11 SEPTEMBER 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het voorkooprecht(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 05-11-2003 en tekstbijwerking tot 15-07-2019)
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - De aan het voorkooprecht onderworpen perimeter.
Art. 2-4
HOOFDSTUK III. - De uitoefening van het voorkooprecht door een voorkooprechthebbende overheid voor rekening van derden.
Afdeling 1. - Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat vermeld als voorkooprechthebbende overheid.
Art. 5-7
Afdeling 2. - Een Gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat vermeld als voorkooprechthebbende instelling.
Art. 8-10
Afdeling 3. - de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij staat vermeld als voorkooprechthebbende overheid.
Art. 11-13
HOOFDSTUK IV. - De betekeningen [1 ...]1 in geval van onderhandse overdracht.
Art. 14-15
HOOFDSTUK IVbis. [1 Elektronische communicatiemiddelen ]1
Art. 15/1, 15/2
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art. 16-17
BIJLAGE.<
Art. N
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.
Artikel 1.[1 Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt begrepen onder :
1° Het BWRO : het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening;
2° De administratie : de administratie belast met stedenbouw ]1.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
HOOFDSTUK II. - De aan het voorkooprecht onderworpen perimeter.
Art.2.Het besluit houdende vaststelling van de voorkoopperimeter vermeldt :
1° de nagestreefde doelstelling(en) van openbaar nut [1, alsook de motivering van deze doelstellingen;]1
2° de voorkooprechthebbende overheden, met vermelding van hun orde van prioriteit [1 , alsook de motivering van de keuze van deze voorkooprechthebbende overheden;]1
3° een plan waarop de voorkoopperimeter op schaal 1/10.000e of 1/5.000e afgebeeld staat, [1 en de motivering van de grondinneming van de voorkoopperimeter.]1
4° [1 ...]1
5° [1 ...]1
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art.3.De aanvraag waarmee een voorkooprechthebbende overheid de Regering verzoekt een [1 artikel 260 van het BWRO]1 wordt gericht aan de Minister of de Staatssecretaris tot wiens bevoegdheden [1 de stadsvernieuwing]1 behoort. Deze aanvraag herneemt de in artikel 2 bedoelde aanwijzingen, met uitzondering van het 2°.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art.4.De herinneringsbrief die volgt op de aanvraag waarmee een voorkooprechthebbende overheid de Regering verzoekt een in [1 artikel 260 van het BWRO]1, wordt gericht aan de Minister of de Staatssecretaris tot wiens bevoegdheden [1 de stadsvernieuwing]1 behoort.
Die brief moet het volgende bevatten :
1° de naam en het adres van de aanvrager;
2° de woorden : " Dit schrijven is een herinnering aan onze aanvraag om de Regering een voorkoopperimeter te laten vaststellen bij toepassing van artikel 4 van de ordonnantie van 18 juli 2002 inzake het voorkooprecht.
Deze aanvraag, waarvan u een kopie vindt als bijlage, werd u bij een ter post aangetekende brief betekend op.....; het ontvangstbewijs is gedateerd op..... ".
Bij de herinneringsbrief wordt een kopie van de in artikel 3 bedoelde aanvraag ingesloten, samen met het bewijs van de aangetekende zending en het ontvangstbewijs.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
HOOFDSTUK III. - De uitoefening van het voorkooprecht door een voorkooprechthebbende overheid voor rekening van derden.
Afdeling 1. - Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat vermeld als voorkooprechthebbende overheid.
Art.5. Wanneer het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als voorkooprechthebbende overheid vermeld wordt, is het bevoegd om een contract af te sluiten met één of meerdere instellingen van gewestelijk openbaar nut zonder voorkooprecht om de modaliteiten vast te stellen waardoor zij het voorkooprecht zou kunnen uitoefenen voor rekening van die instelling(en) in het kader van de in het besluit houdende vaststelling van de voorkoopperimeter bepaalde doelstellingen van openbaar nut.
Dit contract vermeldt daarenboven de volgende elementen :
1° de nagestreefde doelstelling(en) van openbaar nut uit de lijst van doelstellingen die vermeld staan in het besluit houdende vaststelling van de voorkoopperimeter;
2° in geval van veelheid van ondertekenende instellingen van gewestelijk openbaar nut, hun orde van prioriteit.
Art.6.§ 1. In geval van onderhandse overdracht betekent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen de acht dagen van de bij toepassing van [1 artikel 266, § 3 van het BWRO]1 uitgevoerde betekening, een kopie ervan aan elke instelling van gewestelijk openbaar nut die partij is bij het in artikel 5 bedoeld contract.
§ 2. Binnen de 40 dagen van de betekening door de notaris van een volledig of als dusdanig beschouwd dossier, geeft elke ondertekenende instelling van gewestelijk openbaar nut kennis aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van :
1. hetzij haar beslissing afstand te doen van de aan het Gewest gegeven opdracht om het voorkooprecht in haar naam en onder de in het dossier vermelde voorwaarden uit te oefenen;
2. hetzij haar beslissing het Gewest opdracht te geven het voorkooprecht in haar naam en onder de in het dossier vermelde voorwaarden uit te oefenen overeenkomstig [1 artikel 267 van het BWRO]1.
De ontstentenis van betekening van een instelling van gewestelijk openbaar nut binnen de termijn staat gelijk met het afstand doen van het opdracht geven om het voorkooprecht uit te oefenen.
§ 3. Wanneer het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het voorkooprecht niet in haar naam wenst uit te oefenen en het opdracht heeft gekregen het voorkooprecht uit te oefenen voor één of meerdere bovengenoemde instelling(en) van gewestelijk openbaar nut, geeft zij kennis aan de [1 Administratie]1, overeenkomstig artikel 11 van de ordonnantie, van haar beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen aan de in het dossier vermelde prijs en voorwaarden voor rekening van de instelling van gewestelijk openbaar nut die ze aanduidt in naleving van de door het in artikel 5 bedoelde contract vastgelegde orde van prioriteit.
Bij haar beslissing voegt het een kopie van de beslissing van de instelling van openbaar nut waarbij het hiervoor opdracht krijgt.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art.7.§ 1. [1 In geval van een openbare verkoop, fysiek of gedematerialiseerd, betekent het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan iedere gewestelijke instelling van openbaar nut die partij is bij het contract bedoeld in artikel 5, binnen de acht dagen volgend op de betekening die werd uitgevoerd in toepassing van artikel 269, § 1, tweede lid van het BWRO, een kopie van het bestek van de openbare verkoop met vermelding van de datum van de eerste zitting in geval van fysieke openbare verkoop of, in geval van gedematerialiseerde verkoop, met vermelding van de dag van het begin en van het einde van het opbod]1.
[1 Binnen de 8 dagen volgend op de in bovenstaande paragraaf bedoelde betekening en ten laatste 8 dagen voor het begin van het opbod, betekent iedere ondertekenende gewestelijke instelling van openbaar nut aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :
-of haar beslissing tot het afzien van het verlenen van een mandaat voor het uitoefenen van het voorkooprecht in haar naam;
- of haar beslissing tot het verlenen van een mandaat voor de uitoefening van het voorkooprecht in haar naam waarbij de maximumprijs, kosten niet inbegrepen, die de instelling bereid is te betalen voor het goed, wordt gepreciseerd.]1.
De ontstentenis van betekening van een instelling van openbaar gewestelijk belang binnen de termijn staat gelijk met het afstand doen van het opdracht geven om het voorkooprecht uit te oefenen.
§ 2. Wanneer het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het voorkooprecht niet in haar naam wenst uit te oefenen en het de opdracht heeft gekregen het voorkooprecht uit te oefenen voor één of meerdere bovengenoemde instelling(en) van gewestelijk openbaar nut, [1 neemt het deel, op fysieke of gedematerialiseerde wijze, aan de openbare verkoop en, voor wat betreft de fysieke openbare verkopen, het opbod]1 voor rekening van de instelling van gewestelijk openbaar nut die ze aanduidt in naleving van de door het in artikel 5 bedoeld contract vastgelegde orde van prioriteit.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Afdeling 2. - Een Gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat vermeld als voorkooprechthebbende instelling.
Art.8. Wanneer een gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als voorkooprechthebbende overheid vermeld staat, is zij bevoegd om een contract af te sluiten met haar Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn om de modaliteiten vast te stellen waardoor zij het voorkooprecht voor rekening van haar Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn zou kunnen uitoefenen.
Dit contract vermeldt daarenboven de door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn nagestreefde doelstelling(en) van openbaar nut uit de lijst van doelstellingen die vermeld staan in het besluit houdende vaststelling van de voorkoopperimeter
Art.9.§ 1. Binnen de acht dagen van de bij toepassing van [1 artikel 266, § 3 van het BWRO]1 uitgevoerde betekening, geeft de gemeente kennis van een kopie ervan aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn.
§ 2. Binnen de 40 dagen van de betekening door de notaris van een volledig of als dusdanig beschouwd dossier, geeft het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn nut kennis aan de gemeente van :
1. hetzij zijn beslissing afstand te doen van de aan de gemeente gegeven opdracht om het voorkooprecht in zijn naam en onder de in het dossier vermelde voorwaarden uit te oefenen;
2. hetzij zijn beslissing de gemeente opdracht te geven het voorkooprecht in zijn naam en onder de in het dossier vermelde voorwaarden uit te oefenen overeenkomstig [1 artikel 267 van het BWRO]1.
De ontstentenis van betekening van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn binnen de termijn staat gelijk met het afstand doen van het opdracht geven om het voorkooprecht uit te oefenen.
§ 3. Wanneer de gemeente het voorkooprecht niet in haar naam wenst uit te oefenen en zij opdracht heeft gekregen het voorkooprecht uit te oefenen voor haar Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn, geeft zij kennis aan de [1 Administratie]1, overeenkomstig artikel 11 van de ordonnantie, van haar beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen aan de in het dossier vermelde prijs en voorwaarden voor rekening van haar Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn.
Bij haar beslissing voegt het een kopie van de beslissing van haar Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn waarbij het hiervoor opdracht krijgt.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art.10.§ 1.[1 § 1. In geval van een openbare verkoop, fysiek of gedematerialiseerd, betekent de gemeente aan haar Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn die partij is bij het contract bedoeld in artikel 8, binnen de acht dagen volgend op de betekening die werd uitgevoerd in toepassing van artikel 269, § 1, tweede lid van het BWRO, een kopie van het bestek van de openbare verkoop met vermelding van de datum van de eerste zitting in geval van fysieke openbare verkoop of, in geval van gedematerialiseerde verkoop, met vermelding van de dag van het begin en van het einde van het opbod.
Binnen de 8 dagen volgend op de in bovenstaande paragraaf bedoelde betekening en ten laatste 8 dagen voor het begin van het opbod betekent het ondertekenende Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn aan de gemeente :
- of zijn beslissing tot het afzien van het verlenen van een mandaat voor het uitoefenen van het voorkooprecht in zijn naam;
- of zijn beslissing tot het verlenen van een mandaat voor de uitoefening van het voorkooprecht in zijn naam waarbij de maximumprijs, kosten niet inbegrepen, die het centrum bereid is te betalen voor het goed, wordt gepreciseerd.
De ontstentenis van betekening van het Centrum voor Maatschappelijk Welzijn binnen de termijn staat gelijk met het afstand doen van het verlenen van een mandaat om het voorkooprecht uit te oefenen.]1
§ 2. Indien de Gemeente haar voorkooprecht niet in haar naam wenst uit te voeren en indien zij het mandaat tot uitoefening van het voorkooprecht voor haar Openbaar Centrum van Maatschappelijk Welzijn heeft verkregen, [1 dan neemt zij deel, op fysieke of gedematerialiseerde wijze, aan de openbare verkoop en, voor wat betreft de fysieke openbare verkopen, het opbod]1 voor rekening van het Openbaar Centrum van Maatschappelijk Welzijn.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 7, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Afdeling 3. - de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij staat vermeld als voorkooprechthebbende overheid.
Art.11. Wanneer de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij als voorkooprechthebbende overheid vermeld staat, is zij bevoegd om een contract af te sluiten met één of meerdere openbare vastgoedmaatschappijen en/of met het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om de modaliteiten vast te stellen waardoor zij het voorkooprecht voor rekening van die maatschappij(en) en/of voor het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou kunnen uitoefenen.
Dit contract vermeldt daarenboven :
1. de nagestreefde doelstelling(en) van openbaar nut uit de lijst van doelstellingen die vermeld staan in het besluit houdende vaststelling van de voorkoopperimeter;
2. in geval van veelheid hetzij van ondertekenende instellingen van gewestelijk openbaar nut, hetzij van één of meerdere instellingen van openbaar nut en het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hun orde van prioriteit.
Art.12.§ 1. In geval van onderhandse overdracht geeft de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij binnen de acht dagen van de bij toepassing van [1 artikel 266, § 3 van het BWRO]1 van de ordonnantie uitgevoerde betekening, kennis van een kopie van deze betekening aan elke openbare vastgoedmaatschappij en/of aan het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die partij is bij het in artikel 11 bedoeld contract.
§ 2. Binnen de 40 dagen van de betekening door de notaris van een volledig of als dusdanig beschouwd dossier, geeft elke ondertekenende openbare vastgoedmaatschappij en/of het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kennis aan het Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij van :
1. hetzij haar beslissing afstand te doen van de aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij gegeven opdracht om het voorkooprecht in haar naam en onder de in het dossier vermelde voorwaarden uit te oefenen;
2. hetzij haar beslissing de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij opdracht te geven het voorkooprecht in zijn naam en onder de in het dossier vermelde voorwaarden uit te oefenen overeenkomstig [1 artikel 267 van het BWRO]1.
De ontstentenis van betekening van een openbare vastgoedmaatschappij en/of van het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen de termijn staat gelijk met het afstand doen van het opdracht geven om het voorkooprecht uit te oefenen.
§ 3. Wanneer de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij het voorkooprecht niet in haar naam wenst uit te oefenen en het opdracht heeft gekregen het voorkooprecht uit te oefenen voor één of meerdere openbare vastgoedmaatschappijen en/of van het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, geeft zij kennis aan de [1 Administratie]1, overeenkomstig artikel 11 van de ordonnantie, van haar beslissing om het voorkooprecht uit te oefenen aan de in het dossier vermelde prijs en voorwaarden voor rekening van de openbare vastgoedmaatschappij en/of van het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die ze aanduidt in naleving van de in artikel 11 bedoeld contract vastgelegde orde van prioriteit.
Bij haar beslissing voegt zij een kopie van de beslissing van de openbare vastgoedmaatschappij of van het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarbij zij hiervoor opdracht krijgt.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art.13.§ 1. [1 In geval van een openbare verkoop, fysiek of gedematerialiseer, betekent de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij aan iedere openbare vastgoedmaatschappij en/of aan het Woningfonds van de gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die partij is bij het contract bedoeld in artikel 11, binnen de acht dagen volgend op de betekening die werd uitgevoerd in toepassing van artikel 269, § 1, tweede lid van het BWRO, een kopie van het bestek van de openbare verkoop met vermelding van de datum van de eerste zitting in geval van fysieke openbare verkoop of, in geval van gedematerialiseerde verkoop, met vermelding van de dag van het begin en van het einde van het opbod.
Binnen de 8 dagen volgend op de in bovenstaande paragraaf bedoelde betekening en ten laatste 8 dagen voor het begin van het opbod, betekent iedere ondertekenende openbare vastgoedmaatschappij en/of het Woningfonds van de gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :
- of haar/zijn beslissing tot het afzien van het verlenen van een mandaat voor het uitoefenen van het voorkooprecht in haar/zijn naam;
- of haar/zijn beslissing tot het verlenen van een mandaat voor de uitoefening van het voorkooprecht in haar/zijn naam waarbij de maximumprijs, kosten niet inbegrepen, die zij/het bereid is te betalen voor het goed, wordt gepreciseerd]1.
De ontstentenis van betekening van een openbare vastgoedmaatschappij en/of het Woningfonds van de gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen de termijn staat gelijk met het afstand doen van het opdracht geven om het voorkooprecht uit te oefenen.
§ 2. Indien de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij haar voorkooprecht niet in haar naam wenst uit te voeren en indien zij het mandaat tot uitoefening van het voorkooprecht voor één of meerdere voorvermelde openbare huisvestingsmaatschappijen en/of het Woningfonds van de gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft verkregen, [1 dan neemt zij deel, op fysieke of gedematerialiseerde wijze, aan de openbare verkoop en, voor wat betreft de fysieke openbare verkopen, het opbod]1voor rekening van de openbare vastgoedmaatschappij of het Woningfonds van de gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die ze aanduidt in naleving van de door het in artikel 11 bedoeld contract vastgelegde orde van prioriteit.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 8, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
HOOFDSTUK IV. - De betekeningen [1 ...]1 in geval van onderhandse overdracht.
----------
(1)
Art.14.[1 Bij de intentieverklaring tot overdracht, de voorlopige overeenkomst of het ontwerp van akte van overdracht die/dat wordt betekend aan de Administratie in toepassing van artikel 266, § 1, eerste lid en derde lid van het BWRO, wordt het formulier gevoegd dat de Administratie opmaakt en publiceert op haar website en dat de informatie bevat zoals bedoeld in artikel 266, § 1, vierde lid, evenals een kadastraal uittreksel van het (de) overgedragen goed(eren).]1
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 10, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art.15.
<Opgeheven bij BESL 2019-07-04/06, art. 11, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
HOOFDSTUK IVbis. [1 Elektronische communicatiemiddelen ]1
----------
(1)
Art. 15/1. [1 § 1. De kennisgevingen bedoeld in artikel 273 van het BWRO mogen op elektronische wijze worden verricht voor zover de verschillende in dit artikel genoemde betrokken partijen daar schriftelijk mee instemmen.
§ 2. Elektronische mededelingen die de datum en het tijdstip van verzending vermelden, worden geacht te voldoen aan de eisen die gelden voor aangetekende zendingen zoals bedoeld in artikel 273 van het BWRO.
§ 3. De datum van verzending van de elektronische mededeling wordt gelijkgesteld met de datum van kennisgeving zoals bedoeld in artikel 273 van het BWRO.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2019-07-04/06, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
Art. 15/2. [1 In geval van gedematerialiseerde openbare verkoop en in toepassing van artikel 269, § 2 van het BWRO noteert de notaris in het bestek de plaats, de datum en het uur van de openbare vergadering waarop de personen die aan de gedematerialiseerde openbare verkoop deelgenomen hebben, verzocht worden aanwezig te zijn en gedurende dewelke de notaris vraagt of een van de houders van het voorkooprecht van plan is het recht al dan niet uit te oefenen voor de prijs van het laatste opbod. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BESL 2019-07-04/06, art. 12, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen.
Art.16. Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art.17.De Minister tot wiens bevoegdheden [1 de stadsvernieuwing]1behoort is belast met de uitvoering van dit besluit.
----------
(1)<BESL 2019-07-04/06, art. 13, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>
BIJLAGE.<
Art. N.
<Opgeheven bij BESL 2019-07-04/06, art. 14, 002; Inwerkingtreding : 01-09-2019>