18 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot overdracht aan het Vlaamse Gewest en aan het Waalse Gewest van de goederen, rechten en verplichtingen van het Vermogen met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het Centrum voor Landbouweconomie, en tot afschaffing van dit Vermogen.
Art. 1-7
Artikel 1. Het Vermogen met rechtspersoonlijkheid opgericht bij het Centrum voor Landbouweconomie, hierna genoemd "het Vermogen", wordt afgeschaft.
Art.2. De goederen, rechten en verplichtingen van het Vermogen worden op 1 januari 2002 overgedragen aan het Vlaamse Gewest en aan het Waalse Gewest, ieder voor hetgeen hun betreft.
De geldelijke middelen worden overgedragen aan het Vlaamse Gewest en aan het Waalse Gewest volgens een verdeelsleutel van 56/44.
Deze overdrachten gebeuren op basis van de balans opgemaakt op 31 december 2001 zoals zij werd goedgekeurd.
Art.3. § 1. De goederen als bedoeld in artikel 2 worden overgedragen aan het Vlaamse Gewest en aan het Waalse Gewest, in de staat waarin ze zich bevinden met hun actieve en passieve erfdienstbaarheden, de bijzondere lasten en de plichten verbonden aan hun verwerving alsmede de eventuele aan derden verleende rechten.
§ 2. De inventaris van de op 31 december 2001 bestaande onderzoekscontracten en hun bestemming worden opgemaakt door de Commissie die het vermogen beheert en wordt, na advies van de Vlaamse regering en advies van de Waalse Regering, voor akkoordbevinding voorgelegd aan Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort.
Art.4. Gedurende de periode tussen 1 januari 2002 en de datum van inwerkingtreding van dit besluit worden alle handelingen met betrekking tot de goederen, rechten en verplichtingen als bedoeld in artikel 2 - inbegrepen deze betreffende de onderzoekscontracten - binnen de perken van een deugdelijk en redelijk beheer verricht door het Vermogen geacht te zijn verricht in naam en voor rekening van het Vlaamse Gewest en in naam en voor rekening van het Waalse Gewest, ieder wat haar betreft.
Art.5. Het koninklijk besluit van 12 november 1997 waarbij de voorwaarden worden bepaald waaronder het Centrum voor Landbouweconomie rechtspersoonlijkheid verkrijgt, wordt opgeheven.
Art.6. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Art. 7. Onze Eerste Minister en Onze Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 februari 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Eerste Minister,
G. VERHOFSTADT
De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken,
L. MICHEL
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie,
J. VANDE LANOTTE
De Minister, toegevoegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken, en belast met Landbouw,
Mevr. A.-M. NEYTS-UYTTEBROECK.