Details



Externe links:

Justel
Reflex
Staatsblad pdf



Titel:

19 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder werknemers ter beschikking kunnen worden gesteld van gebruikers in het kader van doorstromingsprogramma's. (NOTA : Opgeheven voor de Duitstalige Gemeenschap bij DDG2016-04-25/10, art. 71, 8°, 003; Inwerkingtreding : 01-10-2016) (NOTA : opgeheven voor Waals Gewest door DWG2017-02-02/22, art. 20, 004; Inwerkingtreding : 01-07-2017)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 03-03-2003 en tekstbijwerking tot 16-03-2017)



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2007012393 



Artikels:

Artikel 1. De werkgever die een werknemer ter beschikking stelt in het kader van een doorstromingsprogramma legt de voorwaarden en de duur van de terbeschikkingstelling vast in een geschrift ondertekend door de werkgever, de werknemer en de gebruiker.
  Dit geschrift wordt opgesteld vóór het begin van de terbeschikkingstelling. Een afschrift ervan wordt door de werkgever overgezonden naar de federale Minister bevoegd voor de werkgelegenheid, die hiervan een afschrift bezorgt aan de voor de erkenning van het betrokken doorstromingsprogramma bevoegde gewestminister.

Art.2. De totale duur van de terbeschikkingstelling tijdens de periode van tewerkstelling met een doorstromingscontract is beperkt tot maximaal negen maanden.
  (Tweede lid opgeheven) <KB 2007-05-10/62, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2007>

Art.3. De gebruiker zorgt ervoor dat de aangeboden arbeid beantwoordt aan de bekwaamheden en verwachtingen van de werknemer en zorgt voor het onthaal van de werknemer en zijn begeleiding op de werkvloer.
  De gebruiker mag de werknemer niet inschakelen ter vervanging van werknemers die hij in dienst heeft.

Art.4. De werknemer heeft minstens recht op het loon dat hij zou genieten mocht hij bij zijn werkgever tewerkgesteld zijn.
  In geen geval mogen het loon, de vergoedingen en de voordelen lager zijn dan deze die de werknemers ontvangen die dezelfde functie bij de gebruiker uitoefenen.

Art.5. Dit besluit treedt in werking op 1 april 2003.

Art. 6. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.