Details





Titel:

24 JANUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling en indeling van de ambten in het buitengewoon onderwijs (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 11-04-2003 en tekstbijwerking tot 01-12-2023)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Ambten in het buitengewoon basisonderwijs.
Art. 2-7, 7bis, 8-11
HOOFDSTUK III. - Ambten in het buitengewoon secundair onderwijs.
Art. 12-19, 19bis
HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen.
Art. 20, 20bis, 21-27, 27bis, 27ter, 28-29
HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen.
Art. 30-31
HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art. 32-33



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1991030448  1991035180 



Uitvoeringsbesluit(en):

2004035214  2005036373  2005036534  2006036845  2006036909  2014036928 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het paramedisch personeel, het sociaal personeel, het orthopedagogisch personeel, het psychologisch personeel, het medisch personeel, (het beleids- en ondersteunend,) het opvoedend hulppersoneel en het administratief personeel, (het ondersteunend personeel) die tewerkgesteld zijn in instellingen voor buitengewoon onderwijs die worden gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. <BVR 2003-12-05/70, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2003> <BVR 2006-09-08/45, art. 8, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2006>
  § 2. Dit besluit is niet van toepassing op de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel :
  1° die een wervingsambt uitoefenen in de opleidingsvorm 4;
  2° die een selectie- of bevorderingsambt uitoefenen in instellingen waar uitsluitend de opleidingsvorm 4 wordt georganiseerd, met uitzondering van de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs van type 5 die opgericht zijn vanaf 1 september 1986 volgens [1 artikel 288 van de codificatie betreffende het secundair onderwijs]1.
  ----------
  (1)<BVR 2010-12-17/39, art. 359, 46), 006; Inwerkingtreding : 04-07-2011>

HOOFDSTUK II. - Ambten in het buitengewoon basisonderwijs.
Art.2. De ambten die de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel kunnen uitoefenen in het buitengewoon basisonderwijs, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming;
  b) onderwijzer algemene en sociale vorming;
  c) leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding;
  d) leermeester algemene en sociale vorming, compensatietechniek-braille in type 6;
  e) leermeester godsdienst;
  f) leermeester niet-confessionele zedenleer;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  a) directeur;
  b) directeur van een medisch-pedagogisch instituut gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap.

Art.3. De ambten die de leden van het paramedisch personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) ergotherapeut;
  b) kinderverzorger;
  c) kinesitherapeut;
  d) logopedist;
  e) verpleger;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.4. De ambten die de leden van het sociaal personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) maatschappelijk werker;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.5. De ambten die de leden van het psychologisch personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) psycholoog;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.6. De ambten die de leden van het orthopedagogisch personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) orthopedagoog;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.7. De ambten die de leden van het medisch personeel in het buitengewoon basisonderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) arts;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art. 7bis.<Ingevoegd bij BVR 2003-12-05/70, art. 2; Inwerkingtreding : 01-09-2003> De ambten die de leden van het beleids- en ondersteunend personeel kunnen uitoefenen in het buitengewoon basisonderwijs worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) administratief medewerker;
  b) (ICT-coördinator;) <BVR 2005-09-30/40, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
  (NOTA : de wijziging aangebracht bij BVR 2005-09-30/40, art 1 werd een tweede maal gepubliceerd in het B.St. van 16-12-2005, op pagina 54025, zie BVR 2005-09-30/49)
  (c) zorg-coördinator.) <BVR 2005-09-30/40, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
  (NOTA : de wijziging aangebracht bij BVR 2005-09-30/40, art 1 werd een tweede maal gepubliceerd in het B.St. van 16-12-2005, op pagina 54025, zie BVR 2005-09-30/49)
  [1 d) beleidsondersteuner.]1
  2° selectieambten:
  [2 adjunct-directeur.]2
  3° bevorderingsambten
  nihil
  ----------
  (1)<BVR 2022-04-22/17, art. 32, 009; Inwerkingtreding : 01-01-2022>
  (2)<BVR 2023-09-15/35, art. 36, 011; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.8.
  <Opgeheven bij BVR 2023-07-14/23, art. 56, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.9.
  <Opgeheven bij BVR 2023-07-14/23, art. 56, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.10. § 1. De ambten die de leden van het paramedisch personeel kunnen uitoefenen in de semi-internaten, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) ergotherapeut;
  b) kinderverzorger;
  c) kinesitherapeut;
  d) logopedist;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.
  § 2. De ambten die de leden van het psychologisch personeel kunnen uitoefenen in de semi-internaten, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) orthopedagoog;
  b) psycholoog;
  c) pedagoog;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.
  § 3. De ambten die de leden van het opvoedend hulppersoneel kunnen uitoefenen in de semi-internaten worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) opvoeder;
  2° selectieambten :
  a) hoofdopvoeder;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.
  § 4. De ambten die de leden van het administratief personeel kunnen uitoefenen in de semi-internaten worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) klerk-typist;
  b) opsteller;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.11.
  <Opgeheven bij BVR 2014-11-21/08, art. 22,3°, 007; Inwerkingtreding : 01-09-2015>

HOOFDSTUK III. - Ambten in het buitengewoon secundair onderwijs.
Art.12. De ambten die de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel kunnen uitoefenen in het buitengewoon secundair onderwijs, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) leraar algemene en sociale vorming;
  b) leraar algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding;
  c) leraar algemene en sociale vorming, compensatietechniek-braille in type 6;
  d) leraar beroepsgerichte vorming;
  e) leraar niet-confessionele zedenleer;
  f) godsdienstleraar;
  2° selectieambten :
  a) technisch adviseur;
  b) adjunct-directeur;
  3° bevorderingsambten :
  a) technisch adviseur-coördinator;
  b) directeur.

Art.13. De ambten die de leden van het paramedisch personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) ergotherapeut;
  b) kinderverzorger;
  c) kinesitherapeut;
  d) logopedist;
  e) verpleger;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.14. De ambten die de leden van het sociaal personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) maatschappelijk werker;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.15. De ambten die de leden van het psychologisch personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) psycholoog;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.16. De ambten die de leden van het orthopedagogisch personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) orthopedagoog;
  2° selectieambten :
  nihil;
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.17. De ambten die de leden van het medisch personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgesteld en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) arts;
  2° selectieambten :
  nihil.
  3° bevorderingsambten :
  nihil.

Art.18.
  <Opgeheven bij BVR 2023-07-14/23, art. 56, 010; Inwerkingtreding : 01-09-2023>

Art.19. <BVR 2006-09-08/45, art. 10, 004; Inwerkingtreding : 01-09-2006> De ambten die de leden van het administratief personeel in het buitengewoon secundair onderwijs kunnen uitoefenen, worden als volgt vastgelegd en ingedeeld :
  1° wervingsambten :
  a) bode-kamerbewaarder;
  2° selectieambten :
  a) nihil
  3° bevorderingsambten :
  a) nihil.

Art. 19bis.<Ingevoegd bij BVR 2006-09-08/45, art. 11; Inwerkingtreding : 01-09-2006> § 1. De ambten die de leden van het ondersteunend personeel kunnen uitoefenen in het buitengewoon secundair onderwijs bestaan uit de volgende wervingsambten :
  1° administratief medewerker;
  2° opvoeder.
  [1 3° ICT-coördinator.]1
  (NOTA van Justel : er is geen § 2.)
  ----------
  (1)<BVR 2021-09-03/19, art. 14, 008; Inwerkingtreding : 01-09-2021>

HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen.
Art.20. De ambten opgesomd, in artikel 2 van dit besluit vervangen, de volgende ambten :
  1° Het wervingsambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming vervangt het wervingsambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming in het buitengewoon kleuteronderwijs en het wervingsambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming in het buitengewoon basisonderwijs;
  2° Het wervingsambt van onderwijzer algemene en sociale vorming vervangt de wervingsambten van onderwijzer algemene en sociale vorming in het buitengewoon lager onderwijs en van onderwijzer algemene en sociale vorming in het buitengewoon basisonderwijs;
  3° Het wervingsambt van leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding vervangt de wervingsambten van leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding in het buitengewoon lager onderwijs en van leermeester algemene en sociale vorming, specialiteit lichamelijke opvoeding in het buitengewoon basisonderwijs;
  4° Het wervingsambt van leermeester algemene en sociale vorming compensatietechniek- braille in type 6 vervangt de wervingsambten van leermeester algemene en sociale vorming compensatietechniek-braille in type 6 van het buitengewoon kleuteronderwijs, van leermeester algemene en sociale vorming compensatietechniek- braille in type 6 van het buitengewoon lager onderwijs en van leermeester algemene en sociale vorming compensatietechniek-braille in type 6 van het buitengewoon basisonderwijs;
  5° Het wervingsambt van leermeester godsdienst vervangt de wervingsambten van leermeester godsdienst in het buitengewoon lager onderwijs en van leermeester godsdienst in het buitengewoon basisonderwijs;
  6° Het wervingsambt van leermeester niet-confessionele zedenleer vervangt de wervingsambten van leermeester niet-confessionele zedenleer in het buitengewoon lager onderwijs en van leermeester niet-confessionele zedenleer in het buitengewoon basisonderwijs;
  7° Het bevorderingsambt van directeur vervangt de bevorderingsambten van directeur in het buitengewoon kleuteronderwijs, van directeur in het buitengewoon lager onderwijs, van directeur in het buitengewoon basisonderwijs;
  8° Het bevorderingsambt van directeur van een medisch-pedagogisch instituut gefinancierd door de Vlaamse Gemeenschap vervangt het bevorderingsambt van directeur van een medisch-pedagogisch instituut van de Vlaamse Gemeenschap.

Art. 20bis. <Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/40, art. 2; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
  (NOTA : de wijziging aangebracht bij BVR 2005-09-30/40, art 2 werd een tweede maal gepubliceerd in het B.St. van 16-12-2005, op pagina 54025, zie BVR 2005-09-30/49)
  Het wervingsambt van ICT-coördinator vervangt de wervingsambten van administratief medewerker of beleidsmedewerker, ingericht op basis van de puntenenveloppe ICT, vermeld in artikel X.52 van het decreet betreffende het onderwijs XIV van 14 februari 2003, en/of ingericht op basis van de puntenenveloppe toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt voor ICT, als vermeld in artikel 125duodecies van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997.
  Het wervingsambt van zorg-coördinator vervangt het wervingsambt van beleidsmedewerker, ingericht op basis van de puntenenveloppe, toegekend aan de scholengemeenschap en gebruikt voor zorg, als vermeld in artikel 125duodecies van het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997.

Art.21. De ambten, opgesomd in artikel 3 van dit besluit, vervangen de volgende ambten :
  1° Het ambt van kinderverzorger vervangt de ambten van kinderverzorger die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs;
  2° Het ambt van verpleger vervangt de ambten van verpleger die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs;
  3° Het ambt van kinesitherapeut vervangt de ambten van kinesitherapeut die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs;
  4° Het ambt van logopedist vervangt de ambten van logopedist die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs;
  5° Het ambt van ergotherapeut vervangt de ambten van ergotherapeut die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs.

Art.22. Het ambt van maatschappelijk werker vervangt de ambten van maatschappelijk werker die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs.

Art.23. Het ambt van psycholoog vervangt de ambten van psycholoog die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs.

Art.24. Het ambt van orthopedagoog vervangt het ambt van orthopedagoog dat de leden van het psychologisch personeel uitoefenden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs.

Art.25. Het ambt van arts vervangt de ambten van arts die uitgeoefend werden in het buitengewoon kleuter-, lager en basisonderwijs.

Art.26. § 1. Het ambt van technisch adviseur vervangt het ambt van werkmeester.
  § 2. Het ambt van adjunct-directeur vervangt het ambt van onderdirecteur.
  § 3. Het ambt van technisch adviseur-coördinator vervangt het ambt van werkplaatsleider.

Art.27. De personeelsleden die vóór de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in dienst waren in één van de ambten die door dit besluit worden vervangen, worden geacht zich in het nieuwe ambt in dezelfde administratieve toestand te bevinden, als in het ambt dat vervangen wordt. De diensten, gepresteerd in het opgeheven ambt, worden geacht te zijn gepresteerd in het vervangende ambt.

Art. 27bis. <Ingevoegd bij BVR 2005-09-30/40, art. 3; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
  (NOTA : de wijziging aangebracht bij BVR 2005-09-30/40, art 3 werd een tweede maal gepubliceerd in het B.St. van 16-12-2005, op pagina 54025, zie BVR 2005-09-30/49)
  (leden afgeschaft) <BVR 2006-09-01/99, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2005>
  De personeelsleden die op 31 augustus 2005 vastbenoemd zijn in het ambt van administratief medewerker op basis van de puntenenveloppe ICT, zoals bedoeld in artikel X.52. van het decreet betreffende het onderwijs XIV van 14 februari 2003 behouden het voordeel van de weddenschaal verbonden aan het door hen op 31 augustus 2005 uitgeoefende ambt.

Art. 27ter. (opgeheven) <BVR 2006-09-01/99, art. 4, 005; Inwerkingtreding : 01-09-2005>

Art.28. De personeelsleden die op 31 augustus 2002 vastbenoemd en als dusdanig erkend zijn, daar waar de erkenning bestaat, hetzij gelijkgesteld zijn met de vastbenoemde of definitief erkende personeelsleden in een selectieambt van kleuteronderwijzeres aan een oefenschool worden op 1 september 2002 beschouwd zich te bevinden in dezelfde statutaire toestand als voor het wervingsambt van respectievelijk kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming en onderwijzer algemene en sociale vorming. Zij behouden de weddenschaal die zij verworven hadden in het selectieambt. Zij blijven ertoe gehouden verder de verplichtingen na te komen, verbonden aan dit selectieambt.

Art.29. De op 31 augustus 2002 bestaande betrekkingen van het wervingsambt van bijzonder leermeester heilgymnastiek, bijzonder leermeester logopedie, bijzonder leermeester inwijding in de muziek, leermeester bijzondere vakken, met uitzondering van lichamelijke opvoeding, en de op dezelfde datum bestaande betrekkingen van het selectieambt van leermeester bijzondere vakken aan een lagere oefenschool, andere specialiteiten dan lichamelijke opvoeding, blijven behouden tot op de dag dat de titularis de betrekking definitief verlaat. Zij blijven de weddenschaal behouden die zij verworven hadden. Indien zij de weddenschaal van een selectieambt genoten, blijven zij ertoe gehouden de verplichtingen die verbonden zijn aan dit selectieambt na te komen.

HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen.
Art.30. Artikel 1 en 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1990 tot vaststelling en indeling van de ambten van de leden van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen worden, voor wat het buitengewoon basisonderwijs en het buitengewoon secundair onderwijs betreft, opgeheven.

Art.31. Het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 1990 tot vaststelling en indeling van de ambten in het buitengewoon onderwijs wordt opgeheven.

HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen.
Art.32. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2002.

Art. 33. De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.