Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

4 DECEMBER 2002. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot invoering van een politiek verlof voor de leden van het administratief personeel, het gespecialiseerd personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de universiteiten en universitaire faculteiten van de Franse Gemeenschap (VERTALING).



Inhoudstafel:


Art. 1-11



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De leden van het administratief personeel, het gespecialiseerd personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de universiteiten en universitaire faculteiten van de Franse Gemeenschap hebben recht in het geval en volgens de nadere regels zoals hierna bepaald op een politiek verlof voor de uitoefening van een politiek mandaat of van een ambt dat ermee kan worden gelijkgesteld.
  onder "personeelslid" moet verstaan worden, in de zin van dit besluit : de leden van het vast personeel, de stagiaires en de personeelsleden aangeworven met een arbeidsovereenkomst.

Art.2. Onder "tegen voor de uitoefening van een politiek mandaat of van een ambt dat ermee kan worden gelijkgesteld" moet verstaan worden :
  1° hetzij een dienstverlening die geen enkele weerslag heeft op de administratieve en geldelijke situatie van de personeelsdienst;
  2° hetzij een facultatief politiek verlof op aanvraag van de personeelsleden;
  3° hetzij een politiek verlof van rechtswege waarvan de personeelsleden niet mogen afzien.
  De personeelsleden die over politiek verlof beschikken in het kader van dit besluit zullen in het begin van de maand de kalender opstellen van hun verlofdagen van rechtswege.
  Wat de dienstvrijstellingen en het facultatief politiek verlof betreft, kunnen deze in acht genomen worden nadat het diensthoofd ervan op de hoogte gebracht is met een minimum van één uur, zonder dat het bedrag van deze het maandelijks totaal van de toegelaten diensten en politieke facultatieve verlofdagen overschrijdt.

Art.3. Op aanvraag van de personeelsleden wordt een dienstvrijstelling toegekend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten :
  1° gemeenteraadslid dat noch burgemeester noch schepen is, of lid van een raad van de sociale hulpverlening ander dan de voorzitter : twee dagen per maand;
  2° provincieraadslid dat geen lid is van de bestendige deputatie : twee dagen per maand.
  De dienstvrijstelling wordt genomen zoals het voor de betrokkene het best is. Ze kan niet naar een andere maand worden overgedragen behalve wanneer ze toegekend wordt voor de uitoefening van een mandaat van provincieraadslid.

Art.4. Op aanvraag van de personeelsleden wordt een facultatief verlof toegekend voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten :
  1° gemeenteraadslid dat noch burgemeester noch schepen is of lid van een raad voor sociale hulpverlening, met uitzondering van de voorzitter en de leden van het bestendig bureau van een gemeente die :
  a) tot 80.000 inwoners telt : 2 dagen per maand;
  b) meer dan 80.000 inwoners telt : 4 dagen per maand;
  2° schepen of voorzitter van de raad voor sociale hulpverlening van een gemeente die :
  a) tot 30.000 inwoners telt : 4 dagen per maand;
  b) tussen 30.001 en 50.000 inwoners telt : een vierde van een voltijdse betrekking;
  c) tussen 50.001 en 80.000 inwoners telt : de helft van een voltijdse betrekking;
  3° burgemeester van een gemeente die :
  a) tot 30.000 inwoners telt : een vierde van een voltijdse betrekking;
  b) tussen 30.001 en 50.000 inwoners telt : de helft van een voltijdse betrekking;
  4° lid van het bestendig bureau van een raad voor sociale hulpverlening van een gemeente die :
  a) tot 10.000 inwoners telt : 2 dagen per maand;
  b) tussen 10.001 en 20.000 inwoners telt : 3 dagen per maand;
  c) meer dan 20.000 inwoners : 5 dagen per maand;
  5° provincieraadslid dat geen lid is van de bestendige deputatie : 4 dagen per maand.

Art.5. De personeelsleden krijgen van rechtswege verlof voor de uitoefening van de volgende politieke mandaten :
  1° burgemeester van een gemeente die :
  a) tot 20.000 inwoners telt : 3 dagen per maand;
  b) tussen 20.001 en 30.000 inwoners telt : een vierde van een voltijdse betrekking;
  c) tussen 30.001 en 50.000 inwoners telt : de helft van een voltijdse betrekking;
  d) meer dan 50.000 inwoners telt : voltijds;
  2° tot 20.000 inwoners telt : 2 dagen per maand;
  b) tussen 20.001 en 30.000 inwoners telt : 4 dagen per maand;
  c) tussen 30.001 en 50.000 inwoners telt : een vierde van een voltijdse betrekking;
  d) tussen 50.001 en 80.000 inwoners : de helft van een voltijdse betrekking;
  e) meer dan 80.000 inwoners : voltijds;
  3° lid van de bestendige deputatie van een provincieraad : voltijds.
  Het politiek verlof van rechtswege begint op de datum van de eedaflegging volgend op de verkiezing of de aanstelling tot het bedoeld politiek mandaat.

Art.6. De personeelsleden die geen voltijdse betrekking hebben, krijgen evenwel van rechtswege een politiek voltijds verlof voor de uitoefening van een mandaat bedoeld bij artikel 5 voor zover een politiek verlof van rechtswege van minstens de helft van een voltijdse betrekking ermee overeenstemt.

Art.7. Voor de toepassing van de artikelen 3, 4 en 5, wordt het aantal inwoners bepaald overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 5 en van de nieuwe gemeentewet.

Art.8. De periodes gedekt door een facultatief politiek verlof of een verlof van rechtswege worden niet bezoldigd. Ze worden gelijkgesteld met de periodes van dienstactiviteit.
  Gedurende de periodes waarop een politiek verlof overeenstemt met het geheel van de prestaties die de personeelsleden moeten uitvoeren, mogen deze laatsten geen aanvraag indienen om ambtsbevordering.
  Voor de personeelsleden die aangeworven zijn met een arbeidsovereenkomst, wordt deze laatste opgeschort gedurende de periodes van facultatief politiek verlof of van verlof van rechtswege.
  Deze worden in acht genomen als toelaatbare diensten met het oog op de ambtsbevordering.

Art.9. Het politiek verlof verstrijkt ten laatste op de laatste dag volgend op de dag waarop het mandaat ten einde loopt.
  Op dat moment krijgt de betrokkene opnieuw zijn statutaire of contractuele rechten.

Art.10. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 11. De Minister van Ambtenarenzaken en de Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek worden belast met de uitvoering van dit besluit.
  Brussel, 4 december 2002.
  Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap :
  De Minister van Begroting en Ambtenarenzaken,
  R. DEMOTTE
  De Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek,
  Mevr. F. DUPUIS.