Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

16 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1930 omtrent de handel in slaap- en verdovende middelen alsmede van het koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot reglementering van sommige psychotrope stoffen, teneinde daarin bepalingen in te voegen met betrekking tot risicobeperking en therapeutisch advies, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 oktober 1993 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen.



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 31 december 1930 omtrent de handel in slaap- en verdovende middelen.
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot reglementering van sommige psychotrope stoffen.
Art. 4-6
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 26 oktober 1993 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Art. 7-8
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art. 9-10



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1930123150  1993025365  1998022699 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK I. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 31 december 1930 omtrent de handel in slaap- en verdovende middelen.
Artikel 1. Het opschrift van het koninklijk besluit van 31 december 1930 omtrent de handel in slaap- en verdovende middelen wordt vervangen als volgt :
  " Koninklijk besluit houdende regeling van de slaapmiddelen en de verdovende middelen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies. "

Art.2. Tussen de artikelen 26 en 27 van hetzelfde koninklijk besluit wordt een hoofdstuk IIbis ingevoegd, luidende :
  " HOOFDSTUK IIbis. - Risicobeperking en therapeutisch advies.
  Afdeling I. - Definities.
  Artikel 26bis. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :
  1° " slaap- en verdovende middelen " : de stoffen opgesomd in artikel 1, eerste lid;
  2° " eerste categorie " : de misdrijven van invoer, vervaardiging, vervoer, aanschaf en bezit van slaap- en verdovende middelen, alsmede van teelt van cannabisplanten bedoeld in artikel 1, eerste lid, 15°, voor persoonlijk gebruik;
  3° " tweede categorie " : de misdrijven van de eerste categorie die gepaard gaan met de verzwarende omstandigheden bedoeld in artikel 2bis van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen worden aangewend voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 1975, 14 juli 1994, 4 april 2003 en 3 mei 2003;
  4° " derde categorie " : de inbreuken op de voornoemde wet van 24 februari 1921, andere dan bedoeld in de categorieën 1 en 2;
  5° " indicatie van problematisch gebruik " : de vaststelling door de verbaliserende overheid, ingeval de betrokkene door zijn gedrag een gevaar voor de maatschappij of voor zichzelf schijnt te zijn, door middel van de gestandaardiseerde testbatterij bedoeld in artikel 61bis, § 2, 1°, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, van een gebruik van slaap- en verdovende middelen dat problematisch zou blijken;
  6° " therapeutische adviseurs " : de personen bevoegd inzake drugsverslaving in elk gerechtelijk arrondissement. De therapeutische adviseur is onafhankelijk van de procureur des Konings maar werkt op zijn verzoek overeenkomstig artikel 43 van het Wetboek van Strafvordering, na verwijzing door de case-manager justitie. De kosten van het therapeutisch advies vormen gerechtskosten in de zin van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken;
  7° " therapeutisch advies " : het advies dat de adviseur bedoeld in punt 6° op grond van de bestaande wetenschappelijke, psycho-sociale en medische kennis moet verstrekken omtrent de noodzaak en de aard van een behandeling;
  8° " case-manager justitie " : de persoon die de Minister van Justitie in elk gerechtelijk arrondissement aanwijst en die belast wordt met de bijstand van de magistraat bij de opvolging van de problematiek van slaap- en verdovende middelen en van de daarbij betrokken personen, alsook met het opstellen van de lijst van therapeutische adviseurs, en met de samenwerking met de sociale sector;
  9° " case-manager volksgezondheid " : de persoon die de Minister bevoegd voor Volksgezondheid aanwijst om bijzonder problematische gebruikers van slaap- en verdovende middelen persoonlijk te volgen. Zulks wordt hem gevraagd door die gebruikers zelf of door de sector van hulpverlening. Hij pleegt overleg met de case-manager justitie om te voorkomen dat de therapeutische adviseurs in individuele gevallen zouden interfereren met de sector van hulpverlening.
  Afdeling 2. - Therapeutisch advies.
  Art. 26ter. De case-manager justitie staat de procureur des Konings bij in het kader van de aanwijzing van de bevoegde personen die deel uitmaken van de lijst van therapeutische adviseurs.
  Art. 26quater. Ingeval de procureur des Konings, de onderzoeksrechter of de rechter ten gronde oordeelt dat er een problematisch gebruik aanwezig blijkt te zijn, kan hij, voor de inbreuken van eerste, tweede en derde categorie, de zaak voorleggen aan de case-manager justitie die doorverwijst naar een therapeutische adviseur voor therapeutisch advies.
  Art. 26quinquies. Ingeval de procureur des Konings, de onderzoeksrechter of de rechter ten gronde vaststelt dat een andere overtreding dan van voornoemde wet van 24 februari 1921 is gepleegd onder invloed van slaap- en verdovende middelen of is gepleegd teneinde zich dergelijke middelen te verschaffen of de aankoop ervan te financieren, kan hij, ingeval hij van oordeel is dat er een problematisch gebruik aanwezig blijkt te zijn, zich wenden tot de case-manager justitie die de zaak doorverwijst naar een therapeutische adviseur voor therapeutisch advies.
  Art. 26sexies. In de gevallen bedoeld in de artikelen 26quater en 26quinquies doet de case-manager justitie, binnen de lijst van therapeutische adviseurs, bedoeld in artikel 26ter, een beroep op een persoon die een therapeutisch advies moet uitbrengen, met uitzondering evenwel van degene bij wie de betrokkene een behandeling volgt of heeft gevolgd.
  De case-manager justitie deelt de termijn mee, vastgesteld door de procureur des Konings, de onderzoeksrechter of de rechter ten gronde, waarbinnen de persoon bedoeld in het eerste lid zijn therapeutisch advies moet uitbrengen.
  Deze termijn mag een maand niet te boven gaan. Hij kan eenmaal worden verlengd.
  De persoon die om het advies verzoekt, kan in overleg met de case-manager justitie de termijn nog verlengen indien de vertraging niet te wijten is aan de betrokkene. "

Art.3. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 28. § 1. Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt gestraft met de straffen bepaald in de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen worden aangewend voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, zulks onverminderd die gesteld in het Strafwetboek.
  § 2. Onverminderd § 1 :
  1° worden de misdrijven van de eerste categorie omschreven in artikel 26bis die betrekking hebben op cannabis gestraft met de straffen bepaald in artikel 2ter, 1° tot 3°, van de wet bedoeld in § 1;
  2° worden de misdrijven van de eerste categorie omschreven in artikel 26bis die betrekking hebben op cannabis die gepaard gaan met openbare overlast gestraft met de straffen bepaald in artikel 2ter, 4°, van de wet bedoeld in § 1;
  3° worden de misdrijven van de eerste categorie omschreven in artikel 26bis, 2, die betrekking hebben op andere slaap- en verdovende middelen dan cannabis en de misdrijven van de tweede en de derde categorie omschreven in artikel 26bis, 3° en 4° gestraft met de straffen bepaald in artikel 2bis van dezelfde wet. "

HOOFDSTUK II. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot reglementering van sommige psychotrope stoffen.
Art.4. Het opschrift van het koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot reglementering van sommige psychotrope stoffen wordt vervangen als volgt :
  " Koninklijk besluit tot houdende regeling van sommige psychotrope stoffen en betreffende risicobeperking en therapeutisch advies. "

Art.5. Tussen de artikelen 40 en 41 van het koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot reglementering van sommige psychotrope stoffen wordt een Hoofdstuk IVbis ingevoegd, luidende :
  " HOOFDSTUK IVbis. - Risicobeperking en therapeutisch advies.
  Afdeling I. - Definities.
  Artikel 40bis. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder :
  1° " psychotrope stoffen " : de stoffen opgesomd in de artikelen 2, 25 en 38;
  2° " eerste categorie " : de misdrijven van invoer, vervaardiging, vervoer, aanschaf en bezit van psychotrope stoffen;
  3° " tweede categorie " : de misdrijven van de eerste categorie die gepaard gaan met de verzwarende omstandigheden bedoeld in artikel 2bis van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen worden aangewend voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychottrope stoffen, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 1975, 14 juli 1994, 4 april 2003 en 3 mei 2003;
  4° " derde categorie " : de inbreuken op de voornoemde wet van 24 februari 1921, andere dan bedoeld in de categorieën 1 en 2;
  5° " indicatie van problematisch gebruik " : de vaststelling door de verbaliserende overheid ingeval de betrokkene door zijn gedrag een gevaar voor de maatschappij of voor zichzelf schijnt te zijn, door middel van de gestandaardiseerde testbatterij bedoeld in artikel 61bis, § 2, 1°, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, van een gebruik van psychotrope stoffen dat problematisch zou blijken;
  6° " therapeutische adviseurs " : de personen bevoegd inzake drugsverslaving in elk gerechtelijk arrondissement. De therapeutische adviseur is onafhankelijk van de procureur des Konings maar werkt op zijn verzoek overeenkomstig artikel 43 van het Wetboek van strafvordering, na verwijzing door de case-manager justitie. De kosten van het therapeutisch advies vormen gerechtskosten in de zin van het koninklijk besluit van 28 december 1950 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken;
  7° " therapeutisch advies " : het advies dat de adviseur bedoeld in punt 6° op grond van de bestaande wetenschappelijke, psycho-sociale en medische kennis moet verstrekken omtrent de noodzaak en de aard van een behandeling;
  8° " case-manager justitie " : de persoon die de Minister van Justitie in elk gerechtelijk arrondissement aanwijst en die belast wordt met de bijstand van de magistraat bij de opvolging van de problematiek van psychotrope stoffen en van de daarbij betrokken personen, alsook met het opstellen van de lijst van therapeutische adviseurs, en met de samenwerking met de sociale sector;
  9° " case-manager volksgezondheid " : de persoon die de Minister bevoegd voor Volksgezondheid aanwijst om bijzonder problematische gebruikers van psychotrope stoffen persoonlijk te volgen. Zulks wordt hem gevraagd door die gebruikers zelf of door de sector van hulpverlening. Hij pleegt overleg met de case-manager justitie om te voorkomen dat de therapeutische adviseurs in individuele gevallen zouden interfereren met de sector van hulpverlening.
  Afdeling 2. - Hulpverlening voor therapeutisch advies.
  Art. 40ter. De case-manager justitie staat de Procureur des Konings bij in het kader van de aanwijzing van de personen die deel uitmaken van de lijst van therapeutische adviseurs.
  Art. 40quater. Ingeval de Procureur des Konings, de onderzoeksrechter of de rechter ten gronde oordeelt dat een problematisch gebruik aanwezig blikt te zijn, kan hij, voor de inbreuken van eerste, tweede en derde categorie, de zaak voorleggen aan de case-manager justitie die doorverwijst naar een therapeutische adviseur voor therapeutisch advies.
  Art. 40quinquies. Ingeval de Procureur des Konings, de onderzoeksrechter of de rechter ten gronde vaststelt dat een andere overtreding dan van voornoemde wet van 24 februari 1921 is gepleegd onder invloed van psychotrope stoffen of is gepleegd teneinde zich dergelijke middelen te verschaffen of de aankoop ervan te financieren, kan hij, ingeval hij van oordeel is dat een problematisch gebruik aanwezig blijkt te zijn, zich wenden tot de case-manager justitie die de zaak doorverwijst naar een therapeutische adviseur voor therapeutisch advies.
  Art. 40sexies. In de gevallen bedoeld in artikelen 40quater en 40quinquies doet de case-manager justitie, binnen de lijst van therapeutische adviseurs, bedoeld in artikel 40ter, een beroep op een persoon die een therapeutisch advies moet uitbrengen, met uitzondering evenwel van degene bij wie de betrokkene een behandeling volgt of heeft gevolgd.
  De case-manager justitie deelt de termijn mee vastgesteld door de procureur des Konings, de onderzoeksrechter of de rechter ten gronde, waarbinnen de persoon bedoeld in het eerste lid zijn therapeutisch advies moet uitbrengen.
  Deze termijn mag een maand niet te boven gaan. Hij kan eenmaal worden verlengd.
  De persoon die om het advies verzoekt, kan in overleg met de case-manager justitie de termijn nog verlengen indien de vertraging niet te wijten is aan de betrokkene. "

Art.6. Artikel 45 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
  " Art. 45. § 1. Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt gestraft met de straffen bepaald in de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen worden aangewend voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, zulks onverminderd die gesteld in het Strafwetboek.
  § 2. Onverminderd § 1 :
  1° worden de misdrijven van de eerste categorie omschreven in artikel 40bis, 2°, die betrekking hebben op tetrahydrocannabinol, de isomeren en hun stereochemische varianten omschreven in artikel 2, § 1, a), gestraft met de straffen bepaald in artikel 2ter, 1° tot 3° van de wet bedoeld in § 1;
  2° worden de misdrijven van de eerste categorie omschreven in artikel 40bis, 2° die betrekking hebben op cannabis die gepaard gaan met openbare overlast gestraft met de straffen bepaald in artikel 2ter, 4°, van de wet bedoeld in § 1;
  3° worden de misdrijven van de eerste categorie omschreven in artikel 40bis, 2, die betrekking hebben op andere psychotrope stoffen dan tetrahydrocannabinol, de isomeren en hun stereochemische varianten omschreven in artikel 2, § 1, a), en de misdrijven van de tweede en de derde categorie omschreven in artikel 40bis, 3° en 4° gestraft met de straffen bepaald in artikel 2bis van dezelfde wet. "

HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in het koninklijk besluit van 26 oktober 1993 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Art.7. Artikel 20 van het koninklijk besluit van 26 oktober 1993 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen wordt aangevuld met de woorden ", van de verordening (EEG) Nr. 3677/90 van de Raad van 13 december 1990 houdende maatregelen om te voorkomen dat bepaalde stoffen worden misbruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen en van de ter uitvoering ervan genomen verordeningen "

Art.8. Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :
  " Art. 21. De overtredingen op de bepalingen van dit besluit worden gestraft met de straffen voorzien in artikel 2quater van de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen. "

HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 2 juni 2003.

Art. 10. Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
  Gegeven te Brussel, 16 mei 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Volksgezondheid,
  J. TAVERNIER
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGHEN
  De Minister van Financiën,
  D. REYNDERS.