Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

19 JUNI 2003. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de retributie voor de aansluiting op het elektriciteitsnetwerk en op het gasnetwerk (VERTALING). (NOTA : raadpleging van vroegere versies vanaf 15-07-2003 en tekstbijwerking tot 13-02-2004)



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving.
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Bedrag van de retributie.
Art. 2
HOOFDSTUK III. - (Inning en storting van de retributie.) <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003>
Art. 3-4, 6-14



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):

2004200179  2004200313  2004201087 



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving.
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° " decreet " : het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt;
  2° " leveranciers " : de leveranciers van gas of elektriciteit belast met de inning van de retributie overeenkomstig artikel 42 van het decreet;
  3° " retributie " : de aansluitingsretributie bedoeld in artikel 40 van het decreet.

HOOFDSTUK II. - Bedrag van de retributie.
Art.2. Het bedrag van de retributie voor de aansluiting op het elektriciteitsnetwerk bedoeld in artikel 40, § 1, 1°, wordt berekend als volgt :
  1° van 0 tot 100 kWu : 0,075 euro;
  2° voor de volgende kWu ten laste van :
  - de afnemers "laagspanning" : 0,00075 euro/kWu;
  - de afnemers "hoogspanning" met een jaarlijks verbruik lager dan 10 Gwu : 0,0006 euro/kWu;
  - de afnemers "hoogspanning" met een jaarlijks verbruik van 10 Gwu of meer : 0,0003 euro/kWu.
  Het bedrag van de retributie voor de aansluiting op het gasnetwerk bedoeld in artikel 40, § 1, 2°, wordt berekend als volgt :
  1° van 0 tot 100 kWu : 0,0075 euro;
  2° voor de volgende kWu ten laste van :
  - de afnemers met een jaarlijks verbruik lager dan 1 GWu : 0,000075 euro/kWu;
  - de afnemers met een jaarlijks verbruik lager dan 10 Gwu : 0,00006 euro/kWu;
  - de afnemers met een jaarlijks verbruik van 10 Gwu of meer : 0,00003 euro/kWu.

HOOFDSTUK III. - (Inning en storting van de retributie.)
Art.3. <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003> Elke leverancier bezorgt de algemene ontvanger van het Waalse Gewest een beroepsaangifte met de volgende gegevens :
  1° de benaming van de leverancier;
  2° zijn maatschappelijke zetel en exploitatiezetel;
  3° de personalia van de persoon die instaat voor de inning en de storting van de retributie.

Art.4. <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003> De retributie wordt door de leverancier geïnd op grond van de factuur opgesteld na meting van de teller van de afnemer.
  Art. 5. <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003> Om de retributie te betalen bezorgt de leverancier de administratie uiterlijk de twintigste dag van elk maand een aangifte betreffende de verbruiksfacturen en de tussentijdse facturen die hij in de loop van de vorige maand heeft geboekt. Het aangifteformulier stemt overeen met het model opgesteld door de Minister en bevat alle gegevens die nodig zijn voor de berekening van de retributie.
  In de maandelijkse aangifte bedoeld in het eerste lid maakt de leverancier een onderscheid tussen de gegevens betreffende de verbruiksfacturen en die betreffende de tussentijdse facturen.
  Wat de tussentijdse facturen betreft, betaalt de leverancier maandelijks of bij elke overlegging ervan bij wijze van voorschot ten gunste van het Energiefonds het bedrag van de gezamenlijke retributies i.v.m. die facturen. Het bedrag van die voorschotten wordt afgehouden van het eindbedrag van de retributie dat achteraf vermeld wordt op de overeenstemmende verbruiksfacturen.
  De leverancier stort uiterlijk de dertigste dag van de maand op de rekening van het Waalse Gewest de retributies die opeisbaar worden op grond van de aangiften bedoeld in het eerste lid.

Art.6. <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003> Om rekening te houden met de retributies die hem niet volledig gestort zouden worden door afnemers wiens verbruik jaarlijks wordt gemeten, mag de leverancier een forfait van 0,5 % afhouden van de retributies die in rekening worden gebracht op de verbruiksfacturen en op de tussentijdse facturen.
  Bij de jaarlijkse afsluiting van de rekeningen, bezorgt de leverancier de administratie alle stukken betreffende de geboekte schuldvorderingen die niet invorderbaar zijn.
  Als de administratie op basis van de verstrekte stukken vaststelt dat het bedrag van de niet ingevorderde retributies hoger is dan het jaarlijkse bedrag van het forfait bedoeld in het eerste lid, verricht de algemene ontvanger de terugbetaling van het verschil door bedoeld verschil in mindering te brengen van het bedrag van de retributies dat de leverancier op de volgende vervaldatum moet storten.
  Als de administratie op basis van de verstrekte stukken vaststelt dat het bedrag van de niet ingevorderde retributies lager is dan het jaarlijkse bedrag van het forfait bedoeld in het eerste lid, wordt het verschil door de leverancier betaald uiterlijk de dertigste dag die volgt op de maand in de loop waarvan de ontvanger hem kennis heeft gegeven van de te betalen toeslag.

Art.7. <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003> Er wordt geen forfaitaire aftrek toegepast voor klanten van wie het verbruik aan verschillende metingen per jaar onderworpen wordt.
  De leverancier laat zijn maandaangifte vergezeld gaan van alle stukken betreffende de niet invorderbare schuldvordering en trekt het bedrag van de niet geïnde retributie onmiddellijk af.
  De administratie onderzoekt het dossier en beslist binnen vijftien dagen over de aftrek.
  Als, na de leverancier te hebben gehoord, het advies negatief is, zal de leverancier verplicht zijn de retributie te betalen uiterlijk de dertigste dag die volgt op de maand in de loop waarvan de ontvanger hem kennis heeft gegeven van de te betalen toeslag.

Art.8. <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003> De administratie mag de leveranciers verzoeken om alle nodige informatie en stukken om te kunnen nagaan of de bij dit besluit opgelegde verplichtingen in acht genomen worden en opdat haar ambtenaren zich kunnen vergewissen van de betaling van de retributie.
  De administratie mag controle ter plaatse uitoefenen.

Art.9. <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003> Bij wijze van overgangsmaatregel versturen de leveranciers die hun activiteit vóór de inwerkingtreding van dit besluit uitoefenen, hun aangifte vóór 15 januari 2004, in afwijking van artikel 5, eerste en vierde lid. Die aangifte betreft de verbruiksfacturen en de tussentijdse facturen geboekt tussen 15 juli 2003 en 30 november 2003. De leveranciers moeten de eerste storting van de retributie betreffende bedoelde facturen vóór 30 december 2003 verrichten.

Art.10. <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003> De artikelen 13 en 14 worden ingetrokken.

Art.11. (opgeheven) <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003>

Art.12. (opgeheven) <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003>

Art.13. (ingetrokken bij BWG 2003-12-11/42, art. 2, via een wijziging van art. 10 van onderhavig besluit.) <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003>

Art. 14. (ingetrokken bij BWG 2003-12-11/42, art. 2, via een wijziging van art. 10 van onderhavig besluit.) <BWG 2003-12-11/42, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 15-07-2003>
  Namen, 19 juni 2003.
  De Minister-President,
  J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
  De Minister van Vervoer, Mobiliteit en Energie,
  J. DARAS
  De Minister van Begroting, Huisvesting, Uitrusting en Openbare Werken,
  M. DAERDEN.