Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

18 JULI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 22 oktober 1999 betreffende de uitvoering van het podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 1998 betreffende de uitvoering van het muziekdecreet van 31 maart 1998 en de subsidiëring van compositieopdrachten voor muziektheater.



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999036414 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 4, § 1, § 2 en § 3, van het besluit van de Vlaamse regering van 22 oktober 1999 betreffende de uitvoering van het podiumkunstendecreet van 18 mei 1999 en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 19 mei 1998 betreffende de uitvoering van het muziekdecreet van 31 maart 1998 en de subsidiëring van compositieopdrachten voor muziektheater, wordt het woord " seizoen " vervangen door het woord " werkingsjaar ".

Art.2. In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt het woord " seizoen " vervangen door het woord " werkingsjaar ".

Art.3. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 9. § 1. De subsidies, bedoeld in artikel 12, § 1, van het Podiumkunstendecreet, worden als volgt beschikbaar gesteld :
  1° in elk werkingsjaar worden er drie schijven van telkens 25 procent van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, uitbetaald op zijn vroegst op respectievelijk 3 januari, 1 april en 1 juli;
  2° een vierde schijf van 23 procent van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, wordt uitbetaald op zijn vroegst op 1 oktober;
  3° het saldo van 2 procent van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden.
  § 2. In afwijking van § 1, worden de subsidies, bedoeld in artikel 12, § 1, van het Podiumkunstendecreet, die worden verleend voor de eerste vierjarige periode waarvoor subsidiëring kan worden aangevraagd, als volgt beschikbaar gesteld :
  1° in elk werkingsjaar worden er drie schijven van telkens 25 procent van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, uitbetaald op zijn vroegst op respectievelijk 1 juli, 1 oktober en 3 januari;
  2° een vierde schijf van 23 procent van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, wordt uitbetaald op zijn vroegst op 1 april;
  3° het saldo van 2 procent van de subsidie die voor dat werkingsjaar is toegekend, wordt uitbetaald nadat de administratie heeft vastgesteld dat de voorwaarden waaronder de subsidie toegekend werd, nageleefd werden. "

Art.4. In artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit wordt het woord " seizoen " vervangen door het woord " werkingsjaar ".

Art.5. In artikel 19, § 1 en § 4, van hetzelfde besluit wordt het woord " seizoen " vervangen door het woord " werkingsjaar ".

Art.6. In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt het woord " seizoen " telkens vervangen door het woord " werkingsjaar ".

Art.7. In artikel 23, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° tussen de woorden " in artikel 12, § 1, " en de woorden " van het decreet " worden de woorden " en artikel 39, § 1, " ingevoegd;
  2° tussen de woorden " in artikel 25, § 1, " en de woorden " van het decreet " worden de woorden " en artikel 39, § 5, " ingevoegd.

Art.8. In artikel 24 van hetzelfde besluit wordt het woord " seizoen " vervangen door het woord " werkingsjaar ".

Art.9. In artikel 25, § 1, van hetzelfde besluit worden tussen de woorden " artikel 33, § 2, " en de woorden " van het decreet " de woorden " en artikel 40, § 4, " ingevoegd.

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2003.

Art. 11. De Vlaamse minister, bevoegd voor de cultuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 18 juli 2003.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  B. SOMERS
  De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken,
  P. VAN GREMBERGEN