Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

9 JANUARI 2003. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de tenuitvoerbrenging, via een bijzonder bestemmingsplan, van het gebied van gewestelijk belang nr. 6.



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De Gemeenteraad van de Stad Brussel wordt verzocht om, binnen een termijn van 3 jaar vanaf de betekening van dit besluit, een bijzonder bestemmingsplan (BBP) uit te werken dat minstens betrekking heeft op het grondgebied dat is geïdentificeerd als " gebied van gewestelijk belang (GGB) Nr. 6 " op kaart nr. 3 " bodembestemming " van het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP), evenals op het aangrenzend gebied voor havenactiviteiten en vervoer, het ingesloten sterk gemengd gebied langs de Picardstraat en het sterk gemengd gebied langs de Dieudonné Lefèbvrestraat.

Art. 2. § 1. Dit BBP zal conform zijn met het specifiek programma van GGB Nr. 6 zoals gestipuleerd in de bepalingen van het GBP met betrekking tot de bodembestemming.
  § 2. Ongeacht de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wanneer die de basisdossiers of de ontwerpplannen voorgelegd krijgt, zullen de BBP's ook moeten voldoen aan de volgende bepalingen :
  Met betrekking tot de lokalisatie van de openbare ruimten :
  De reürbanisatie dient gerealiseerd te worden rond een aantal kwalitatieve openbare ruimten,meer bepaald gesitueerd voor de noordelijke façade van opslagplaats B, voor de noordelijke façade van het goederenstation en iets lager dan de plaats die in het verlengde van de Rotterdamstraat ligt;
  Met betrekking tot de mobiliteit :
  In elk geval, ongeacht de conclusies van de effectenstudie over de oversteekbrug, zal de bediening van het binnengedeelte van de site met het openbaar vervoer gegarandeerd moeten worden;
  De behoeften aan parkeergelegenheid zullen ingeschreven zullen worden in oriënteringen van omzendbrief 18 van 12 december 2002 inzake het beperken van de parkeerruimte;
  De nodige reserveringen voor de eventuele spooraansluitingen met de installaties van het gebied voor havenactiviteiten en transport moeten verzekerd worden;
  Met betrekking tot de invoeging en de interactiviteit van de site met de omliggende wijken :
  Er moet werk worden gemaakt van verbindingen met de omliggende wegen, met minstens :
  - een interne bedieningsweg met bomen, die minstens de hogerop bedoelde 3 te creëren openbare ruimten verbindt;
  - een weg die borg staat voor een goede bediening van de site, aan de rand van het gebied voor havenactiviteiten en vervoer en van het GGB, vanaf de Havenlaan;
  - één of meerdere wegen die de site verbinden met de wijken ten noorden ervan;
  - een verbinding met de Bockstaelbrug, waarbij men de verhoogde ligging ervan en de vergezichten optimaal tot hun recht laat komen, en die minstens de voetgangers, fietsers en personen met beperkte mobiliteit, in staat stelt om de site te bereiken en het niveauverschil te overbruggen;
  - één of meerdere aansluitingen op de Picardstraat;
  Met betrekking tot de groene ruimten :
  De openbare groene ruimten zullen zowat 4 ha beslaan waarvan 3 ha uit één stuk dat een belangrijke sociale, recreatieve en landschappelijke rol zal vervullen voor alle gebruikers en inwoners van de site, alsook voor de inwoners van de randgebieden, en waarvan de ligging en inrichting moet beantwoorden aan de volgende doelstellingen :
  - toegankelijk zijn voor de verschillende hoger beschreven gebruikers;
  - makkelijk bereikbaar en zichtbaar zijn vanaf de ruimte vanaf de te creëren openbare ruimtes die voorzien zijn bij het goederenstation en iets lager dan de plaats die in het verlengde van Rotterdamstraat en de " Bockstaelbrug " ligt;
  - de verenigbaarheid met een eventuele spooraansluiting waarborgen om het gebied voor havenactiviteiten en transport aan te doen;
  - een strategische element van het groen netwerk vormen, aan weerszijden verlengd worden door middel van groene inrichtingen, die niet deel uitmaken van de oppervlakte van de groene ruimte, zijnde aan één kant de interne verbindingsweg en aan de andere kant de oude spoorweglijn, die verderloopt tot achter de " Bockstaelbrug ";
  - uitzichten bieden op de noordelijke gevel van het goederenstation;
  - moet in ruime mate profiteren van de sociale controle die wordt gegarandeerd door de woonfunctie;
  - er mogen geen bouwwerken komen, behalve die die strikt noodzakelijk zijn voor de werking ervan en die toegestaan kunnen worden in een parkgebied van het GBP of deze die absoluut noodzakelijk zijn voor de eventuele spooraansluiting.
  Wat de inrichting van de constructies betreft :
  De V/G-verhouding voor de perimeter van het GGB moet overeenstemmen met het gemiddelde van de statische stedenbouwkundige sectoren aangrenzend aan het GGB (A672, A60 en E73).
  De algemene grondinnemingsgraad moet 0,5 bedragen.
  Met betrekking tot de herbestemming en rehabilitatie van de drie grote pakhuizen :
  De herbestemming en rehabilitatie van de drie bestaande grote pakhuizen zal gecombineerd worden met een herwaardering van hun erfgoedwaarde;
  Pakhuis A (met inbegrip van het gebouw voor gevaarlijke producten) zal herbestemd en gerehabiliteerd worden voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten met een mogelijkheid voor handel op maximum 50 % van de vloeroppervlakte;
  Pakhuis B zal herbestemd en gerehabiliteerd worden voor activiteiten voor kantoren en/of activiteiten voor de vervaardiging van immateriële goederen en/of handelszaken;
  Het bijzondere en monumentale karakter van de binnenruimten van het goederenstation (met inbegrip van het postgebouw) zal in ruime mate benut worden voor de herbestemming en rehabilitatie voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten, met een mogelijkheid voor handel en/of hotels op maximum 50 % van de vloeroppervlakte;
  De activiteiten die worden toegestaan in deze drie gebouwen zullen in ruime mate bijdragen tot de rol van de site als " centrum van wetenschap en kennis ", en tot de concepten die samenhangen met dit project;
  De handelsruimten voorzien voor het goederenstation en de opslagruimten A kunnen enkel substantieel gewijzigd worden als een concreet en financieel gesteund project aan de Regering wordt voorgelegd bij het indienen van het basisdossier en/of het voorstel van BBP.
  Met betrekking tot de bestaande ruimte tussen de 3 pakhuizen en het gebied voor havenactiviteiten en vervoer :
  De bestaande ruimte van ongeveer 6 ha tussen de 3 pakhuizen en het gebied voor havenactiviteiten en vervoer zal plaats bieden aan nieuwe gebouwen, die in hoofdzaak bestemd zijn voor kantoren en verder voor voorzieningen van collectief belang of van openbare diensten, handel bijbehorend bij de hoofdbestemming van het gebied, productieactiviteiten of hotelinrichtingen, die in ruime mate bijdragen tot, enerzijds, de economische en sociale werking van de site en, anderzijds, de realisatie van kwalitatieve stedelijke ruimten, die op adequate wijze aansluiten bij zowel de ruimten die worden gegenereerd door de volumetrie van de 3 eerder vermelde gebouwen als de ruimten van de te voorziene bouwwerken in het aangrenzende gebied voor havenactiviteiten en vervoer en de naaste omgeving van de site;
  Met betrekking tot de ruimte ten noordwesten van de site :
  Deze ruimte zal een oppervlakte van ongeveer 4 ha bestrijken, met een terreinbezettingsgraad (bovengrondse oppervlakte van de gebouwen/terreinoppervlakte) van minder dan 0,5, en zal in hoofdzaak plaats bieden aan voorzieningen van collectief belang en van openbare diensten (hogescholen, bijvoorbeeld) die samenhangen met het concept van " centrum van wetenschap en kennis ", zijnde enerzijds een vloeroppervlakte van ongeveer 140.000 m2 waarvan maximaal 10 % kan worden bestemd voor de handelszaken of productieactiviteiten die de gebruikelijke aanvulling vormen op deze voorzieningen, en anderzijds een vloeroppervlakte voor collectieve woningen;
  In de veronderstelling dat het federaliserend concept van " centrum van wetenschap en kennis " niet zou worden gerealiseerd, zal deze ruimte, meer bepaald op een oppervlakte van zowat 100 000 m2 vloeroppervlakte enerzijds bestemd worden voor voorzieningen, en anderzijds voor kantoren en woningen evenals voor handelszaken en productieactiviteiten die met die bestemmingen verenigbaar zijn; de voor woningen bestemde vloeroppervlakte vertegenwoordigt een minimum van 25 % van de oppervlakte die voor de kantoren, handelszaken of productieactiviteiten bestemd is, om alzo geen enkele bijkomende behoefte aan woningen te genereren op andere delen van de site;
  In elk geval moet de inrichting van deze ruimte borg staan voor :
  - het wegwerken van de " littekens " aan de achterkant van de bestaande bebouwde huizenblokken van de Samberstraat en de Dieudonné Lefèbvrestraat;
  - de integratie van het groen snoer dat wordt gevormd door de oude spoorweg tussen het aan te leggen park en de " Bockstaelbrug " waarachter deze zal verderlopen;
  - de verenigbaarheid met een eventuele spooraansluiting waarborgen om het gebied voor havenactiviteiten en transport aan te doen;
  - de optimale benutting van de onmiddellijke nabijheid van het aan te leggen park;
  Met betrekking tot de ruimte ten westen en ten noorden van het goederenstation;
  Deze ruimte zal in hoofdzaak plaats bieden aan te creëren woningen, conform het programma van het GGB en op grond van wat voorafgaat;
  Deze oppervlakte kan worden aangevuld met die van de kantoren, handelszaken, voorzieningen en productieactiviteiten die samenhangen met de huisvesting;
  Inzake hun ligging en ontwerp dient rekening te worden gehouden met de volgende vereisten :
  - het wegwerken van de " littekens " van de omliggende bebouwde huizenblokken van de Scheldestraat en de Lakenveldstraat;
  - een versterking van het residentiële karakter van de Picardstraat;
  - openheid naar de openbare ruimten toe, alsook het uitoefenen van een " sociale controle " op het aan te leggen park,
  - een omvang, comfortniveau en afwerkingsgraad van de woningen in overeenstemming met de criteria van de " geconventioneerde " woningen;
  - een aantal woningen zonder gescheiden bewoonbare vertrekken beperkt tot maximum 25 % van het totaal aantal woningen;
  - een overgang tussen de zuiver residentiële ruimten en de andere bestemmingen van de site door de invoering van complementaire bestemmingen die verenigbaar zijn met de woonfunctie (kantoren, hotelinrichtingen, activiteiten voor de vervaardiging van immateriële goederen, handelszaken en buurtvoorzieningen);
  Wat betreft het gebied voor havenactiviteiten en vervoer :
  Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de kwaliteit van het architecturaal concept en aan het stedelijk karakter van de gebouwen die er zullen worden neergepoot, met inachtneming van een overgangsarchitectuur met het aangrenzend GGB;
  Met betrekking tot de stedenbouwkundige lasten :
  Bij de boekhoudkundige verrekening van de stedenbouwkundige lasten moet toegezien worden op de naleving van het evenredigheidsprincipe zoals bepaald door artikel 86 van de Ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de Planning en de Stedenbouw;
  Men zal rekening moeten houden met de meerkosten die daaruit voortvloeien :
  - het behoud, de renovatie en de rehabilitatie van het bestaand opmerkelijk onroerend erfgoed, wat het behoud en het overleven op lange termijn van dit erfgoed waarborgt, zonder daarom een beschermingsprocedure te openen die een aanzienlijke subsidieverplichting zou hebben ingehouden;
  - van de urbanisatie van de site die meer bepaald de aanleg vereist van kwaliteitsvolle openbare ruimten, van en openbaar park en van technische infrastructuren (wegen, afwatering, enz.), die nodig zijn voor de ontwikkeling van de GGB's;
  - de verplichting die door het programma van het GGB 6A wordt opgelegd om een aantal woningen te creëren ter compensatie van de andere voorziene activiteiten, met uitsluiting van de voorzieningen;
  Brussel, 9 januari 2003.
  Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering :
  F.-X. de DONNEA,
  Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek
  W. DRAPS,
  Staatssecretaris bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, belast met Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen en Bezoldigd Vervoer van Personen.