12 JUNI 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot vastlegging van de reis- en verblijfkostenvergoedingen en van de presentiegelden van de leden van het wetenschappelijk comité van het " Agence wallonne des Télécommunications " (Waals Agentschap voor Telecommunicatie) (VERTALING).
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. De leden van het wetenschappelijk comité van het " Agence wallonne des Télécommunications " ontvangen per zitting 250 euro presentiegeld.
§ 2. Het in § 1 bedoelde bedrag is slechts verschuldigd als de leden de zitting daadwerkelijk bijwonen; de door het lid ondertekende presentielijst heeft daarbij bewijskracht.
§ 3. Het in § 1 bedoelde bedrag wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld : daartoe wordt het aan het indexcijfer 138,01 gekoppeld.
Art.2. § 1. De reiskosten van de leden van het wetenschappelijk comité van het " Agence wallonne des Télécommunications " worden vergoed overeenkomstig de algemene reglementering inzake reiskosten die van toepassing is in het Waalse Gewest. Daartoe vermeldt de in artikel 1, § 2, bedoelde presentielijst afzonderlijk de afgelegde kilometers; aangezien ze getekend is, geldt ze als een waar en oprecht verklaarde aangifte.
§ 2. Op grond van bewijsstukken genieten de leden van het wetenschappelijk comité die hun woonplaats niet in België hebben, de terugbetaling van de kosten die ze gedragen hebben om de vergaderingen van het wetenschappelijk comité bij te wonen, met inachtneming van de reglementaire bepalingen van kracht in het Waalse Gewest.
Art.3. Dit besluit treedt in werking met terugwerkende kracht op de datum van de eerste benoemingen bij het wetenschappelijk comité, namelijk 23 juni 2000.
Art. 4. De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën en de Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 12 juni 2003.
De Minister-President,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Economie, K.M.O.'s, Onderzoek en Nieuwe Technologieën,
S. KUBLA
De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken,
M. DAERDEN.