17 MEI 2004. - Ministerieel besluit tot vaststelling van het model van de verklaring bedoeld bij artikel 116, § 6, van het Kieswetboek af te leggen door de kandidaten voor de verkiezingen van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, tot vaststelling van het model van de aangiften van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten gedaan hebben voor verkiezingspropaganda en van de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken, en tot vaststelling van het ontvangstbewijs van die aangiften.
Art. 1-4
BIJLAGEN.
Art. N1-N4
Artikel 1. De verklaring die bij de akte van bewilliging van kandidaatstellingen moet worden gevoegd en waarin de kandidaten voor de verkiezing van het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden zich ertoe verbinden de wettelijke bepalingen betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken aan te geven binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezingen, de stavingsstukken betreffende deze verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende twee jaar na de verkiezingen te bewaren, en de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 125 euro en meer gedaan hebben, te registreren, wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 1 bij dit besluit is gevoegd.
Art.2. De aangiften tot vastlegging van de verkiezingsuitgaven die de kandidaten aangewend hebben voor verkiezingspropaganda en de herkomst van de geldmiddelen die de kandidaten gebruiken om de bedoelde uitgaven te dekken, worden opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd.
Art.3. Het ontvangstbewijs van de aangiften bedoeld in artikel 2 wordt opgemaakt op een formulier waarvan het model als bijlage 3 bij dit besluit is gevoegd.
Art.4. De registratie van de identiteit van de natuurlijke personen die ter financiering van de verkiezingsuitgaven giften van 125 euro en meer hebben gedaan wordt opgesteld overeenkomstig het model dat als bijlage 4 bij dit besluit is gevoegd.
Brussel, 17 mei 2004.
BIJLAGEN.
Art. N1. Bijlage 1. VERKLARING IN AKTE VAN BEWILLIGING.
Verkiezingen van 13 juni 2004 voor het Europees Parlement en de Raden
Wij ondergetekenden, bewilligende kandidaten, zowel de kandidaat-titularissen als de kandidaat-opvolgers, verbinden ons ertoe overeenkomstig artikel 116, § 6, van het Kieswetboek :
1° de wetsbepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven in acht te nemen;
2° de aangiften van onze verkiezingsuitgaven en van de herkomst van de geldmiddelen die daaraan zijn besteed, tegen ontvangstbewijs, binnen vijfenveertig dagen na de verkiezingen aan te geven bij de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring of bij de voorzitter van het collegehoofdbureau van het Nederlandse kiescollege;
3° de stavingsstukken betreffende onze verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen gedurende twee jaar na de datum van de verkiezingen te bewaren.
Voor zover in onze aangifte van de herkomst van de geldmiddelen giften worden vermeld, verbinden wij er ons bovendien toe om de identiteit van de natuurlijke personen die, ter financiering van de verkiezingsuitgaven, giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren, vertrouwelijk te houden en, binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezingen, aan te geven aan de federale Controlecommissie die toeziet op de naleving van deze verplichting overeenkomstig artikel 11 van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement en/of aan de Raad (of het door hem aangewezen orgaan) die toeziet op de naleving van deze verplichting overeenkomstig artikel 11 van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid.
Wij weten dat wij gestraft kunnen worden overeenkomstig artikel 181 van het Kieswetboek, indien de uitgaven of de financiële verbintenissen die inzake verkiezingspropaganda ten bate van ons zijn gedaan of aangegaan, hetzij door onszelf, hetzij door derden, niet aangegeven worden bij de voorzitter van het betrokken hoofdbureau of slechts aangegeven worden na het verstrijken van de termijn van vijfenveertig dagen na de verkiezingen, indien die uitgaven of verbintenissen de maximumbedragen overschrijden die zijn bepaald in artikel 2, §§ 2 en 3, van de voormelde wetten, of indien wij de in artikel 5 van dezelfde wetten gestelde bepalingen overtreden.
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 mei 2004.
Art. N2. Bijlage 2. AANGIFTEFORMULIER.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-05-2004, p. 39868-39870).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 mei 2004.
Art. N3. Bijlage 3. ONTVANGSTBEWIJS.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-05-2004, p. 39874).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 mei 2004.
Art. N4. Bijlage 4. Overzicht houdende registratie van de identiteit van de natuurlijke personen die giften doen van 125 euro en meer aan kandidaten.
(Formulier niet opgenomen om technische redenen. Zie B.S. 21-05-2004, p. 39875).
Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 17 mei 2004.