11 APRIL 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het maximum aantal voertuigen waarvoor vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst afgeleverd kunnen worden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. (NOTA : deze tekst dient als onbestaande te worden beschouwd, (Erratum, zie B.S. 13-08-2003, p. 40913)
Art. 1-6
Artikel 1. (zie NOTA in OPSCHRIFT) Er worden twee categorieën van voertuigen ingesteld die als taxi's kunnen worden geëxploiteerd op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest :
1° de gewone voertuigen die voldoen aan de voorwaarden, vastgelegd bij de ordonnantie en de toepassingsbesluiten ervan;
2° de gemengde voertuigen, aangepast voor het vervoer van personen met een beperkte mobiliteit en gehandicapte personen met een rolstoel, en die aan de volgende technische eisen voldoen :
a) de taxi moet een gehandicapte persoon, zittend in zijn rolstoel kunnen vervoeren;
b) de voor de rolstoel en de gebruiker ervan voorbehouden minimumruimte is 1,40 m hoog (gewenst), 1,35 m hoog - geëist -, 0,70 m breed en 1,30 m lang;
c) de voor de rolstoel bestemde ruimte dient achterin het voertuig tussen de zetels van de andere passagiers te worden geïntegreerd. De ruimte voor de rolstoel moet omgevormd kunnen worden tot een plaats voor een valide persoon, d.m.v. een omklapbare zetel;
d) het voertuig moet toegankelijk zijn via een zacht hellend vlak of een elevator;
e) de hoogte van de vloer van het voertuig dient aangepast te zijn om de passagier voldoende comfort te bieden :
- indien een hellend vlak wordt aangebracht, is de lengte ervan beperkt en de helling mag niet meer dan 22 % zijn;
- in de taxi moeten de vervoerde personen over een voldoend lateraal zicht beschikken;
- de taxi moet aan de achterdeur een vrije hoogte van ten minste 1,24 m hebben;
f) het voertuig dat als taxi dienst doet, moet de passagier in de rolstoel een optimale veiligheid bieden. Hiertoe moet de rolstoel aan de grond vastgezet worden d.m.v. een schokbestendig bevestigingssysteem met snelle grendeling. De zetels van de valide passagiers kunnen worden gebruikt om alle laterale bewegingen van de rolstoel binnen in het voertuig te beperken;
g) een veiligheidsgordel dient te worden voorzien voor de gehandicapte persoon;
h) de buitenkant van de taxi mag geen teken vertonen waaruit blijkt dat hij gehandicapte personen in een rolstoel vervoert, met uitzondering van het internationaal symbool van toegankelijkheid, afgebeeld in artikel 70.2.1., 3°, c. van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer;
i) de taxi moet ten dienste van iedereen zijn, d.w.z. hij moet dienen voor het vervoer van zowel gehandicapte personen in een rolstoel als van valide personen.
Art.2. (zie NOTA in OPSCHRIFT) Het maximum aantal gewone voertuigen waarvoor vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst afgeleverd kunnen worden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vastgelegd op 1 200.
Art.3. (zie NOTA in OPSCHRIFT) Het maximum aantal gemengde voertuigen waarvoor vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst afgeleverd kunnen worden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt vastgelegd op 100.
Art.4. (zie NOTA in OPSCHRIFT) Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 maart 2001 tot vaststelling van het maximum aantal voertuigen waarvoor vergunningen voor het exploiteren van een taxidienst afgeleverd kunnen worden op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt opgeheven.
Art.5. (zie NOTA in OPSCHRIFT) Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6. (zie NOTA in OPSCHRIFT) De Minister tot wiens bevoegdheid de taxidiensten en de diensten voor het verhuren van voertuigen met chauffeur en de hem toegevoegde Staatssecretaris worden, elk wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 april 2003.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
Minister van Staat, Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek,
F.-X. de DONNEA
De Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, en Bezoldigd Vervoer van Personen,
W. DRAPS.