6 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat het gebruik van het begrip " hoofdverblijfplaats " betreft, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Art. 1-9
Artikel 1. Artikel 27 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 december 1992, 12 augustus 1994, 13 juni 1999, 23 november 2000, 10 juni 2001 en 19 december 2001, wordt aangevuld met een 12°, luidend als volgt :
" 12° hoofdverblijfplaats : de verblijfplaats in de zin van artikel 3 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. "
Art.2. In artikel 66, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " gewone verblijfplaats " vervangen door het woord " hoofdverblijfplaats ".
Art.3. In artikel 71 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 mei 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in het eerste lid, 2°, worden de woorden " gewone verblijfplaats " vervangen door het woord " hoofdverblijfplaats ";
2° het tweede lid, 2°, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 2° de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder vrijstelling van aanmelding ter gemeentelijke controle toegekend kan worden en de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder de werknemer zich kan aanmelden op de werklozencontrole in een andere gemeente dan deze van zijn hoofdverblijfplaats. "
Art.4. Artikel 72, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
" De werklozencontrole wordt uitgeoefend door de gemeentebesturen onder toezicht van het werkloosheidsbureau. Elke gemeente moet één of meer personeelsleden aanwijzen voor het afstempelen van de controlekaarten van de werklozen die hun hoofdverblijfplaats op haar grondgebied hebben of die zich overeenkomstig artikel 71 kunnen aanmelden op de werklozencontrole in een andere gemeente dan deze van hun hoofdverblijfplaats ".
Art.5. In artikel 133 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 mei 1993, 14 maart 1995, 22 november 1995, 9 juni 1997, 8 augustus 1997, 9 juli 2000 en 13 juni 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, 6°, worden de woorden " gewone verblijfplaats " vervangen door het woord " hoofdverblijfplaats ";
2° in § 2, 4°, worden de woorden " gewone verblijfplaats " vervangen door het woord " hoofdverblijfplaats ".
Art.6. In artikel 134 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° in § 1, 1° worden de woorden " gewone verblijfplaats " vervangen door het woord " hoofdverblijfplaats ";
2° in § 2, 2°, worden de woorden " gewone verblijfplaats " vervangen door het woord " hoofdverblijfplaats ".
Art.7. In artikel 142, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " gewone verblijfplaats " vervangen door het woord " hoofdverblijfplaats ".
Art.8. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 9. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 6 februari 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Werkgelegenheid,
Mevr. L. ONKELINX.