27 MAART 2003. - Besluit van de Waalse Regering tot organisatie van het beheer van de aan het " ISSeP " (Openbaar Wetenschappelijk Instituut in het Waalse Gewest) toevertrouwde bewakingsnetwerken voor milieukwaliteit (VERTALING) (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-04-2003 en tekstbijwerking tot 08-10-2013)
Art. 1-5, 5/1, 6-11
Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder :
- decreet : het bovenbedoelde decreet van 9 april 1998;
- Begeleidingscomité : het in artikel 4, § 2, van het decreet bedoelde Begeleidingscomité;
- Minister : de Minister van de Waalse Regering bevoegd voor Leefmilieu;
- [1 Administratie : het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, met uitzondering van de netwerken voor de meting van de luchtkwaliteit waarvoor het "Agence wallonne de l'Air et du Climat" moet worden verstaan.]1
- verslag over de staat van het milieu : het verslag bedoeld in het decreet van 21 april 1994 betreffende de milieuplanning in het kader van de duurzame ontwikkeling.
----------
(1)<BWG 2013-09-26/07, art. 5, 003; Inwerkingtreding : 18-10-2013>
Art.2. Om de bewaking van de kwaliteit van het Waalse milieu te verzekeren, is het " ISSeP " belast met de exploitatie van meetnetwerken in het Gewest, bij de emissie en bij de immissie, in het water, de lucht, de grond en de ondergrond, zoals ze staan vermeld in het in artikel 3 bedoelde meerjarenactieplan, namelijk :
1. meetnetwerken voor luchtkwaliteit;
2. (netwerken voor de bewaking van de kwaliteit van de oppervlaktewateren en patrimoniaal netwerk voor de bewaking van de kwaliteit van het grondwater;) <BWG 2007-05-03/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-05-2007>
3. controlenetwerk voor centra voor technische ingraving;
4. (controlenetwerk voor het onderzoek en de karakterisering van luchtemissies uit de installaties voor afvalvalorisatie;) <BWG 2007-05-03/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-05-2007>
5. continu werkend controlenetwerk voor dioxine-emissies uit huisvuilverbrandingsovens.
Onder exploitatie van een netwerk verstaat men het ontwerpen daarvan om in te spelen op de wetenschappelijke, technische en reglementaire vereisten, het onderhoud van de uitrustingen, het nemen van monsters, hun verpakking en analyse, alsook de verwerking en interpretatie van gegevens.
De resultaten worden bezorgd aan het bestuur in de vorm die o.a. het opmaken van het jaarlijkse verslag over de staat van het milieu vereist.
De werkmethoden worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van het " ISSeP ", dat zorgt voor de ontwikkeling, de uitwerking en de analytische validering daarvan.
Het Instituut zorgt voor de wetenschappelijke kwaliteit van de werken en organiseert de publicatie of valorisatie van de resultaten wat betreft de wetenschappelijke aspecten.
Art.3. De configuratie van de te beheren netwerken, de te bereiken doelstellingen, de te vervullen taken en de te gebruiken middelen worden nader beschreven in een meerjarenactieplan dat opgemaakt wordt overeenkomstig de bepalingen van artikel 6.
Vóór zijn integratie in dit besluit (via een wijzigingsbesluit) en dus vóór zijn invoeging in het meerjarenactieplan, kan elk bewakingsnetwerk het voorwerp zijn van een proeffase tot 1 januari na het eerste volledige boekjaar.
De opdracht wordt regelmatig geëvalueerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 7. Die evaluatie betreft het bereiken van de verwachte resultaten volgens de gewenste modaliteiten en binnen de gestelde termijnen. Die betreft ook de wetenschappelijke, technische en economische criteria.
Art.4. <BWG 2007-05-03/34, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 16-05-2007> De algemene uitgavenbegroting van het Gewest voorziet elk jaar in de financiering van de opdracht, overeenkomstig de regels voor de financiering van het "ISSEP", zoals bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 14 november 2006.
In het begin van het lopende jaar maakt de financiering het voorwerp uit van een toekenningsbesluit van de Minister, waaraan het jaarlijkse actieplan wordt toegevoegd Het bedrag van de toelage wordt vereffend in vier gelijke driemaandelijkse gedeelten, die uiterlijk de twintigste dag van de eerste maand van elk kwartaal moeten worden betaald, overeenkomstig artikel 6, § 3, van het decreet van 7 juni 1990 houdende oprichting van een "Institut scientifique de service public".
Het "ISSEP" maakt een analytische rekening op die eigen is aan deze opdracht en die gegrond is op de consolidatie van de voor elk netwerk opgemaakte analytische rekeningen.
Wat betreft het continu werkende controlenetwerk voor dioxine-emissies uit afvalverbrandingsovens, wordt het geheel van de reële kosten van de metingen door het Waalse Gewest bij de betrokken intercommunales teruggevorderd op grond van de gedetailleerde bewijsstukken van het "ISSEP".
Art.5.Een opvolgingscomité [1 van de netwerken voor de meting van het milieu, met uitzondering van de netwerken voor de meting van de luchtkwaliteit]1, dat samengesteld is als volgt, wordt opgericht :,- drie leden die de Minister vertegenwoordigen, onder wie één het voorzitterschap waarneemt;
- de directeur-generaal van het Bestuur en drie leden die hij aanwijst;
- de directeur-generaal van het " ISSeP " en drie leden die hij aanwijst, onder wie één het secretariaat waarneemt;
- de bij de Minister geaccrediteerde Inspecteur van Financiën;
- vier Belgische of buitenlandse deskundigen, die afkomstig zijn van de universiteit, de industrie of elk gespecialiseerd orgaan en die erkend zijn wegens hun bevoegdheid op activiteitengebieden die noodzakelijk zijn voor de opdracht (analytische chemie, ecotoxiciteit en milieumetrologie in water, lucht en gronden).
De deskundigen, die worden benoemd voor een verlengbare termijn van vijf jaar, worden aangewezen door de Minister die, in het aanwijzingsbesluit, de regels bepaalt voor de terugbetalingen, waarvan de bedragen voor rekening zullen zijn van de in artikel 4 bedoelde toelage, d.m.v. een contract tussen elke deskundige en het " ISSeP ".
Het lidmaatschap van het Comité is gratis.
----------
(1)<BWG 2013-09-26/07, art. 6, 003; Inwerkingtreding : 18-10-2013>
Art.5/1. [1 Er wordt een Opvolgingscomité van de netwerken voor de meting van de luchtkwaliteit opgericht, samengesteld uit :
1° de vertegenwoordigers van de Minister;
2° de vertegenwoordigers van het Agentschap voor Lucht en Klimaat, dat het voorzitterschap waarneemt;
3° de directeur-generaal van het "ISSeP" en de leden die hij aanwijst, onder wie één het secretariaat waarneemt;
4° de Inspecteur van Financiën geaccrediteerd bij de Minister;
5° twee Belgische of buitenlandse deskundigen, die afkomstig zijn van de universiteit, de industrie of elk gespecialiseerd orgaan en die erkend zijn wegens hun bevoegdheid op activiteitengebieden die noodzakelijk zijn voor de opdracht (analytische chemie, ecotoxiciteit en milieumetrologie in de lucht).
De deskundigen, die worden benoemd voor een verlengbare termijn van vijf jaar, worden aangewezen door de Minister die, in het aanwijzingsbesluit, de regels bepaalt voor de terugbetalingen, waarvan de bedragen voor rekening zullen zijn van de in artikel 4 bedoelde toelage, d.m.v. een contract tussen elke deskundige en het "ISSeP".
Teneinde de continuïteit van de overkoepeling van de exploitatie van de netwerken voor de milieukwaliteit te verzekeren, vindt het Opvolgingscomité plaats, voor zover mogelijk, op dezelfde dag als het Opvolgingscomité van de netwerken voor de meting van de milieukwaliteit en de leden van het Opvolgingscomité voor de meting van de milieukwaliteit worden uitgenodigd om in de Opvolgingscomité van de netwerken voor de meting van de luchtkwaliteit deel te nemen.
Het lidmaatschap van het Comité is kosteloos. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij BWG 2013-09-26/07, art. 7, 003; Inwerkingtreding : 18-10-2013>
Art.6.[1 Elk Comité zorgt respectievelijk voor de goede uitvoering van de opdracht en is respectievelijk belast met :]1
- de oprichting van een Netwerk Technische Comités en de opvolging van de werken van die Comités;
- de voorbereiding, vóór 30 juni van elk jaar, van de strategische oriëntaties die het advies van het Begeleidingscomité behoeven;
- de goedkeuring, vóór 30 juni van het lopende jaar, van het meerjarenactieplan met de overeenstemmende begrotingsramingen (voorbereid door de ad hoc Technische Comités), die de personeelsbezetting en de investeringen bevatten. Het bestuur moet die voorleggen aan de Minister in het kader van de voorbereiding van de begrotingen.
- de goedkeuring, uiterlijk 5 december, van het gedetailleerde jaarlijkse meerjarenactieplan van elk betrokken netwerk voor het volgende jaar en de goedkeuring, in de loop van het jaar, van elke aanpassing aan de ervaren problemen;
- de goedkeuring van de door de Technische Comités voorbereide werkkalender en van elke belangrijke herziening;
- de goedkeuring van elke nieuwe budgettaire verdeling tussen de verschillende netwerken [1 van eenzelfde administratie]1;
- de goedkeuring van onderaannemingen met inachtneming van de regels betreffende de overheidsopdrachten als die hoger zijn dan euro 31.000;
- de vaststelling van de inhoud van de in het actieplan bedoelde activiteitenverslagen en de goedkeuring daarvan;
- de goedkeuring van de jaarrekening van de opdracht, opgemaakt overeenkomstig artikel 4 van dit decreet, op grond van de controles van de bewijsstukken die door het " ISSeP " per netwerk voorgelegd zijn aan de bevoegde diensten [1 de administratie]1.
Het Opvolgingscomité vergadert ten minste vier keer per jaar.
Het Comité stelt zijn huishoudelijke reglement vast en onderwerpt het aan de goedkeuring van de Minister.
Alle technische, boekhoudkundige of andere stukken moeten ter kennis worden gebracht van het Opvolgingscomité op zijn aanvraag.
----------
(1)<BWG 2013-09-26/07, art. 8, 003; Inwerkingtreding : 18-10-2013>
Art.7.[1 De Opvolgingscomités stellen respectievelijk, op voorstel van de Technische Comités, de objectieve indicatoren vast]1 die bestemd zijn om de goede uitvoering van de opdracht te evalueren. Het gaat o.a. om technische, wetenschappelijke en, voorzover mogelijk, economische indicatoren.
De evaluatieverslagen worden bezorgd aan de leden van het Begeleidingscomité.
----------
(1)<BWG 2013-09-26/07, art. 9, 003; Inwerkingtreding : 18-10-2013>
Art.8. Het Gewest is de eigenaar van de in de loop van de opdracht verzamelde gegevens. Het Bestuur zorgt voor de verspreiding daarvan. Het " ISSeP " wordt ertoe gemachtigd om die gegevens te gebruiken voor zijn eigen behoeften, in het kader van elke andere activiteit of opdracht, zonder informatie bekend te maken die tegenstrijdig zou zijn met degene die verstrekt worden door het Bestuur.
Elke methode of techniek die in het kader van de opdracht wordt uitgewerkt, is de intellectuele eigendom van het " ISSeP ", dat belast is met de valorisatie daarvan.
Het " ISSeP " en het Bestuur verbinden zich, ieder wat het betreft, ertoe om alle nodige maatregelen te treffen, teneinde de vertrouwelijkheid van de informatie en de knowhow betreffende de uitvoering van de opdracht te verzekeren. Die verplichting rust ook op de eventuele onderaannemer alsook op alle leden van het Opvolgingscomité en van de Technische Comités.
Art.9. Het Waalse Gewest verbindt zich ertoe om bij derden de toegangsvergunningen of de technische inrichtingen te krijgen alsook elke informatie die nuttig of noodzakelijk is voor de uitvoering van de opdracht.
Art.10. De uitvoering van die opdracht mag in geen geval het Gewest verbinden.
Het " ISSeP " informeert onverwijld het Gewest en bezorgt alle nuttige bijzonderheden over elke gebeurtenis die de uitvoering van de opdracht zou kunnen benadelen.
Art. 11. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Namen, 27 maart 2003.
De Minister-President,
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu,
M. FORET.