17 DECEMBER 2002. - Besluit van de Regering van de Duitstaligen Gemeenschap houdende wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 1975 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg (VERTALING).
Art. 1-7
Artikel 1. Artikel 1, 3°, van het koninklijk besluit betreffende de erkenning en de subsidiëring van de diensten voor geestelijke gezondheidszorg, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 28 maart 2002, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" 3° dienst : erkende dienst voor geestelijke gezondheidszorg, bestaande uit een overeenkomstig artikel 6, § 1, multidisciplinaire equipe die ambulant diagnosen stelt en psychische stoornissen behandelt. "
Art.2. In de artikels 5, 14, § 2, 17, 18, 21 en 24 van hetzelfde besluit worden de woorden " dienst voor geestelijke gezondheidszorg " vervangen door het woord " dienst ", zo nodig met grammaticale aanpassing.
In de artikels 5, 22, 23 en 24 van hetzelfde besluit worden de woorden " Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort " vervangen door het woord " Minister ", zo nodig met grammaticale aanpassing.
In de artikels 8 et 18 van hetzelfde besluit wordt het woord " equipe " vervangen door de woorden " multidisciplinaire equipe ", zo nodig met grammaticale aanpassing.
Art.3. Het opschrift van de afdeling 2 van hoofdstuk II van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende : " Afdeling 2 - Multidisciplinaire equipes en bekwaming ".
Art.4. Artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 28 maart 2002, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" § 1 - De sector van een dienst omvat in beginsel ten minste 50 000 personen. De Minister kan door een gemotiveerde beslissing die gesteund is op bijzondere plaatselijke omstandigheden een dienst toelaten een minder bevolkte sector te bedienen. "
(Lid 2 geldt niet voor de Nederlandse tekst).
Art.5. Artikel 25, lid 1, van hetzelfde besluit, vervangen door het besluit van de Regering van 28 maart 2002, wordt vervangen door de volgende bepaling :
" Binnen de perken van de beschikbare middelen kunnen de diensten, overeenkomstig de navolgende bepalingen, een jaarlijkse toelage verkrijgen voor de aanneembare personeels- en werkingskosten. "
Art.6. Voorliggend besluit heeft uitwerking op 1 januari 2002.
Art. 7. De Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 december 2002.
De Minister-President, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport,
K.-H. LAMBERTZ
De Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden,
H. NIESSEN.