14 FEBRUARI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot oprichting en samenstelling van de Vlaamse UNESCO-Commissie. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 20-03-2003 en tekstbijwerking tot 12-10-2020)
HOOFDSTUK I. - Instelling.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Taken.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - Samenstelling.
Art. 3-5
HOOFDSTUK IV. - Benoeming.
Art. 6
HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen.
Art. 7-11
HOOFDSTUK I. - Instelling.
Artikel 1.<BVR 2006-03-10/36, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006> Bij het [1 Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken]1' wordt een Vlaamse UNESCO-Commissie opgericht, hierna de Commissie te noemen.
----------
(1)<BVR 2020-09-11/13, art. 34, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
HOOFDSTUK II. - Taken.
Art.2. § 1. De Commissie streeft ernaar de doelstellingen van UNESCO zo breed mogelijk ingang te doen vinden in de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest en bevordert de deelneming van daarvoor in aanmerking komende personen en instellingen aan de voorbereiding en uitvoering van de programma's van UNESCO. De Commissie vormt het aanspreekpunt in Vlaanderen met betrekking tot de informatieverstrekking door UNESCO. Daartoe werkt zij samen met UNESCO, de Nationale Commissies van de lidstaten van UNESCO, de federale overheid en de andere Gemeenschappen en Gewesten in België en met de daarvoor in aanmerking komende Vlaamse instellingen en personen.
§ 2. (De Commissie geeft voorlichting over de doelstellingen, het programma en de werkzaamheden van UNESCO. De Commissie werkt daartoe samen met de bevoegde departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid en met andere instellingen en verenigingen die werkzaam zijn binnen de UNESCO-domeinen van onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie.) <BVR 2006-03-10/36, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
§ 3. De Commissie geeft de Vlaamse regering of de Vlaamse ministers voor wat hun bevoegdheden betreft, schriftelijk advies over de volgende materies :
- het ontwerpplan van UNESCO voor de middellange-termijnstrategie en de follow-up daarvan;
- het tweejaarlijkse ontwerpprogramma en ontwerpbudget van UNESCO en de follow-up daarvan;
- door UNESCO voorgestelde specifieke initiatieven, aandachtspunten, activiteiten en bijzondere programma's;
- voorstellen voor samenwerking tussen UNESCO en Vlaanderen.
(Daartoe kan de Commissie vooraf overleg plegen met de departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid die werkzaam zijn op het domein van UNESCO-materies. Die departementen en agentschappen kunnen op hun beurt vooraf overleg plegen met de Commissie over hun activiteiten op dat vlak.) <BVR 2006-03-10/36, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
HOOFDSTUK III. - Samenstelling.
Art.3. § 1. De Commissie bestaat uit twaalf stemgerechtigde leden, waaronder een voorzitter, die de vergaderingen van de Commissie voorzit en de Commissie naar buitenuit vertegenwoordigt.
§ 2. (Van de twaalf stemgerechtigde leden zijn er vijf ambtenaren van de departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid, die respectievelijk werkzaam zijn binnen de voornaamste beleidsdomeinen van UNESCO, namelijk onderwijs, cultuur, monumenten en landschappen, wetenschap en media.) <BVR 2006-03-10/36, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
§ 3. (De Commissie bestaat voorts uit de volgende leden met raadgevende stem :
"1° een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor het Buitenlands Beleid en de Europese Aangelegenheden;
2° een ambtenaar van het departement Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel, Internationale Samenwerking en Toerisme;
3° de algemeen secretaris.) <BVR 2006-03-10/36, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
§ 4. De leden dienen elk vertrouwd te zijn met de algemene werking van UNESCO en een meer specifieke kennis te bezitten op het vlak van één van voormelde UNESCO-domeinen, met inbegrip van de internationale samenwerking en de gelijkheid van kansen.
Art.4.<BVR 2006-03-10/36, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006> Voor de leiding van het secretariaat wordt de Commissie bijgestaan door een ambtenaar van het [1 Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken]1. Die ambtenaar voert de titel van algemeen secretaris en is ook belast met de contacten met UNESCO.
----------
(1)<BVR 2020-09-11/13, art. 35, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
Art.5. De Commissie kan deskundigen uitnodigen om met betrekking tot specifieke onderwerpen aan de gedachtewisseling deel te nemen. In het raam van haar werkzaamheden kan de Commissie permanente en ad hoc werkgroepen oprichten en zich hiervoor door deskundigen laten bijstaan.
HOOFDSTUK IV. - Benoeming.
Art.6.§ 1. De voorzitter en de stemgerechtigde leden van de Commissie worden benoemd door de Vlaamse regering op voordracht van de Vlaamse ministers bevoegd voor het onderwijs, het wetenschaps- en technologisch innovatiebeleid, de cultuur, de monumenten, de landschappen, het mediabeleid, de gelijke kansen en het buitenlands beleid en de Europese aangelegenheden.
(De Vlaamse minister, bevoegd voor het Buitenlands beleid en de Europese Aangelegenheden, wijst zijn vertegenwoordiger aan. De algemeen secretaris en de ambtenaar van het [1 Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken]1 worden benoemd door de leidende ambtenaar van het departement.) <BVR 2006-03-10/36, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-04-2006>
§ 2. De duur van het mandaat van de voorzitter en van de stemgerechtigde leden bedraagt zes jaar. Tijdens de eerste legislatuur van de Commissie loopt het mandaat van de helft van de leden na drie jaar af. Het mandaat is één maal hernieuwbaar. Indien een lid zijn mandaat voortijdig beëindigt, wordt een nieuw lid benoemd conform artikel 6, § 1. Dit lid zal het desbetreffende mandaat voltooien en kan slechts één nieuw mandaat innemen.
----------
(1)<BVR 2020-09-11/13, art. 36, 003; Inwerkingtreding : 01-09-2020>
HOOFDSTUK V. - Algemene bepalingen.
Art.7. De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op, dat door de Vlaamse regering wordt goedgekeurd.
Art.8. De Commissie stelt na elk kalenderjaar een eindverslag op, dat ze ieder jaar voor 1 april aan de Vlaamse regering voorlegt.
Art.9. Het besluit van de Vlaamse regering van 18 september 1991 tot oprichting en samenstelling van de Vlaamse UNESCO-Commissie, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 1994, wordt opgeheven.
Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 14 februari 2003.
Art. 11. De Vlaamse minister bevoegd voor de gelijke kansen, de Vlaamse minister bevoegd voor de cultuur, de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs, de Vlaamse minister bevoegd voor het mediabeleid, de Vlaamse minister bevoegd voor het wetenschaps- en technologisch innovatiebeleid, de Vlaamse minister bevoegd voor het buitenlands beleid, de Vlaamse minister bevoegd voor de monumenten en de Vlaamse minister bevoegd voor de landschappen, is ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.