Artikel 1. Om door de Minister in hun functie bekrachtigd te kunnen worden, moeten de personen aangesteld door de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond (K.B.D.B.) voor het opsporen van het gebruik van prestatieverbeterende stoffen bij duiven, ook dopingcontroleurs genoemd, aan de volgende bijzondere voorwaarden voldoen :
  1. een bewijs van goed gedrag en zeden hebben verstrekt;
  2. het vormingsprogramma voor dopingcontroleurs georganiseerd door de K.B.D.B. hebben gevolgd, bekrachtigd door een proef en de uitreiking van een certificaat.
Art. 2. § 1. De K.B.D.B. legt jaarlijks vóór het begin van het wedstrijdseizoen aan de Minister de lijst voor van dopingcontroleurs die voldoen aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 1.
  § 2. Indien aan de in dit besluit gestelde voorwaarden wordt voldaan bekrachtigt de Minister de dopingcontroleurs door het aanbrengen van de dienststempel en zijn handtekening of die van zijn vertegenwoordiger op de lijst bedoeld in voorgaande paragraaf.
Art. 3. Het is aan de dopingcontroleurs verboden controles te verrichten :
  1. in wedstrijden waarin eigen duiven meegevlogen hebben;
  2. indien ze het beroep van dierenarts uitoefenen, op duiven die behoren tot een cliënt.