4 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 1991 waarbij aan de griffiers van de hoven en rechtbanken van de Rechterlijke Orde toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.
Art. 1-5
Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 14 maart 1991 waarbij aan de griffiers van de hoven en rechtbanken van de Rechterlijke Orde toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt vervangen als volgt : " Koninklijk besluit waarbij aan de griffiers van de hoven en rechtbanken van de Rechterlijke Orde toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en zij gemachtigd worden het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen aan te wenden. ".
Art.2. In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden ", de griffiers-hoofd van de griffie " worden geschrapt;
2° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid : " Zij zijn tevens gemachtigd het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen aan te wenden. Zij gebruiken dat nummer alleen als middel om de dossiers, bestanden en registers te identificeren die zij houden teneinde hun ambt te kunnen vervullen. "
Art.3. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " en de griffiers-hoofd van de griffie " worden geschrapt;
2° de woorden " kunnen de in artikel 1 bedoelde bevoegdheid opdragen aan een of meer griffiers die schriftelijk en met name worden aangewezen " worden vervangen door de woorden : " kunnen de in artikel 1 bedoelde bevoegdheid opdragen aan een of meer griffiers of adjunct-griffiers die schriftelijk en met name worden aangewezen. "
3° het artikel wordt aangevuld met het volgende lid : " De lijst van de gemachtigde personen naar luid van het eerste lid van dit artikel en van artikel 1 wordt permanent bijgehouden en ter beschikking gehouden van de Commissie voor de persoonlijke levenssfeer. "
Art.4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 4 april 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
A. DUQUESNE
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.