28 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur van de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf (PC 145). (Opschrift vervangen door KB2024-03-21/14, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 28-03-2024)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-10-2003 en tekstbijwerking tot 28-03-2024)
Art. 1-4
Artikel 1.[1 Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf binnen de volgende beperkingen:
- voor de werklieden zijn er geen beperkingen met betrekking tot het toepassingsgebied van dit besluit;
- voor de bedienden is het toepassingsgebied van dit besluit beperkt tot de bedienden die nauw betrokken zijn bij de werkzaamheden van de werklieden.]1
----------
(1)<KB 2024-03-21/14, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 28-03-2024>
Art.2.De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld door de artikelen 19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of door een collectieve arbeidsovereenkomst die van toepassing is op de werkgevers bedoeld in artikel 1, mogen overschreden worden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een referteperiode van één jaar, gemiddeld de arbeidsduur vastgesteld door de wet of de collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt.
[1 Voor de deelsectoren bloementeelt, boomkwekerijen en het aanleggen en onderhouden van parken en tuinen, loopt de referteperiode van 1 oktober tot 30 september van het daaropvolgend jaar, tenzij een andere referteperiode opgenomen is in het arbeidsreglement.]1
[1 Voor de deelsectoren groententeelt en fruitteelt loopt de referteperiode van 1 april tot 31 maart van het daaropvolgend jaar, tenzij een andere referteperiode opgenomen is in het arbeidsreglement]1.
In geen enkel geval zal de arbeidsduur elf uur per dag of vijftig uur per week mogen overschrijden.
----------
(1)<KB 2024-03-21/14, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 28-03-2024>
Art.3. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2003.
Art. 4.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.