17 JULI 2003. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 17 februari 2003 betreffende de erkenning en bevordering van de verfraaiingscomités, verenigingen voor het vreemdelingenverkeer en van de koepelverenigingen ervan, alsmede van de informatiebureaus en informatiepunten (VERTALING). (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 31-10-2003 en tekstbijwerking tot 01-10-2010)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Definities.
Art. 1
Samenstelling van de koepelverenigingen.
Art. 2
Erkenning.
Art. 3
HOOFDSTUK II. - Subsidiëring.
Bijzondere initiatieven van de verenigingen voor het vreemdelingenverkeer.
Art. 4
Informatiebureaus.
Art. 5
Informatiepunten.
Art. 6
Gemeenschappelijke bepalingen.
Art. 7
HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen voor informatiebureaus en informatiepunten.
Lokalen.
Art. 8
Openingsuren.
Art. 9
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Inwerkingtreding.
Art. 10
Slotbepaling.
Art. 11
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Definities.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :
1° het decreet : het decreet van 17 februari 2003 betreffende de erkenning en bevordering van de verfraaiingscomités, verenigingen voor het vreemdelingenverkeer en van de koepelverenigingen ervan, alsmede van de informatiebureaus en informatiepunten;
2° het Ministerie : de afdeling van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap bevoegd inzake Toerisme;
3° verfraaiingscomités : de comités bedoeld in artikel 1 van het decreet;
4° verenigingen voor het vreemdelingenverkeer : de verenigingen bedoeld in artikel 2 van het decreet;
5° koepelvereniging : de koepelvereniging bedoeld in artikel 3 van het decreet;
6° informatiebureaus : de informatiebureaus bedoeld in artikel 10 van het decreet;
7° informatiepunten : de informatiepunten bedoeld in artikel 11 van het decreet.
Samenstelling van de koepelverenigingen.
Art.2.De statuten van de koepelvereniging zorgen ervoor dat het lidmaatschap open is voor elk verfraaiingscomité en elke vereniging voor het vreemdelingenverkeer van de gemeente.
In de koepelvereniging kan elke vereniging opgenomen worden die in de gemeente gevestigd is en aan de bevordering van het toerisme in het algemeen doet.
[1 ...]1
----------
(1)<BDG 2010-06-24/09, art. 1, 003; Inwerkingtreding : 11-10-2010>
Erkenning.
Art.3. De aanvraag om erkenning als verfraaiingscomité, vereniging voor het vreemdelingenverkeer of koepelvereniging moet bij het Ministerie op het ad hoc formulier ingediend worden.
Bij de aanvraag moeten de bewijzen gevoegd worden waaruit blijkt dat voldaan wordt aan de voorwaarden bepaald in de artikelen 1, 2 of 3 van het decreet.
HOOFDSTUK II. - Subsidiëring.
Bijzondere initiatieven van de verenigingen voor het vreemdelingenverkeer.
Art.4. Binnen de perken van de ter beschikking gestelde begrotingskredieten beloopt de toelage bedoeld in artikel 7 van het decreet 50 % van de aanneembare uitgaven, met een maximum van (euro 1.402) per jaar en per vereniging voor het vreemdelingenverkeer. <BDG 2008-02-07/37, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2008>
Informatiebureaus.
Art.5. Naast de in artikel 12 van het decreet bepaalde bewijzen moeten volgenden documenten bij de subsidiëringsaanvraag worden gevoegd :
1° een financieringsplan, met inbegrip van de personeelskosten;
2° een afschrift van de huurovereenkomst of het eigendomsbewijs m.b.t. de lokalen naargelang het geval;
3° een schema van de lokalen;
4° een inventaris van de inrichting;
5° als het niet gaat om het eerste activiteitsjaar, een staat met de openingsuren van het afgelopen jaar.
Informatiepunten.
Art.6. Naast de in artikel 13 van het decreet bepaalde bewijzen moeten volgenden documenten bij de subsidiëringsaanvraag worden gevoegd :
1° een afschrift van de huurovereenkomst of het eigendomsbewijs m.b.t. de lokalen naargelang het geval;
2° een schema van de lokalen;
3° een inventaris van de inrichting;
4° als het niet gaat om het eerste activiteitsjaar, een staat met de openingsuren van het afgelopen jaar.
Gemeenschappelijke bepalingen.
Art.7. De subsidiëringsaanvraag moet door de inrichtende macht bij het Ministerie op het ad hoc formulier ingediend worden.
HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen voor informatiebureaus en informatiepunten.
Lokalen.
Art.8. § 1. De lokalen van de informatiebureaus en de uitrusting ervan omvatten ten minste :
1° een opvanglokaal voor de persoonlijke begeleiding van de gasten, met een onthaaldesk, zetels en folderrekken;
2° een bureauruimte, tenminste visueel van het opvanglokaal gescheiden, waarin ten minste twee personen tegelijk kunnen werken;
3° een reserve voor het informatie- en decoratiemateriaal, gemakkelijk toegankelijk en in de onmiddellijke nabijheid gelegen;
4° een permanent beschikbare gesprekruimte.
§ 2. De lokalen van de informatiepunten en de uitrusting ervan omvatten ten minste een opvang-/administratielokaal voor de persoonlijke begeleiding van de gasten, met een onthaaldesk, zetels en folderrekken.
§ 3. Het informatiebureau of informatiepunt beschikt over een moderne uitrusting voor elektronische communicatie en gegevensverwerking die hem in staat stelt zijn administratieve en informatieve opdrachten te vervullen.
§ 4. De Minister bevoegd inzake Toerisme kan de lokalen en uitrusting bepaald in de §§ 1 tot 3 preciseren.
Openingsuren.
Art.9. De openingsuren beantwoorden aan de vraag en aan de plaatselijke gegevens. Zij maken het o.a. mogelijk, de drukste tijdstippen te dekken.
Informatiebureaus zijn ten minste 265 dagen per jaar, 6 uren per dag open.
Informatiepunten zijn ten minste 100 dagen per jaar, 4 uren per dag open.
De Minister bevoegd inzake Toerisme kan de openingsuren preciseren.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Inwerkingtreding.
Art.10. Voorliggend besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Slotbepaling.
Art. 11. De Minister bevoegd inzake Toerisme is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 juli 2003.
De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
K.-H. LAMBERTZ
De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme,
B. GENTGES.