2 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de termijnen voor de inwerkingtreding van de bepalingen van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen en bij de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 06-06-2003 en tekstbijwerking tot 15-12-2004).
HOOFDSTUK I. - Inwerkingtreding.
Art. 1-4
HOOFDSTUK II. - Aanpassingstermijnen.
Art. 5-9
HOOFDSTUK I. - Inwerkingtreding.
Artikel 1. De artikelen 1 tot 10, eerste lid, 11 tot 16, 18 tot 36, 38 tot 52, 54 tot 58 van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen en bij de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, treden in werking de dag van de inwerkingtreding van titel 3 en 4 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, en uiterlijk op 1 januari 2004.
Art.2. De artikelen 17, 37 en 53 van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen en bij de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, treden voor het eerst in werking in het boekjaar dat op 1 januari 2004 of na deze datum aanvangt.
Art.3. Artikel 10, tweede lid, van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen en bij de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, treedt in werking op 1 januari 2005.
Art.4. De artikelen 1 tot 4, 42 tot 65, 67 tot 68 van de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, treden in werking de dag van de inwerkingtreding van titel 3 en 4 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, en uiterlijk op 1 januari 2004.
HOOFDSTUK II. - Aanpassingstermijnen.
Art.5. De verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de internationale verenigingen zonder winstoogmerk die voor 1 januari 2004 rechtspersoonlijkheid hebben verworven, beschikken vanaf die datum (over een termijn van twee jaar) om de verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 2, 2bis, 2ter, 3bis, 3ter, 10, eerste lid, 11, 13, 13bis, 16, 26, 26novies, 28, 31, 32, 33, 47, 48, 51 en 54 na te leven van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. <KB 2004-12-08/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-12-2004>
Art.6. De verenigingen zonder winstoogmerk, de stichtingen en de internationale verenigingen zonder winstoogmerk die voor 1 januari 2004 rechtspersoonlijkheid hebben verworven, (beschikken vanaf het boekjaar dat op 1 januari 2004 of na deze datum aanvangt over een termijn van twee jaar) om de verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 17, 37 en 53 na te leven van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. <KB 2004-12-08/31, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 15-12-2004>
Art.7. De verenigingen zonder winstoogmerk die voor 1 januari 2004 rechtspersoonlijkheid hebben verworven, beschikken vanaf 1 januari 2005 over een termijn van een jaar om de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 10, tweede lid, na te leven van de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend, zoals gewijzigd bij de wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.
Art.8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 april 2003.
ALBERT
Van Koningswege :
De Minister van Justitie,
M. VERWILGHEN.