17 JULI 2003. - [Besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2003 houdende sectorale voorwaarden i.v.m. de werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest en houdende integrale voorwaarden i.v.m. bepaalde werven voor de verwijdering van asbest in gebouwen en kunstwerken en op de werven voor de isolatie van asbest.](VERTALING)(Opschrift vervangen door ARW2022-02-03/04, art. 2; Inwerkingtreding : 16-02-2022)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 17-10-2003 en tekstbijwerking tot 16-02-2022)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Vestiging en bouw.
Art. 4
HOOFDSTUK III. - Exploitatie.
Art. 5-9
HOOFDSTUK IV. - Ongevallen- en brandpreventie.
Art. 10
HOOFDSTUK V. - Lucht.
Afdeling 1. - Algemeen.
Art. 11-14
Afdeling 2. - Algemeen hermetisch afgesloten zone.
Art. 15-16
Afdeling 3. - Plaatselijk hermetisch afgesloten zone.
Art. 17
Afdeling 4. - Algemene en plaatselijke hermetisch afgesloten zones.
Art. 18
Afdeling 5. - Afgebakende zone.
Art. 19
HOOFDSTUK VI. - Water.
Art. 20
HOOFDSTUK VII. - Afval.
Art. 21-22
HOOFDSTUK VIII. - Controle, zelfcontrole en -toezicht.
Afdeling 1. - Informatie die vóór het begin van de werken aan de overheden moet worden medegedeeld.
Art. 23-28
Afdeling 2. - Informatie die na de werken aan de technisch ambtenaar moet worden verstrekt.
Art. 29
Afdeling 3. - Individuele beschermingsuitrustingen.
Art. 30
Afdeling 4. - Ontvangbewijs van het afvalstoffenvervoer.
Art. 31
Afdeling 5. - Zelfcontroleverslag.
Art. 32
HOOFDSTUK IX. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 33
BIJLAGEN.
Art. N1-N5
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en begripsomschrijving.
Artikel 1. Bij dit besluit wordt Richtlijn 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest, gewijzigd bij Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991, inzonderheid op de artikelen 7 en 9, omgezet.
Art.2.[1 Deze sectorale voorwaarden zijn van toepassing op de werven voor de verwijdering of de isolatie van asbest, en op de asbesthoudende gebouwen of kunstwerken met inbegrip van de bijbehorende installaties, bedoeld in artikel 3quinquies en in rubriek 26.65.03.04.02 van bijlage I bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen projecten, van de ingedeelde installaties en activiteiten of van de installaties of activiteiten die een risico voor de bodem vormen.]1
----------
(1)<BWG 2022-02-03/04, art. 3, 004; Inwerkingtreding : 16-02-2022>
Art.3.Voor de toepassing van deze voorwaarden wordt verstaan onder :
1° asbest : de vezelachtige vorm van de hierna vernoemde silicaatmineralen behorende tot de groep der serpentijnen en amfibolen :
a) actinoliet (nr. CAS 77536-66-4);
b) amosiet (bruin asbest, nr. CAS 12172-73-5);
c) anthofylliet (nr. CAS 77536-67-5);
d) chrysotiel (wit asbest, nr. CAS 12001-29-5);
e) crocidoliet (blauw asbest, nr. CAS 12001-28-4);
f) tremoliet (nr. CAS 77536-68-6).
Worden gelijkgesteld met asbest :
a) asbesthoudende materialen;
b) materialen die in contact zijn gekomen met of besmet zijn door asbestvezels en die niet ter plaatse kunnen worden ontsmet met behulp van een stofzuiger en/of water.
2° broos asbest : asbest waarvan de vezels makkelijk afbrokkelen en waarvan de lijst van de toepassingen in bijlage 1 bij dit besluit wordt vermeld;
3° niet-broos asbest : asbest waarvan de vezels sterk gebonden zijn door een bindmiddel en waarvan de lijst van de toepassingen in bijlage 1 bij dit besluit wordt vermeld;
4° isolatie van asbest : fixatie van asbest door oppervlaktebedekking, impregnatie of afscherming;
5° oppervlaktebedekking : techniek die erin bestaat rechtstreeks op het asbest een bedekkingslaag aan te brengen;
6° impregnatie : techniek die erin bestaat een verdund bindmiddel aan te brengen dat door capillariteit diep in de bedekking zal doordringen, bij voorkeur tot de drager, en vervolgens ofwel rechtstreeks ofwel door toevoeging van een tweede bestanddeel zal polymeriseren;
7° afscherming : techniek die erin bestaat opnieuw een wand zonder contact met de bedekking aan te brengen of een laag op een drager aan te brengen die stevig aan de bedekking wordt vastgehecht;
8° algemeen hermetisch afgesloten zone : door middel van een rooktest ondoorlaatbaar verklaarde werkzone die in onderdruk wordt gebracht door extractoren met absolute filters. De wanden zijn met een dubbele plasticlaag bedekt en de toegang gebeurt via sassen;
9° afgebakende zone : veiligheidsperimeter die de werkzone door middel van reglementaire linten en pictogrammen ontoegankelijk maakt voor het publiek;
10° couveusezak-methode : techniek die erin bestaat kleine hoeveelheden broos asbest (met name warmte-isolatie, ventielen, voegen) te verwijderen in een zone die plaatselijk hermetisch wordt afgesloten door middel van een plastic zak die het mogelijk maakt de drager met behulp van handschoenen te behandelen;
11° ARAB : Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij het besluit van de Regent van 11 februari 1946 en het besluit van de Regent van 27 september 1947;
12° [1 ...]1
13° bestaande inrichting : elke inrichting waarvoor een vergunningsaanvraag is ingediend vóór de inwerkingtreding van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning en de inwerkingtreding van dit besluit;
14° technisch ambtenaar : de ambtenaar bedoeld in artikel 2 van het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning.
----------
(1)<BWG 2017-07-13/32, art. 47, 002; Inwerkingtreding : 07-10-2017>
HOOFDSTUK II. - Vestiging en bouw.
Art.4. Het publiek mag de werf niet betreden. Dit verbod wordt door de gepaste borden aangegeven.
HOOFDSTUK III. - Exploitatie.
Art.5. Alvorens asbest te behandelen, moeten de lokalen waar asbest wordt verwijderd of geïsoleerd, geledigd zijn van hun verplaatsbare inhoud. In die lokalen, aanpalende lokalen en lokalen waar asbest wordt opgeslagen dienen de luchtverversing en -ventilatie buiten dienst te worden gesteld, behalve de extractoren die de zones in onderdruk houden. De niet-verplaatsbare inhoud wordt tegen mogelijke asbestbesmetting beschermd.
Art.6. De afvoergangen en uitgangen moeten steeds van elke hindernis, en met name van alle materiaal en afval, worden vrijgehouden.
Art.7. Het asbestafval wordt per categorie gesorteerd en verpakt in ondoorlaatbare verpakkingen (dikte 100 'mu'm) alvorens uit de algemeen hermetisch afgesloten werkzone te worden weggevoerd via het materiaalsas waar het wordt ontstoft en vervolgens opnieuw in een ondoorlaatbare verpakking van PE of PVC of van een vergelijkbaar type wordt verpakt (dikte 200 'mu'm) alvorens te worden vervoerd naar een tijdelijke opslagplaats.
Scherp afval, wandpanelen, golfplaten, leien in asbestcement, "Menuiserite", "Glasal", "Massal", "Fassal", "Pical", "Pierrite", "Granité vloertegels" en de buizen van kleine en middelgrote afmeting in asbestcement worden verpakt in speciale verpakkingen : zakken met een dubbele wand waarvan de binnenwand in doorzichtig polyethyleen is (dikte van minstens 80 'mu'm) en waarvan de buitenwand in gevlochten polypropyleen is (dikte hoger dan 200 'mu'm of waarvan de wand bestaat uit bandjes in gewast polypropyleen van minimum (100g/m2)). Alvorens uit de algemeen hermetisch afgesloten werkzone te worden weggevoerd via het materiaalsas, worden ze ontstoft. <Erratum, zie B.St. 11.05.2004, p. 37764>
De dubbele verpakking bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel wordt hermetisch gesloten en voorzien van een etiket dat de aanwezigheid van asbest aangeeft overeenkomstig de bijlage bij het koninklijk besluit van 23 oktober 2001 tot beperking van het op de markt brengen, de vervaardiging en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (asbest).
Materiaal dat niet kan worden ontstoft, wordt behandeld als asbestafval.
Art.8. Het transport van het afval tussen de werf en de containers of het opslaglokaal gebeurt buiten de uren waarop de meeste bezetters van het gebouw aanwezig zijn als het traject van het asbestafval het traject kruist van de bezetters die niet werkzaam zijn bij de onderneming die het asbest verwijdert.
Art.9. Met het oog op het transport wordt het verpakte asbestafval in afgesloten scheepscontainers of in een afgesloten lokaal opgeslagen. De containers worden van een merkteken voorzien zodat de aard, de samenstelling en de hoeveelheid vervoerd afval kunnen worden herkend. Op de deur van het opslaglokaal wordt de vermelding "gevaar asbest" aangebracht.
De containers die op de openbare weg staan, worden omringd door een vaste omheining die elke toegang verhindert, behalve als het om containers gaat die onmiddellijk geladen zullen worden. Bij elke werkonderbreking, met inbegrip van de middagpauze, moeten de containers gesloten worden, zodat niemand toegang kan hebben tot de eventueel open gebleven zakken.
HOOFDSTUK IV. - Ongevallen- en brandpreventie.
Art.10. Het vereiste aantal bluseenheden per 100 m2 te beschermen vloeroppervlakte bedraagt minstens twee bluseenheden voor een hermetisch afgesloten zone en één bluseenheid buiten de hermetisch afgesloten zone. Elke muurhaspel kan voor drie blusapparaten worden gerekend. De haspels en blusapparaten zijn te allen tijde bereikbaar en worden jaarlijks gecontroleerd.
Onder bijzondere voorwaarden en mits de toestemming van de brandweerdienst kan worden afgeweken van het eerste lid.
HOOFDSTUK V. - Lucht.
Afdeling 1. - Algemeen.
Art.11. De metingen van de asbestconcentratie in de lucht worden uitgevoerd volgens de voorschriften in bijlage 4 bij dit besluit. In geval van werven voor de verwijdering van niet-broos asbest zonder aantasting, wordt het aan het oordeel van de toezichthoudende ambtenaar overgelaten of er al dan niet luchtmetingen moeten worden uitgevoerd.
Art.12. Alle filters van de meetpompen worden systematisch doormidden gesneden en gedurende een jaar bewaard onder zodanige omstandigheden dat een correcte analyse mogelijk is.
Art.13. Wanneer de normen herhaaldelijk worden overschreden, kan de met het toezicht belaste overheid eisen dat de filters door elektronische microscopie worden geanalyseerd.
Art.14. Naargelang van de kenmerken van de werf moet de asbestbehandeling plaatsvinden ofwel in een algemeen hermetisch afgesloten zone, ofwel in een plaatselijk hermetisch afgesloten zone ofwel in een algemeen en plaatselijk hermetisch afgesloten zone.
Afdeling 2. - Algemeen hermetisch afgesloten zone.
Art.15. Het behandelen van asbest, met inbegrip van het isoleren van gevlokt asbest, gebeurt in een hermetisch afgesloten zone, in onderdruk in vergelijking met het gebied erbuiten. Het afzuigdebiet wordt zo berekend dat in het afgesloten volume de lucht minstens drie- tot viermaal per uur wordt ververst.
Tussen de werkzone en de omgeving moet een statische onderdruk van minstens 10 Pa worden behouden. Er wordt bij voorkeur voor gezorgd dat de extractoren uitmonden buiten het gebouw waar de verwijderingswerken worden uitgevoerd. Elke afwijking van deze principes dient in het werkplan te worden verantwoord.
De onderdruk wordt op elk punt in de zone gewaarborgd. De meting ervan gebeurt buiten de luchtstroom die door de extractoren wordt veroorzaakt. Een monitor controleert voortdurend de onderdruk in de afgesloten zone. Elke onregelmatigheid wordt in het werfregister vermeld.
De uit de afgesloten zones weggezogen lucht moet met behulp van absolute filters worden gefilterd.
De omhulling moet dagelijks visueel worden gecontroleerd. Het resultaat van die inspecties en de genomen maatregelen bij eventuele onregelmatigheden worden in het werfregister vermeld.
Er wordt voorzien in een reserve-extractor of elk ander systeem dat het mogelijk maakt om bij eventuele bedrijfstoringen de onderdruk te behouden en de defecte extractor automatisch te vervangen.
Art.16. De volgende grenswaarden voor asbestvormige vezels in de lucht mogen gedurende de werken niet worden overschreden :
Bij elke luchtextractor | 0,010 vezel/cm3 |
Op de andere plaatsen in de omgeving (buiten de algemeen hermetisch afgesloten zone) | 0,010 vezel/cm3 boven de omgevingsconcentratie gemeten voor de aanvang van de werken |
Art. 16 en 18 | Voor een algemeen hermetisch afgesloten zone |
Art. 17. | Voor een plaatselijk hermetisch afgesloten zone |
Art. 19. | Voor een afgebakende zone |
Art. 20. | Voor de afvalwaterlozingen |