28 APRIL 2003. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 25 maart 2003 houdende de bijzondere maatregelen inzake het uitrijden van dierlijke mest tot uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, c), van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Art. 1-5
Artikel 1. Aan het ministerieel besluit van 25 maart 2003 houdende de bijzondere maatregelen inzake het uitrijden van dierlijke mest tot uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, c), van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, gewijzigd bij ministerieel besluit van 8 april 2003, 15 april 2003 en 16 april 2003, wordt het volgende toegevoegd :
aan artikel 1 wordt een 6° toegevoegd die luidt als volgt :
" 6° Transportcombinatie : een unieke combinatie van ofwel een trekker, oplegger en chauffeur, ofwel een vrachtwagen, aanhangwagen en chauffeur ofwel een tractor, aanhangwagen met chauffeur. "
Art.2. Aan het ministerieel besluit van 25 maart 2003 houdende de bijzondere maatregelen inzake het uitrijden van dierlijke mest tot uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, c), van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, gewijzigd bij ministerieel besluit van 8 april 2003, 15 april 2003 en 16 april 2003, wordt het volgende toegevoegd :
aan artikel 2 wordt een § 3 toegevoegd die luidt als volgt :
" § 3, 1° Alle bedrijven in de beschermingszones, alle pluimveebedrijven en gemengde bedrijven waar ook pluimvee wordt gehouden en gelegen in de bufferzone en alle andere pluimveebedrijven en gemengde bedrijven waar ook pluimvee wordt gehouden en waar in het kader van het ministerieel besluit houdende de tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de aviaire influenza beperkende maatregelen van kracht zijn, zijn verplicht om de vaste dierlijke mest die buiten de inrichting is opgeslagen onmiddellijk af te dekken met plasticfolie.
2 ° Alle bedrijven in de beschermingszones, alle pluimveebedrijven en gemengde bedrijven waar ook pluimvee wordt gehouden en gelegen in de bufferzone en alle andere pluimveebedrijven en gemengde bedrijven waar ook pluimvee wordt gehouden en waar in het kader van het ministerieel besluit houdende de tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de aviaire influenza beperkende maatregelen van kracht zijn, zijn verplicht om de vaste dierlijke mest bij verwijdering uit de stal, naast de inrichting op te slagen en onmiddellijk af te dekken met een plastic folie.
3 ° Enkel indien een bevoegde ambtenaar heeft vastgesteld dat de mest die moet verwijderd worden uit de inrichting niet kan opgeslagen worden naast deze inrichting, kan de vaste mest van de pluimveebedrijven en gemengde bedrijven waar ook pluimvee wordt gehouden en gelegen in de bufferzone en alle andere pluimveebedrijven en gemengde bedrijven waar ook pluimvee wordt gehouden en waar in het kader van ministerieel besluit houdende de tijdelijke maatregelen ter bestrijding van de aviaire influenza beperkende maatregelen van kracht zijn, in tegenstelling tot de bepalingen van artikel 2, § 3, 2°, verplaatst worden naar de kopakker van het dichtst bijgelegen perceel in de beschermingszone van een gebruiker van deze vaste dierlijke mest. De mest moet eveneens onmiddellijk afgedekt worden met een plastic folie. "
Art.3. Aan het ministerieel besluit van 25 maart 2003 houdende de bijzondere maatregelen inzake het uitrijden van dierlijke mest tot uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, c), van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, gewijzigd bij ministerieel besluit van 8 april 2003, 15 april 2003 en 16 april 2003, wordt het volgende toegevoegd :
aan artikel 2 wordt een § 4 toegevoegd die luidt als volgt :
" § 4, 1° De dierlijke mest van alle pluimveebedrijven en gemengde bedrijven gelegen in de beschermingszones mag enkel verwijderd worden van het bedrijf naar een verbrandingsoven, waar de mest zal worden vernietigd.
2° De pluimveemest van alle pluimveebedrijven en gemengde bedrijven waar ook pluimvee wordt gehouden en die gelegen zijn in de bufferzone kunnen enkel verwijderd worden van de inrichting door de mest te vervoeren naar een verwerkingsinstallatie die door de diensten van het federaal voedselagentschap hiervoor zijn aangeduid. "
Art.4. Aan het ministerieel besluit van 25 maart 2003 houdende de bijzondere maatregelen inzake het uitrijden van dierlijke mest tot uitvoering van artikel 17, § 6, 1°, c), van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, gewijzigd bij ministerieel besluit van 8 april 2003, 15 april 2003 en 16 april 2003, wordt volgende toegevoegd :
aan artikel 2 wordt een § 5 toegevoegd die luidt als volgt :
" § 5 Het vervoer en de spreiding van dierlijke mest in de bufferzone mag enkel gebeuren door een transportcombinatie die zich beperkt tot het transport en de spreiding in de bufferzone. Het vervoer en de spreiding van dierlijke mest buiten de bufferzone mag enkel gebeuren door een transportcombinatie die zich beperkt tot het transport en de spreiding buiten de bufferzone. Een transportcombinatie bedoeld voor het transport binnen de bufferzone mag niet gebruikt worden voor een transport, noch voor de spreiding buiten de bufferzone. Enkel indien de vervoerscombinatie gedurende 7 dagen in quarantaine wordt gehouden en de vervoersmiddelen volledig worden ontsmet, kan een vervoerscombinatie van binnen de bufferzone ingezet worden buiten de bufferzone. "
Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 28 april 2003.
Brussel, 28 april 2003.
V. DUA.