24 JULI 2003. - Besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap tot oprichting van het Paritair Comité voor het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs (VERTALING).
Oprichting.
Art. 1
Aantal van werkende leden en plaatsvervangers.
Art. 2
Duur van het mandaat.
Art. 3
Algemeen reglement.
Art. 4
Vergoedingen.
Art. 5
Opheffing.
Art. 6
Uitvoering.
Art. 7
Oprichting.
Artikel 1. Er wordt voor het gesubsidieerd vrij confessioneel onderwijs en voor de gesubsidieerde vrije confessionele P.M.S.-centra een paritair comité opgericht, hierna " comité " genoemd.
Aantal van werkende leden en plaatsvervangers.
Art.2. Het aantal van de werkende leden en plaatsvervangers die vermeld zijn in artikel 102, lid 1, van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij P.M.S.-centrum wordt voor elke categorie op 5 vastgelegd.
Duur van het mandaat.
Art.3. § 1. Het mandaat van de voorzitter, van de ondervoorzitter, van de werkende leden en van de plaatsvervangers duurt 5 jaar. Het is hernieuwbaar.
§ 2. Het mandaat van de voorzitter, van de ondervoorzitter, van de werkende leden en van de plaatsvervangers neemt voortijdig een einde in geval van :
1° ontslagneming,
2° overlijden.
Het mandaat van de werkende leden en van de plaatsvervangers neemt ook een einde wanneer de groeperingen van de inrichtende machten of van het personeel die het betrokken lid hebben voorgesteld om vervanging verzoeken.
De plaatsvervanger beëindigt het mandaat. Er wordt een nieuwe plaatsvervanger benoemd.
Algemeen reglement.
Art.4. Het comité beslist over de aangelegenheden die op initiatief van de voorzitter, van een groepering van de inrichtende machten of van de personeelsleden of van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap voorgelegd worden en waarvoor het comité bevoegd is met toepassing van het decreet van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij P.M.S.-centrum, inzonderheid artikel 104.
Vergoedingen.
Art.5. De voorzitter of de ondervoorzitter en alle leden verkrijgen per zitting een reiskostenvergoeding overeenkomstig artikel 2 van het besluit van de Regering van 12 juli 2001 tot harmonisatie van het presentiegeld en van de reisvergoedingen in instellingen en raden van beheer van de Duitstalige Gemeenschap.
De voorzitter of de ondervoorzitter verkrijgt per zitting een presentiegeld van euro 37.
Opheffing.
Art.6. Het besluit van de Executieve van 12 november 1990 tot oprichting van Paritaire Comités voor het gesubsidieerd vrij onderwijs en tot vaststelling van hun benaming, bevoegdheid, samenstelling en werkwijze wordt opgeheven.
Uitvoering.
Art. 7. De Minister bevoegd inzake Onderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 24 juli 2003.
De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
K.-H. LAMBERTZ
De Minister van Onderwijs en Vorming, Toerisme en Cultuur,
B. GENTGES.