14 JULI 2004. - Koninklijk besluit houdende overdracht van het personeel van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie naar de Federale Overheidsdienst Justitie(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 09-09-2004 en tekstbijwerking tot 25-01-2013)
HOOFDSTUK I. - Overplaatsing van de ambtenaren van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie.
Art. 1-12
HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen.
Art. 13-16
BIJLAGE.
Art. N
HOOFDSTUK I. - Overplaatsing van de ambtenaren van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie.
Artikel 1. De in bijlage vermelde ambtenaren van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie worden met ingang van 2 mei 2003 overgeplaatst naar de FOD Justitie.
Zij zijn aan het statuut van het Rijkspersoneel onderworpen.
Art.2. § 1. De ambtenaren van het niveau 1 van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie, die ter beschikking van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle gesteld zijn, behouden hun graad, hun wedde en hun anciënniteit.
Onverminderd het artikel 1 tweede lid blijft het administratief en geldelijk statuut van de personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie geldig voor deze ambtenaren.
§ 2. De ambtenaren bedoeld in § 1 die niet voor de overplaatsing naar het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle opteren, worden ambtshalve geïntegreerd volgens de modaliteiten opgenomen in de artikelen 3 tot en met 5 van dit besluit en dit vanaf de eerste dag van de vierde maand die volgt op de maand waarin zij hun beslissing hebben genomen.
Art.3. § 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis zijn van de graad van directeur van de veiligheid inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van adviseur-generaal.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de graad van directeur van de veiligheid inzake kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal 15A. Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal.
Art.4. § 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis zijn van de graad van eerstaanwezend veiligheidsadjunct inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van adjunct-adviseur.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie en van eerstaanwezend veiligheidsadjunct inzake kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal 10C. Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal.
Art.5. § 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis zijn van de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van adjunct-adviseur.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de graad van veiligheidsadjunct inzake kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal 10B. Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal.
§ 4. De ambtenaren bedoeld in § 3 verkrijgen na 18 jaar graadanciënniteit de weddenschaal 10C.
Art.6.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis zijn van de graad van directiesecretaris inzake kernenergie, worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief deskundige.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de graad van directiesecretaris inzake kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in het niveau B.
§ 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal BA1. Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal.
§ 5. De ambtenaren bedoeld in § 4 bekomen, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben, automatisch de hierna vermelde weddenschaal en dit ten vroegste op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
15.323,33 - 23.823,00
3 x 1 x 252,18
2.2 x 390,04
2.2 x 672,31
9.2 x 624,27
Kl. 23 j. - N 2+ - G.A.
Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zijn dan deze van deze paragraaf, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast.
§ 6. [1 ...]1
De ambtenaren, bedoeld in het vorige lid, die geslaagd zijn voor een competentiemeting, bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden gesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden.
----------
(1)<KB 2013-01-21/04, art. 77, 002; Inwerkingtreding : 04-02-2013>
Art.7.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis zijn van de graad van onderbureauchef inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de graden van opsteller inzake kernenergie en van onderbureauchef inzake kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 2 wordt geacht verkregen te zijn in het niveau C.
§ 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal CA2. Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal.
§ 5. [1 ...]1
De geslaagden die een anciënniteit van 4 jaar hebben in de weddenschaal CA2 bekomen de weddenschaal CA3 en dit op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van het proces-verbaal van de competentiemeting.
De anciënniteit verworven in de weddenschaal 20E wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze 4 jaar.
De ambtenaren die gedurende 6 jaar de weddenschaal CA3 genoten bekomen de weddenschaal 22B voor zover er betrekkingen vacant zijn in deze schaal.
----------
(1)<KB 2013-01-21/04, art. 78, 002; Inwerkingtreding : 04-02-2013>
Art.8. § 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis zijn van de graad van hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de graden van klerkstenotypist(e) inzake kernenergie, eerste hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie en hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 3 wordt geacht verkregen te zijn in het niveau D.
§ 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal DA3. Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal
§ 5. In afwijking van § 4, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker, die de hierna vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal :
14.631,15 - 19.844, 79
3 x 1 x 218,66
4.2 x 2 x 266,79
10.2 x 2 x 349,05
Kl. 18 j. - N3 - G.A.
Art.9. § 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis zijn van de graad van eerste klerkstenotypist(e) inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker.
§ 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit worden de diensten gepresteerd in de graad van klerkstenotypist(e) inzake kernenergie en eerste hoofdklerkstenotypist(e) inzake kernenergie in aanmerking genomen.
§ 3. De anciënniteit bekomen in het niveau 3 wordt geacht verkregen te zijn in het niveau D.
§ 4. Zij worden ingeschaald in de weddenschaal DA1. Hun geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in hun nieuwe weddenschaal.
§ 5. De ambtenaren bedoeld in § 4 bekomen na 18 jaar graadanciënniteit de weddenschaal DA2.
Art.10. § 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis zijn van de graad van eerstaanwezend bode-kamerbewaarder inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker.
§ 2. De ambtenaren bedoeld in artikel 1, eerste lid, die titularis zijn van de graad van autobestuurder-mecanicien inzake kernenergie worden ambtshalve benoemd in de graad van technisch medewerker.
§ 3. De berekening van de graad- en de niveauanciënniteit gebeurt vanaf de datum van hun benoeming in de nieuwe graad.
Art.11. § 1. De ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker op 2 mei 2003 worden ingeschaald in de weddenschaal DA1 op voorwaarde dat ze een door het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid georganiseerde opleiding gevolgd hebben die gericht is op de essentiële competenties vereist voor de functie.
§ 2. De ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch medewerker op 2 mei 2003 worden ingeschaald in de weddenschaal DT2 voorwaarde dat ze een door het Opleidingsinstituut van de Federale Overheid georganiseerde opleiding gevolgd hebben die gericht is op de essentiële competenties vereist voor de functie.
§ 3. De ambtenaren die de opleiding niet gevolgd hebben behouden de weddenschaal die ze genoten in hun oude graad en die opgenomen zijn in bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen.
Art.12. § 1. De ambtenaren bekomen in de weddenschaal DA1 of DT2 een wedde gelijk aan of onmiddellijk hoger dan de wedde die ze genoten in hun oude graad.
Wanneer in hun weddenschaal van het niveau 4, de ambtenaren aan de maximumwedde van deze schaal worden bezoldigd, worden zij in de weddenschaal DA1 of DT2 geïntegreerd op de eerste trap van de intermediaire loonopslag die uit de integratie voortvloeit.
De nuttige anciënniteit van deze ambtenaren wordt vastgesteld op basis van het resultaat van hun inschaling.
In afwijking van de artikelen 14, 15, 17 en 18 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, wordt deze nuttige anciënniteit de fictieve geldelijke anciënniteit bepaald in het enig niveau D.
Het verschil tussen de geldelijke en de nuttige anciënniteit verworven in de oude weddenschaal wordt meegenomen in de nieuwe weddenschaal en is beperkt tot elf maanden.
§ 2. Onverminderd de voorgeschreven reglementaire voorwaarden, kunnen de ambtenaren slechts de weddenschaal DA2 of DT3 bekomen mits ze slagen voor een door SELOR - Selectiebureau van de federale overheid georganiseerde competentietest die gelijkwaardig is aan de vergelijkende - selectie voor werving in die graad.
In afwijking van het eerste lid, kunnen de ambtenaren van niveau 4 die op datum van hun ambtshalve benoeming in niveau D een anciënniteit hebben van ten minste zes jaar in hun oude graad van niveau 4 aan de in het eerste lid bedoelde selectietest deelnemen.
HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen.
Art.13. Het artikel 226 alsook de artikelen 229 tot 240 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen zijn van toepassing op de ambtenaren geïntegreerd in de niveaus B en C.
Art.14. Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 mei 1999 tot vaststelling van de loopbaan en het geldelijk statuut van de personeelsleden van de Dienst veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Artikel 1. De weddenschalen verbonden aan de graden van de personeelsleden van de Dienst veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie, zijn de volgende :
- veiligheidsofficier inzake kernenergie : 13A
- eerstaanwezend veiligheidsadjunct inzake kernenergie : 10C
- veiligheidsadjunct inzake kernenergie : 10B, na achttien jaar graadanciënniteit geniet hij een wedde in de weddenschaal 10C. "
Art.15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 2 mei 2003.
Art.16. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 14 juli 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
J. VANDE LANOTTE
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
BIJLAGE.
Art. N. Lijst der ambtenaren.
(Lijst niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 09-09-2004, p. 65874).
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 juli 2004.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
Mevr. L. ONKELINX
De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven,
J. VANDE LANOTTE.