Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

9 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bezoldigingsregels van de personeelsleden van de " Centrale Dierengezondheidsvereniging " v.z.w.. aangeworven bij arbeidsovereenkomst in de voorlopige cel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de V.Z.W. " Centrale Dierengezondheidsvereniging " die overgedragen zijn naar de voorlopige cel van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Art.2. In afwijking van de geldelijke bepalingen die van toepassing zijn op de contractuelen van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, behouden de in artikel 1 vermelde contractuelen de wedde die ze genoten bij de v.z.w. wanneer deze hoger ligt dan de wedde verbonden aan de weddenschaal waarin ze geïntegreerd zijn.
  De bruto-jaarwedde wordt als volgt berekend :
  - het bruto maandloon dat het contractueel personeelslid geniet op het ogenblik van de publicatie van dit besluit, vermenigvuldigd met twaalf;
  - een toelage ten belope van een maandwedde verminderd met de eindejaarstoelage die op de federale ambtenaren van toepassing is.

Art.3. Het bedrag van de competentietoelage verbonden aan de competentiemeting 1 wordt in evenredige mate verminderd wanneer het bedrag van de behouden wedde vermeerderd met het bedrag van bedoelde toelage hoger ligt dan het maximumbedrag van de weddenschaal waarin ze geïntegreerd zijn vermeerderd met het bedrag van bedoelde toelage.

Art.4. Voor de toepassing van artikel 2 wordt de wedde bevestigd door de bedrijfsrevisor van het sociaal secretariaat waarbij de V.Z.W. aangesloten is.

Art.5. De integratie in een niveau gebeurt na verificatie van het diploma door een ambtenaar van Selor.

Art.6. Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst in dienst genomen in de federale overheidsdiensten, wordt voor de vaststelling van de anciënniteit de diensten verricht in de V.Z.W., alsook de nuttige ervaring erkend door de V.Z.W. in aanmerking genomen.

Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 8. Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 9 juni 2003.
  De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu,
  J. TAVERNIER
  I.