellingen in uitvoering
  74. Andere bedrijfsopbrengsten
  75. Financiële opbrengsten
  76. Uitzonderlijke opbrengsten
  79. Resultaatverwerking
  Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2004 tot inrichting van de boekhouding van de Regie van de gevangenisarbeid en haar controle.
  De Minister van Justitie,
  Mevr. L. ONKELINX

Art. N2. Bijlage 2. - BALANS.
  ACTIVA
  VASTE ACTIVA
  I. Oprichtingskosten
  II. Immateriële vaste activa
  III. Materiële vaste activa
  A. Terreinen en gebouwen
  B. Installaties, machines en uitrusting
  C. Meubilair en rollend materieel
  D. Leasing en soortgelijke rechten
  E. Overige materiële vaste activa
  F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
  IV. Financiële vaste activa
  A. Verbonden ondernemingen
  1. Deelnemingen
  2. Vorderingen
  B. Ondernemingen waarmee deelnemingsverh. bestaat
  1. Deelnemingen
  2. Vorderingen
  C. Andere financiële vaste activa
  1. Aandelen
  2. Vorderingen en borgtochten in contanten
  VLOTTENDE ACTIVA
  V. Vorderingen op meer dan één jaar
  A. Handelsvorderingen
  B. Overige vorderingen
  VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering
  A. Voorraden
  1. Grond- en hulpstoffen
  2. Goederen in bewerking
  3. Gereed product
  4. Handelsgoederen
  5. Onroerende goederen bestemd voor verkoop
  6. Vooruitbetalingen
  B. Bestellingen in uitvoering
  VII. Vorderingen op ten hoogste één jaar
  A. Handelsvorderingen
  B. Overige vorderingen
  VIII. Geldbeleggingen
  A. Eigen aandelen
  B. Overige beleggingen
  IX. Liquide middelen
  X. Overlopende rekeningen
  TOTAAL DER ACTIVA
  PASSIVA
  EIGEN VERMOGEN
  I. Kapitaal
  A. Geplaatst kapitaal
  B. Niet-opgevraagd kapitaal
  II. Uitgiftepremies
  III. Herwaarderingsmeerwaarden
  IV. Reserves
  A. Wettelijke reserve
  B. Onbeschikbare reserves
  1. Voor eigen aandelen
  2. Andere
  C. Belastingvrije reserves
  D. Beschikbare reserves
  V. Overgedragen winst/Overgedragen verlies (-)
  VI. Kapitaalsubsidies
  VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN
  VII. A. Voorzieningen voor risico's en kosten
  1. Pensioenen en soortgelijke verplichtingen
  2. Belastingen
  3. Grote herstellings- en onderhoudswerken
  4. Overige risico's en kosten
  B. Uitgestelde belastingen
  SCHULDEN
  VIII. Schulden op meer dan één jaar
  A. Financiële schulden
  1. Achtergestelde leningen
  2. Niet-achtergestelde obligatieleningen
  3. Leasingschulden en soortelijke schulden
  4. Kredietinstellingen
  5. Overige leningen
  B. Handelsschulden
  1. Leveranciers
  2. Te betalen wissels
  C. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
  D. Overige schulden
  IX. Schulden op ten hoogste één jaar
  A. Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen
  B. Financiële schulden
  1. Kredietinstellingen
  2. Overige leningen
  C. Handelsschulden
  1. Leveranciers
  2. Te betalen wissels
  D. Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
  E. Schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
  1. Belastingen
  2. Bezoldigingen en sociale lasten
  F. Overige schulden
  X. Overlopende rekeningen
  TOTAAL DER PASSIVA
  Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2004 tot inrichting van de boekhouding van de Regie van de gevangenisarbeid en haar controle.
  De Minister van Justitie,
  Mevr. L. ONKELINX

Art. N3. Bijlage 3. - RESULTATENREKENING.
  I. Bedrijfsopbrengsten en bedrijfskosten
  A.B. Bruto-marge (+) (-)
  C. Bezoldigingen, sociale lasten pensioenen (-)
  D. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa (-)
  E. Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (-)(+)
  F. Voorzieningen voor risico's en kosten (-)(+)
  G. Andere bedrijfskosten (-)
  H. Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (+)
  Bedrijfswinst (Bedrijfverlies)
  II. Financiële opbrengsten (+)
  Financiële kosten (-)
  Winst (Verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening, voor belasting
  III. Uitzonderkijke opbrengsten (+)
  Uitzonderlijke kosten (-)
  Winst (Verlies) van het boekjaar voor belasting
  IV. Belastingen op het resultaat (-)(+)
  Winst (Verlies) van het boekjaar
  V. Overboeking naar de belastingvrije reserves (-)
  Onttrekking aan de belastingvrije reserve (+)
  Te bestemmen winst (Te verwerken verlies) van het boekjaar
  RESULTAATVERWERKING
  A. Te bestemmen winst (Te verwerken verlies)
  1. Te bestemmen winst (Te verwerken verlies) van het boekjaar
  2. Overgedragen winst (Overgedragen verlies) van het vorige boekjaar
  B. Onttrekking aan het eigen vermogen
  C. Toevoeging aan het eigen vermogen
  1. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies
  2. aan de wettelijke reserve
  3. aan de overige reserves
  D. Over te dragen resultaat
  1. Over te dragen winst (-)
  2. Over te dragen verlies (+)
  E. Tussenkomst van de vennoten (of van de eigenaar) in het verlies (-)
  F. Uit te keren winst (-)
  1. Vergoeding van het kapitaal
  2. Beheerders of zaakvoeders
  3. Andere rechthebbenden
  Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 1 oktober 2004 tot inrichting van de boekhouding van de Regie van de gevangenisarbeid en haar controle.
  De Minister van Justitie,
  Mevr. L. ONKELINX.