Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

16 OKTOBER 2003. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de vergunning voor gaslevering. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 14-11-2003 en tekstbijwerking tot 25-07-2016)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Criteria voor de toekenning, herziening en intrekking van de vergunning.
Afdeling 1. - Vestigingscriteria.
Art. 2
Afdeling 2. - Criteria inzake betrouwbaarheid en beroepservaring.
Art. 3-7
Afdeling 3. - Criteria inzake technische en financiële middelen en organisatiekwaliteit.
Art. 8-11, 11bis
Afdeling 4. - Criteria betreffende (...) de beheersautonomie. <BWG 2006-07-13/71, art. 33, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
Art. 12
HOOFDSTUK III. - Procedure voor de toekenning van de vergunningen.
Art. 13-16, 16bis, 16ter, 16quater
HOOFDSTUK IIIbis. [1 - Specifieke bepalingen voor de houders van een vergunning toegekend op federaal niveau, in een ander gewest of in een andere Lidstaat van de Europese economische ruimte.]1
Art. 16. quinquies. [1 In afwijking van Hoofdstuk II worden, voor de houders van een vergunning toegekend in een ander gewest of in een andere lidstaat van de Europese economische ruimte, de toekenningscriteria van de vergunning betreffende de eerbaarheid, de beroepservaring, de financiële capaciteit en de kwaliteit van de organisatie geacht voldaan te zijn.
HOOFDSTUK IV. - Gegevens te verstrekken door de vergunninghouders.
Art. 17-19, 19bis, 19ter
HOOFDSTUK V. - Behoud, [1 herziening]1, opzegging en intrekking van de vergunning.
Art. 20-23, 23bis, 24-25, 25bis, 25ter
HOOFDSTUK VI. - Specifieke bepalingen voor leveranciers van gas uit hernieuwbare bronnen.
Art. 26-28
HOOFDSTUK VIbis. - Relaties met de netbeheerders <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 46; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
Art. 28bis
HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 29-30, 30bis, 31



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2006202815  2016203870 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " decreet " : het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt;
  2° ("vergunning" : soortnaam die verwijst naar een algemene of een beperkte vergunning bedoeld in artikel 30 van bovenvermeld decreet en vereist voor elke leverancier van gas aan [1 eindafnemers]1) <BWG 2006-07-13/71, art. 25, 1°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  (3° "algemene vergunning" : onbeperkte vergunning vereist voor elke leverancier van gas aan [1 eindafnemers]1;
  4° "beperkte vergunning" : soortnaam die verwijst naar een vergunning beperkt tot een maximale hoeveelheid energie [1 ...]1 een vergunning beperkt tot welbepaalde afnemers [1 en een vergunning beperkt voor zijn eigen levering]1;
  5° "vergunning beperkt tot een maximale hoeveelheid energie" : vergunning vereist voor elke gasleverancier van wie de op jaarbasis berekende som van de aan zijn afnemers geleverde jaarlijkse energiehoeveelheden kleiner is dan 25 GWh;
  6° "vergunning beperkt tot welbepaalde afnemers" : vergunning vereist voor elke leverancier van gas aan welbepaalde eindafnemers, eventueel verspreid over het grondgebied van het Waalse Gewest, maar bij naam geïdentificeerd. Het maximumaantal eindafnemers wordt in dit geval tot tien beperkt.) <BWG 2006-07-13/71, art. 25, 2°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  De bepalingen bedoeld in artikel 2 van het decreet zijn toepasselijk in de zin van dit besluit.
  [1 7° "vergunning beperkt voor zijn eigen levering": de vergunning waarvan houder is :
   a) elke zelfproducent die de transmissie- en/of distributienetten gebruikt om zijn andere zetels of inrichtingen in het Waalse Gewest van gas te voorzien;
   b) elke eindafnemer die transmissie- of distributienetten gebruikt om zichzelf van gas te voorzien en in dat opzicht gas koopt bij een beurs of bij een verkoper die niet over een leveringsvergunning in het Waalse Gewest beschikt, tenzij deze eindafnemer een schriftelijk akkoord gesloten heeft met een leverancier, houder van een leveringsvergunning in het Waalse Gewest waarbij deze zich ertoe verbindt om dit gas te behandelen alsof het in zijn eigen leveringen was opgenomen t.a.v. alle verplichtingen die hem worden opgelegd bij of krachtens het decreet of zijn uitvoeringsbesluiten.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 28, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

HOOFDSTUK II. - Criteria voor de toekenning, herziening en intrekking van de vergunning.
Afdeling 1. - Vestigingscriteria.
Art.2. Elke gasleverancier heeft, zowel bij de aanvraag als bij de toekenning van de vergunning, zijn woonplaats of effectieve verblijfplaats in België of in een andere lid-Staat van de Europese Economische Ruimte.
  Als de leverancier een bedrijf is, moet het opgericht zijn overeenkomstig de Belgische wetgeving of overeenkomstig die van één van de lid-Staten bedoeld in het vorige lid en in België of in één van de lid-Staten beschikken over een centraal bestuur, een hoofdinstelling of een maatschappelijke zetel waarvan de activiteit effectief en voortdurend verband houdt met de Belgische economie of met die van één van de lid-Staten.

Afdeling 2. - Criteria inzake betrouwbaarheid en beroepservaring.
Art.3. Elke gasleverancier voldoet, zowel bij de aanvraag als bij de toekenning van de vergunning, aan de criteria die in deze afdeling vastliggen.

Art.4.De aanvraag wordt niet in aanmerking genomen als de leverancier zijn activiteiten heeft opgeschort of gestaakt, failliet is verklaard, het voorwerp is van een vereffeningsprocedure, van een faillissement of een [1 gerechtelijke reorganisatie]1 of van een gelijkaardige procedure bepaald bij een buitenlandse wetgeving of regelgeving.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 29, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.5.De aanvraag wordt verworpen als de leverancier :
  1° persoonlijk of één van zijn bestuurders of een lid van het directiecomité, bij een vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan, vijf jaar vóór de aanvraag veroordeeld werd voor een overtreding [1 ...]1(die de betrouwbaarheid van de aanvrager aantast); <BWG 2006-07-13/71, art. 26, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  2° [1 persoonlijk of waarvan één van de bestuurders of lid van het directiecomité]1 een ernstige fout heeft begaan bij de uitoefening van zijn beroep;
  3° niet voldaan heeft aan de verplichtingen betreffende de betaling van de socialezekerheidsbijdragen opgelegd bij de Belgische of buitenlandse wetgeving;
  4° niet voldaan heeft aan de verplichtingen betreffende de betaling van belastingen opgelegd bij de Belgische of buitenlandse wetgeving;
  5° zich schuldig maakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van gegevens krachtens het decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 30, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.6.Het bewijs dat de aanvrager niet in één van de in de artikelen 4 en 5 bedoelde gevallen verkeert kan oa aan de hand van de volgende stukken geleverd worden :
  1° voor de gevallen bedoeld in artikel 4, 1° en 2° : een attest van een gerechtelijke of administratieve instantie [1 gedateerd van minder dan drie maanden op de dag van de indiening van de aanvraag;]1
  2° [1 voor de gevallen bedoeld in artikel 5, 1°: een uittreksel uit het strafregister of een document erkend als gelijkwaardig door de "CWaPE", gedateerd van minder dan drie maanden op de dag van de indiening van de aanvraag, afgegeven door de gerechtelijke of administratieve overheid waaruit blijkt dat aan de voorgeschreven eis wordt voldaan;]1
  3° voor de gevallen bedoeld in artikel 5, 3° en 4° : een attest van de bevoegde overheid [1 , gedateerd van minder dan drie maanden op de dag van de indiening van de aanvraag;]1
  4° voor de gevallen bedoeld in artikel 5, 2° en 5° : een verklaring op erewoord.
  Als één van bovenbedoelde stukken of attesten niet verkrijgbaar is in het betrokken land, mag het vervangen worden door een verklaring onder eed of een plechtige verklaring door betrokkene voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 31, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.7.§ 1. De beroepservaring kan bewezen worden aan de hand van elk stuk [1 ...]1 waaruit blijkt dat hij de drie voorafgaande jaren actief is geweest als gasleverancier (of, bij gebreke daarvan, als gasvervoerder of elektriciteitsleverancier). <BWG 2006-07-13/71, art. 27, 1°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  (Die stukken vermelden o.a. de jaarlijks geleverde hoeveelheid gas of, bij gebreke daarvan, de hoeveelheid elektriciteit, alsook de overeenkomsten gesloten met producenten of tussenpersonen.) <BWG 2006-07-13/71, art. 27, 2°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  § 2. [1 ...]1
  § 3. (De aanvrager voegt bij zijn aanvraag een lijst met de voornaamste activiteiten die hij drie jaar vóór de indiening van de aanvraag heeft uitgeoefend.) <BWG 2006-07-13/71, art. 27, 3°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  (§ 4.[1 De aanvrager van een vergunning beperkt tot een maximaal vermogen of tot bepaalde afnemers moet alleen de in § 3 bedoelde activiteitenlijst overleggen als bewijs van zijn beroepservaring.]1
  De "CWaPE" kan evenwel eisen dat de aanvrager het bewijs levert van de beroepservaring bedoeld in de paragrafen 1 en 2 indien ze zulks nodig acht aan het licht van zijn toestand.) <BWG 2006-07-13/71, art. 27, 4°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  [1 § 5. De aanvrager van een beperkte vergunning met het oog op zijn eigen bevoorrading documenteert zijn beroepservaring niet, behalve op gemotiveerd verzoek van de CWaPE.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 32, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Afdeling 3. - Criteria inzake technische en financiële middelen en organisatiekwaliteit.
Art.8. <BWG 2006-07-13/71, art. 28, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006> Elke gasleverancier beschikt, zowel bij de indiening van de aanvraag als bij de verlening van de vergunning, over de technische en financiële middelen, alsook over voldoende kwaliteitsvolle organisatie voor het uitoefenen van de activiteiten waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft.

Art.9.[1 De technische capaciteiten worden op grond van de volgende stukken aangetoond :
   1° een lijst die de wetenschappelijke en professionele kwalificaties van het kaderpersoneel van het bedrijf vastleggen, vooral diegene die verantwoordelijk zijn voor de gaslevering;
   2° een verklaring met vermelding van de personeelsformatie en, in voorkomend geval, het gemiddeld jaarlijks percentage van bezetting ervan over de drie afgelopen jaren;
   3° een beschrijving van de technische middelen voorzien voor de gaslevering;
   4° een lijst van de middelen die ingezet worden om te voldoen aan de toepasselijke bepalingen van de technische reglementen, met name die betreffende de procedures inzake informatieuitwisseling tussen de marktactoren.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 33, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.10. De financiële middelen worden oa aan de hand van de jaarrekeningen van de drie laatste boekjaren aangetoond, bij gebreke daarvan op grond van het financieel plan of, desnoods, van bankverklaringen die het bedrag van de financiële tegoeden vermelden.

Art.11.De organisatiekwaliteit wordt aangetoond op grond van een organisatieschema waarin de verschillende diensten en sectoren worden omschreven, met voor elk van hen het aantal aangestelde personeelsleden en hun kwalificatie.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 34, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 11bis.[1 § 1. Behalve gemotiveerd verzoek van de "CWaPE" worden de bewijsstukken bedoeld in artikel 9, 2°, en in artikel 11 niet verstrekt door de aanvrager van een vergunning beperkt tot een maximaal vermogen of tot bepaalde afnemers.
   § 2. De aanvrager van een beperkte vergunning met het oog op zijn eigen bevoorrading verstrekt niet de bewijsstukken bedoeld in de artikelen 9, 10 en 11, behalve op gemotiveerd verzoek van de CWaPE. ]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 35, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Afdeling 4. - Criteria betreffende (...) de beheersautonomie.
Art.12.Minstens de helft van de leden van de beheersorganen en, in voorkomend geval, van de directieorganen van de leverancier zijn onafhankelijk van de netbeheerders [2 die actief zijn in België]2.
  In de zin van het vorige lid wordt verstaan onder zelfstandige persoon elke persoon die :
  a) geen al dan niet bezoldigde functie of activiteit uitoefent in dienst van een netbeheerder en die bedoelde functie of activiteit niet uitgeoefend heeft in de loop van de twaalf maanden vóór zijn benoeming in dienst van de leverancier;
  b) niet in aanmerking komt voor een materieel voordeel toegekend door een netbeheerder of een gebonden of verenigd bedrijf die volgens de [1 "CWaPE"]1 zijn mening kan beïnvloeden.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>
  (2)<BWG 2016-07-07/07, art. 36, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

HOOFDSTUK III. - Procedure voor de toekenning van de vergunningen.
Art.13.[1 § 1. De aanvraag om verlening van een vergunning wordt bij aangetekend schrijven ingediend of tegen ontvangstbewijs afgegeven op de zetel van de "CWaPE".
   De aanvrager voegt bij de aanvraag alle documenten die bewijzen of bevestigen dat hij voldoet aan de toekenningscriteria. De aanvraag integreert bovendien een omschrijving van het bedoelde marktsegment, professioneel en/of residentieel, alsook een verwijzing naar de datum waarop de aanvrager overweegt om zijn leveringsactiviteit actief te starten.
   § 2. Als de aanvrager wenst om gelijktijdig een aanvraag om verlening van een elektriciteitsvergunning in te dienen overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 21 maart 2002 betreffende de vergunning voor de levering van elektriciteit, kan hij een gezamenlijke aanvraag indienen voor de vergunning voor gaslevering en voor de vergunning voor de levering van elektriciteit. Behoudens andersluidend advies van de "CWaPE", zijn de bewijselementen betreffende de criteria m.b.t. de lokalisatie, de eerbaarheid, de beroepservaring, de financiële capaciteit en de kwaliteit van de organisatie, geacht gemeenschappelijk te zijn voor de twee vergunningen die het voorwerp uitmaken van zijn gezamenlijke aanvraag.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 37, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.14.<BWG 2006-07-13/71, art. 34, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006> Bij ontvangst van de aanvraag gaat de "CWaPE" na of ze beschikt over alle stukken die ze nodig heeft om de aanvraag te behandelen.
  Is dat wel het geval, dan stuurt zij binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag een bericht van ontvangst naar de aanvrager om te bevestigen dat de aanvraag volledig is [1 ...]1.
  Indien ze vaststelt dat het aanvraagdossier onvolledig is, informeert ze de aanvrager bij aangetekend schrijven binnen vijftien dagen na ontvangst van de aanvraag.
  Ze wijst op de ontbrekende stukken en legt een redelijke termijn vast waarbinnen betrokkene verzocht wordt zijn aanvraag aan te vullen, op straffe van verval.
  Als de "CWaPE" de aanvraag volledig acht, stuurt ze een bericht van ontvangst van de aanvraag naar de aanvrager om te bevestigen dat ze volledig is en maakt ze er gelijktijdig een afschrift van over aan de Minister.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 38, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.15.Bij ontvangst van de aanvraag gaat de [1 "CWaPE"]1 aan de hand van elk stuk waarover ze beschikt na of de aanvrager voldoet aan de criteria bedoeld in hoofdstuk II en of hij kan voldoen aan de openbare dienstverplichtingen bedoeld in artikel 33 van het decreet of van de desbetreffende uitvoeringsbesluiten.
  Indien ze vaststelt dat de aanvrager niet voldoet aan één of meer criteria, informeert ze hem (bij gewone post) binnen een maand na ontvangst van de aanvraag of, in voorkomend geval, [2 na het bericht van ontvangst bedoeld in artikel 14 waarbij het volledig karakter van de aanvraag wordt bevestigd.]2 <BWG 2006-07-13/71, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  Ze geeft aan waarom ze acht dat de criteria niet vervuld zijn en geeft de aanvrager hoogstens één maand tijd om zijn opmerkingen, rechtvaardigingen of elk ander bijkomend gegeven (bij gewone post) in te dienen. Als betrokkene dat verzoek niet inwilligt, wordt zijn aanvraag niet behandeld. <BWG 2006-07-13/71, art. 35, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>. De [1 "CWaPE"]1 moet elke aanvrager horen die daarom verzoekt.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>
  (2)<BWG 2016-07-07/07, art. 39, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.16.(Binnen [1 één maand]1 na ontvangst van het bericht van ontvangst van de aanvraag waarbij bevestigd wordt dat ze volledig is [1 of desgevallend een maand, met ingang op de datum van ontvangst van de aanvullende gegevens verkregen overeenkomstig artikel 15, derde lid]1, [1 geeft de "CWaPE" de aanvrager en de administratie kennis van haar beslissing tot toekenning of weigering van de vergunning]1) <BWG 2006-07-13/71, art. 36, 1°, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  [1 ...]1
  [1 "De "CWaPE" maakt een uittreksel van haar beslissing tot toekenning van de vergunning bekend op haar internetsite.]1
  [1 Als de CWaPE niet beslist binnen drie maanden, te rekenen van de datum van bericht van ontvangst waarbij bevestigd wordt dat de aanvraag volledig is, kan de aanvrager haar een aangetekende herinneringsbrief toesturen waarbij de CWaPE een bijkomende termijn van drie weken krijgt om haar beslissing mee te delen.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 40, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.16bis.[1 De CWaPE kan een model van dossier van vergunningsaanvraag opmaken en opleggen dat door de aanvrager van een leveringsvergunning moet worden nageleefd.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2016-07-07/07, art. 41, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.16ter.[1 In afwijking van Hoofdstuk II zijn voor de houders van een vergunning voor de levering van elektriciteit toegekend overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 21 maart 2002 betreffende de vergunning voor de levering van elektriciteit, de toekenningscriteria van de vergunning betreffende de lokalisatie, de eerbaarheid, de beroepservaring, de financiële capaciteit en de kwaliteit van de organisatie geacht voldaan te zijn. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2016-07-07/07, art. 41, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.16quater. [1 § 1. Indien, in het kader van zijn leveringsactiviteiten, de aanvrager van plan is zich door een gespecialiseerde vennootschap te laten bijstaan in zijn leveringsactiviteit, onder meer om zijn eigen technische en beroepscapaciteiten te steunen, bezorgt hij de CWaPE het attest van het bestaan van de overeenkomst die met die gespecialiseerde vennootschap is gesloten, of, bij gebrek een intentieverklaring ondertekend door beide partijen. De CWaPE kan vragen dat de bewijsstukken bedoeld in de artikelen 7, 9 en 11 haar worden vermeld in hoofde van deze gespecialiseerde vennootschap. De CWaPE beoordeelt deze bewijsstukken rekening houdend met de aard van de steun geleverd door deze gespecialiseerde vennootschap.
   § 2. Indien de CWaPE het nuttig acht meer bepaald met betrekking tot de bijzondere technische, professionele of financiële capaciteiten van de aanvrager, kan zij een patronaatsverklaring eisen, waarvan zij het model kan opleggen, afkomstig van een vennootschap verbonden met de aanvrager.
   § 3. Indien de CWaPE het nodig acht t.a.v. de toestand van de aanvrager kan de CWaPE de aanvrager verplichten tot het leveren van andere bewijsgegevens die door de CWaPE erkend zijn als bewijzen die gelijkstaan met de bewijsgegevens omschreven in Hoofdstuk II.]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2016-07-07/07, art. 41, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>


HOOFDSTUK IIIbis. [1 - Specifieke bepalingen voor de houders van een vergunning toegekend op federaal niveau, in een ander gewest of in een andere Lidstaat van de Europese economische ruimte.]1   ----------   (1)
Art. 16. quinquies. [1 In afwijking van Hoofdstuk II worden, voor de houders van een vergunning toegekend in een ander gewest of in een andere lidstaat van de Europese economische ruimte, de toekenningscriteria van de vergunning betreffende de eerbaarheid, de beroepservaring, de financiële capaciteit en de kwaliteit van de organisatie geacht voldaan te zijn.    De aanvrager voegt bij de aanvraag bedoeld in artikel 13 een afschrift van de vergunning toegekend op federaal niveau, in een ander gewest of in een andere Lidstaat van de Europese economische ruimte, alsook een verklaring op erewoord ter bevestiging van de geldigheid van deze vergunning. De CWaPE kan een model van verklaring op erewoord opmaken en opleggen.    De aanvrager toont aan dat de vergunning toegekend op federaal niveau, in een ander Gewest of in een andere Lidstaat van de Europese economische ruimte waarvan hij houder is, een draagwijdte heeft die gelijk is aan de categorie, in de zin van artikel 30, § 3, van het decreet, van de vergunning die het voorwerp uitmaakt van de aanvraag.    In afwijking van het eerste lid kan de aanvrager, als de CWaPE het nodig acht t.a.v. de toestand van de aanvrager, verplicht worden tot het leveren van de bewijsstukken ter bevestiging van de naleving van één of meerdere toekenningcriteria van de vergunning bedoeld in artikel 2 tot 12.]1   ----------   (1)
HOOFDSTUK IV. - Gegevens te verstrekken door de vergunninghouders.
Art.17.<BWG 2006-07-13/71, art. 37, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006> Elke vergunninghouder bezorgt de "CWaPE" jaarlijks vóór [1 30 juni]1 bij gewone post een uitvoerig verslag waarin hij aangeeft hoe hij voldaan heeft aan de criteria en verplichtingen bepaald bij of krachtens het decreet. De "CWaPE" kan voor dit verslag een model opmaken en opleggen.
  [1 Het uitvoerig verslag bevat minstens het jaarlijks activiteitenverslag, wanneer deze beschikbaar is, en de jaarrekeningen van de houder die overeenkomen met het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar van de datum van het overmaken van het verslag.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 43, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.18.Elke vergunninghouder informeert de [1 "CWaPE"]1 uiterlijk binnen vijftien dagen (bij gewone post) over elke statutenwijziging en bezorgt haar een uittreksel uit de notulen van de vergadering van het orgaan dat tot de wijziging heeft besloten, alsook over elke andere wijziging die gevolgen kan hebben voor de inachtneming van de criteria en verplichtingen bepaald bij of krachtens het decreet. <BWG 2006-07-13/71, art. 38, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.19.Elke vergunninghouder informeert de [1 "CWaPE"]1 zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen vijftien dagen (bij gewone post) over elke controlewijziging en elke [2 fusie, splitsing, of overdracht van activiteitensector]2 die hem betreft. <BWG 2006-07-13/71, art. 39, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>
  (2)<BWG 2016-07-07/07, art. 44, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 19bis. <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 40; Inwerkingtreding : 16-09-2006> De houders van een vergunning beperkt tot welbepaalde afnemers bezorgen de "CWaPE" jaarlijks vóór 31 januari de identiteit van de afnemers voor wie een vergunning wordt toegekend en vermelden hun banden met hen in de zin van artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen.

Art. 19ter. <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 41; Inwerkingtreding : 16-09-2006> De houders van een vergunning beperkt tot een maximaal vermogen informeren de "CWaPE" schriftelijk zodra 90 % van de maximale vermogensdrempel is bereikt waarvoor de vergunning werd toegekend.

HOOFDSTUK V. - Behoud, [1 herziening]1, opzegging en intrekking van de vergunning.   ----------   (1)
Art.20.Een vergunning kan slechts ingetrokken worden nadat is vastgesteld dat de vergunninghouder zich niet houdt aan de criteria of verplichtingen bepaald bij of krachtens het decreet.
  [1 ...]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 46, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.21.[1 De vergunningshouders die wenst af te zien van zijn vergunning dient zijn aanvraag in bij de CWaPE bij aangetekend schrijven en mits een vooropzeg van minstens vier maanden. De aanvraag vermeldt nauwkeurig de manier waarop aan de verplichtingen bedoeld in paragraaf 2 zal worden voldaan.
   De opzegging is onderworpen aan de overdracht van de afnemers aan één of meer andere gasleveranciers die houder zijn van een vergunning in het Waalse Gewest, en aan de voorafgaande kennisgeving aan elke afnemer van de identiteit en het adres van de nieuwe leverancier.
   De leverancier verkrijger van de afnemers geeft de afnemers dertig dagen vóór de datum van hun overdracht kennis van zijn leveringsvoorwaarden.
   Bij gebrek aan een behoorlijk getekende overeenkomst met de aangewezen leverancier verkrijger van de afnemers, bedraagt de opzegtermijn die de leverancier verkrijger van de afnemers aan de klant oplegt om van leverancier te veranderen één maand.
   § 2. De CWaPE deelt haar beslissing bij aangetekend schrijven mee binnen een termijn van twee maanden, met ingang op de datum van ontvangst van de aanvraag. Ze deelt haar beslissing mee aan de administratie.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 47, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.22.Als de [1 "CWaPE"]1 vaststelt dat een vergunninghouder niet meer voldoet aan één van de toekenningscriteria of de bij of krachtens het decreet bepaalde verplichtingen niet nakomt, verwittigt ze hem bij een aangetekend schrijven waarin ze de motieven opgeeft.
  Ze bepaalt ook een termijn van hoogstens één maand, waarin de houder verzocht wordt zijn opmerkingen mee te delen of maatregelen te nemen om aan bedoelde voorwaarden en verplichtingen te voldoen. De [1 "CWaPE"]1 moet de houder horen als hij daarom verzoekt.
  [2 Desgevallend deelt de "CWaPE" haar beslissing tot intrekking van de vergunning mee aan de houder van de vergunning binnen een termijn van een maand, met ingang op de datum waarop de in het tweede lid bedoelde termijn verstrijkt, en geeft ze de administratie kennis hiervan.]2
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>
  (2)<BWG 2016-07-07/07, art. 48, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.23.§ 1. (In de gevallen bedoeld in de artikelen 18 of 19 vraagt de vergunninghouder de "CWaPE" om het behoud [1 ...]1 van de vergunning. Bij gebreke daarvan is de in artikel 22 bedoelde intrekkingsprocedure van toepassing.) <BWG 2006-07-13/71, art. 43, 002; Inwerkingtreding : 16-09-2006>
  § 2. [1 De leveringsvergunning kan behouden worden indien de in hoofdstuk II bedoelde voorwaarden vervuld zijn.
   Indien de houder niet meer voldoet aan de voorwaarden van hoofdstuk II, wordt de in artikel 22 bedoelde intrekkingsprocedure door de CWaPE opgestart.]1
  § 3. [1 § 3. De CWaPE geeft kennis van haar beslissing bij aangetekend schrijven. De CWaPE brengt binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van de aanvraag bedoeld in paragraaf 1, de administratie op de hoogte van haar beslissing over het behoud van de leveringsvergunning of het opstarten van de procedure bedoeld in artikel 22. De CWaPE hoort de houder als hij daarom verzoekt.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 49, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.23bis. [1 Wanneer de houder van een leveringsvergunning het type van zijn vergunning wenst te veranderen, richt hij een aanvraag tot herziening van de vergunning aan de CWaPE bij aangetekende brief of met overhandiging tegen ontvangstbewijs.
   De CWaPE onderzoekt de aanvraag tot herziening van de vergunning volgens de procedure bepaald in Hoofdstuk III.
   In afwijking van Hoofdstuk II, kan de CWaPE de aanvrager vrijstellen van het verstrekken van de bewijsstukken die reeds werden verstrekt tijdens de toekenningsprocedure van de oorspronkelijke vergunning of in het kader van het uitvoerig verslag bedoeld in artikel 17. ]1
  ----------
  (1)<Ingevoegd bij BWG 2016-07-07/07, art. 50, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>


Art.24.[1 De in de artikelen 21 tot 23bis bedoelde beslissingen tot intrekking, herziening of behoud van een vergunning die volgt op een verandering van naam of adres van zijn houder, worden bij uittreksel bekendgemaakt op de internetsite van de CWaPE.]1
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 51, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.25.Indien beslist wordt de vergunning in te trekken, moet de bestrafte houder [1 , in voorkomend geval, in het kader van een lopende wettelijk procedure,]1 zijn afnemers overdragen aan één of meer andere gasleverancier(s) met een vergunning en elke afnemer binnen dertig dagen na het besluit tot intrekking eerst kennis geven van de identiteit en het adres van de nieuwe leverancier. De aangewezen leverancier geeft de afnemers dertig dagen vóór de datum van hun overdracht kennis van zijn leveringsvoorwaarden.
  Bij gebrek aan een behoorlijk getekende overeenkomst met de [1 leverancier verkrijger van de afnemers]1, bedraagt de opzegtermijn die de aangewezen leverancier aan de klant oplegt om van leverancier te veranderen één maand.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 52, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 25bis.
  <Opgeheven bij BWG 2016-07-07/07, art. 53, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art. 25ter.
  <Opgeheven bij BWG 2016-07-07/07, art. 54, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

HOOFDSTUK VI. - Specifieke bepalingen voor leveranciers van gas uit hernieuwbare bronnen.
Art.26.De leverancier die als " leverancier van gas uit hernieuwbare bronnen " erkend wil worden, maakt daarop attent in de aanvraag bedoeld in artikel 13.
  De hoedanigheid van groene leverancier wordt eventueel nader bepaald in de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad bedoeld in artikel 16, derde lid.
  De lijst van de leveranciers van gas uit hernieuwbare bronnen wordt ook op de website van de [1 "CWaPE"]1 bekendgemaakt.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.27. Bij de indiening van de aanvraag bedoeld in artikel 13 en in het rapport bedoeld in artikel 17 worden de eigenschappen van gas uit hernieuwbare bronnen en de distributievoorwaarden nader bepaald door de leveranciers van gas uit hernieuwbare bronnen.

Art.28.Zestig dagen vóór de datum waarop een leverancier niet meer in aanmerking wenst te komen voor het label " leverancier van gas uit hernieuwbare bronnen " verwittigt hij zijn afnemers, de leverancier(s) van afnemers die in aanmerking komen voor het deel van de hoeveelheid geleverd gas uit hernieuwbare bronnen, alsook de [1 "CWaPE"]1. De [1 "CWaPE"]1 maakt een bericht bekend in het Belgisch Staatsblad en werkt de in artikel 26, derde lid, bedoelde lijst bij.
  ----------
  (1)<BWG 2016-07-07/07, art. 27, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

HOOFDSTUK VIbis. - Relaties met de netbeheerders
Art. 28bis. <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 46; Inwerkingtreding : 16-09-2006> De netbeheerders mogen de eindafnemers die beroep doen op een leverancier met een beperkte vergunning niet discriminerend behandelen t.o.v. de overige afnemers.

HOOFDSTUK VII. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art.29.
  <Opgeheven bij BWG 2016-07-07/07, art. 55, 003; Inwerkingtreding : 04-08-2016>

Art.30. Artikel 30, §§ 2 en 3, van het decreet en dit besluit treden in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad worden bekendgemaakt.

Art. 30bis. <Ingevoegd bij BWG 2006-07-13/71, art. 48; Inwerkingtreding : 16-09-2006> De artikelen 26 tot 28 worden opgeheven op 1 januari 2007.

Art. 31. De Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.