Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

17 JULI 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot vaststelling van de modaliteiten voor de toekenning van toelagen aan de gemeenten voor de aanwerving of het behoud van de indienstneming van één of verschillende adviseurs ruimtelijke ordening en milieuzaken (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-3



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1984900200 



Uitvoeringsbesluit(en):

2003201900 



Artikels:

Artikel 1. In titel I van boek IV van het " Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine ", wordt een hoofdstuk I quinquies ingevoegd, dat luidt als volgt :
  " HOOFDSTUK I quinquies ". - Toekenning van toelagen aan gemeenten voor de aanwerving of het behoud van de indienstneming van één of verschillende adviseurs ruimtelijke ordening en milieuzaken.
  Art. 257/1. De toekenning van een toelage voor de aanwerving of het behoud van de indienstneming van één of verschillende adviseurs ruimtelijke ordening en milieuzaken, is onderworpen aan volgende voorwaarden :
  1° de gemeente gaat over tot de aanwerving of het behoud van de indienstneming van een adviseur ruimtelijke ordening en milieuzaken binnen 6 maanden vanaf de beslissing tot toekenning van de toelage;
  2° de gemeente verbindt zich ertoe om een gemeentedienst stedenbouw op te richten uiterlijk bij de aanwerving of de beslissing tot behoud van de indienstneming van genoemde adviseur;
  3° de adviseur verbindt zich ertoe om een doorlopende opleiding inzake ruimtelijke ordening en milieuzaken te volgen.
  Art. 257/2. Om in aanmerking te komen voor de toelage, moet de gemeente overgaan tot de aanwerving of het behoud van de indienstneming van een adviseur ruimtelijke ordening en milieuzaken. Die moet :
  1° hetzij houder zijn van het diploma van architect of van elk universitair diploma, dat gepaard gaat of aangevuld wordt met een opleiding inzake ruimtelijke ordening en milieuzaken van minstens 150 uren, met ten minste 30 uren die duidelijk besteed zijn aan elk vak;
  2° hetzij houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs van het lange type, dat gepaard gaat of aangevuld wordt met een opleiding inzake ruimtelijke ordening en milieuzaken van minstens 150 uren, met ten minste 30 uren die duidelijk besteed zijn aan elk vak, enerzijds, en bewijs kunnen leveren van een ervaring van minstens 5 jaar beheer en praktijk inzake ruimtelijke ordening, stedenbouw en leefmilieu. Die ervaring kan worden teruggebracht tot 4 jaar voor zover ze werd opgedaan in gemeenten die gelijktijdig over een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement beschikken dat geldig is op het hele gemeentelijke grondgebied, alsook een gemeentelijk structuurplan en een gemeentelijke commissie anderzijds;
  3° hetzij bewijs kunnen leveren van een ervaring van minstens 10 jaar beheer en praktijk inzake ruimtelijke ordening, stedenbouw en leefmilieu. Die ervaring kan worden teruggebracht tot 8 jaar voor zover ze werd opgedaan in gemeenten die gelijktijdig over een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement beschikken dat geldig is op het hele gemeentelijke grondgebied, alsook een gemeentelijk structuurplan en een gemeentelijke commissie anderzijds.
  Art. 257/3. Het dossier betreffende de aanvraag om toelage wordt ingediend door het college van burgemeester en schepenen bij de Minister van Ruimtelijke Ordening, uiterlijk 30 oktober van het jaar dat voorafgaat aan de subsidiëring.
  Het bevat :
  1° een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij wordt beslist een adviseur ruimtelijke ordening en milieuzaken aan te werven, of een kopie van de beraadslaging van de gemeenteraad waarbij een statutair of contractueel personeelslid wordt aangewezen als adviseur ruimtelijke ordening en milieuzaken;
  2° een kopie van het(de) diploma('s) waarover genoemde adviseur beschikt;
  3° een beschrijving van de opdrachten, taken, doelstellingen en werkingsmiddelen van de gemeentedienst stedenbouw, die de wil van de gemeente moeten aantonen om zich geheel in te zetten voor het beheer van haar grondgebied, in het bijzonder door de rol van genoemde adviseur te verduidelijken;
  4° de opsomming van de loonkosten betreffende de aanwerving of het behoud van de indienstneming van genoemde adviseur.
  Art. 257/4. Twee of meer aangrenzende gemeenten mogen gezamenlijk een uniek dossier indienen betreffende de aanvraag om toelage voor de aanwerving van een adviseur ruimtelijke ordening en milieuzaken wiens activiteit wordt uitgeoefend op de respectieve grondgebieden van die gemeenten.
  Art. 257/5. Voor zover de aanvraag om toelage voldoet aan de voorwaarden die in dit hoofdstuk vastgelegd zijn en binnen de perken van de begrotingskredieten, wordt de toelage toegekend door de Minister van Ruimtelijke Ordening.
  Het bedrag van de toelage wordt forfaitair vastgelegd op 12.000 euro.
  De toelage wordt toegekend ten belope van maximum 200 % voor de gemeenten die gelijktijdig over een gemeentelijk stedenbouwkundig reglement beschikken dat geldig is op het hele gemeentelijke grondgebied en dat alle punten bedoeld in artikel 78, § 1, bevat, alsook een gemeentelijk structuurplan en een gemeentelijke commissie.
  De toelage wordt toegekend ten belope van maximum 150 % voor de gemeenten die over een gemeentelijke commissie beschikken, waarvan het ontwerp van gemeentelijk structuurplan het gunstige advies van de afgevaardigde ambtenaar heeft gekregen na voorlopig goedgekeurd te zijn door de gemeenteraad en waarvan het ontwerp van gemeentelijk stedenbouwkundig reglement dat geldig is op het hele gemeentelijke grondgebied en dat alle punten bedoeld in artikel 78, § 1, bevat, voorlopig goedgekeurd is door de gemeenteraad, uiterlijk op de dag waarop de aanvraag om toelage wordt ingediend.
  De toelage wordt toegekend ten belope van maximum 100 % voor de gemeenten die geen enkele voorwaarde bedoeld in de twee vorige leden vervullen.
  Wat betreft de aanvragen om toelage die gezamenlijk worden ingediend door twee of meer gemeenten, wordt de toelage toegekend aan elke gemeente volgens de in dit artikel vastgelegde criteria. Het globale bedrag van de toegekende toelage mag echter niet hoger zijn dan 300 % van het forfaitaire bedrag per aangeworven adviseur.
  Art. 257/6. De toelage wordt vereffend aan het einde van het afgelopen boekjaar, op grond van volgende stukken :
  1° een bewijs van de uitgaven met, o.a., de loonlast van de adviseur ruimtelijke ordening en milieuzaken en de werkingskosten betreffende zijn opdrachten;
  2° een uitvoerig activiteitenverslag betreffende de actie van de adviseur binnen de gemeentedienst stedenbouw alsook de betrokkenheid van de gemeente bij haar verantwoordelijkheden tegenover de ruimtelijke ordening van haar grondgebied, met een toekomstgerichte verduidelijking van haar kijk op de ontwikkeling van haar beleid op dat gebied;
  3° het bewijs dat de adviseur opleidingen inzake ruimtelijke ordening en milieuzaken heeft gevolgd in de loop van het jaar waarop de toelage betrekking heeft.
  Wat betreft het jaar van de indiensttreding van genoemde adviseur, wordt de toelage vereffend naar rata van het aantal gepresteerde maanden.
  De aanvragen om vereffening van de toelage, vergezeld van de in het eerste lid, 1° tot 3°, bedoelde stukken, worden toegestuurd aan de Minister van Ruimtelijke Ordening uiterlijk 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarop de toelage betrekking heeft.
  De Minister van Ruimte Ordening kan de inhoud van het in het eerste lid, 2°, bedoelde verslag verduidelijken.
  Wat betreft de aanvragen om toelage die gezamenlijk door twee of meer gemeenten ingediend worden, mag een uniek verslag worden opgemaakt op voorwaarde dat de acties en gevolgen betreffende elk gemeentelijk grondgebied worden geïdentificeerd.
  Het activiteitenverslag wordt overgebracht naar de " Commission régionale d'Aménagement du Territoire " binnen de in het derde lid bedoelde termijn.

Art.2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3. De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Namen, 17 juli 2003.
  De Minister-President,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
  De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu,
  M. FORET.