Details



Externe links:

Justel

Staatsblad pdf



Titel:

20 MAART 2003. - Koninklijk besluit ter uitvoering van artikel 86ter van het Wetboek van strafvordering.



Inhoudstafel:


Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De minimale vereisten waaraan de telecommunicatievoorziening, bedoeld in artikel 86ter van het Wetboek van Strafvordering, dient te voldoen, worden beschreven in onderhavig besluit.

Art.2. De telecommunicatievoorziening bestaat uit twee types apparatuur: enerzijds apparatuur voor de onderzoeksrechter en de anonieme getuige, die zich op één locatie bevinden, en anderzijds de apparatuur voor de partijen aanwezig bij het verhoor, die zich op een andere locatie bevinden. Per type wordt de apparatuur in één draagbare koffer ingewerkt of opgeborgen.

Art.3. § 1. Elk type van apparatuur is voorzien van een telefoonfunctie, waardoor oproepsignalen kunnen worden ontvangen, en de daarvoor nodige aansluitingen op een telefonienet. De apparatuur voor de onderzoeksrechter en de anonieme getuige bevat bovendien de functie waardoor oproepen kunnen worden gedaan en de communicatielijnen worden opengesteld.
  § 2. Elk type van apparatuur is voorzien van een encryptie- en decryptiefunctie, die door de beheerder van de apparatuur kunnen worden aangepast indien zulks nodig mocht zijn omwille van veiligheidsredenen.
  § 3. Elk type van apparatuur is voorzien van een luidsprekerfunctie met een volumeregelknop.

Art.4. De apparatuur voor de partijen aanwezig bij het verhoor bevat één of meerdere microfoons voor de weergave en de opname van stemmen in heel het lokaal.

Art.5. § 1. De apparatuur voor de onderzoeksrechter en de anonieme getuige bevat twee directionele microfoons voor streng gerichte weergave, één voor de onderzoeksrechter en één voor de anonieme getuige. Er wordt op toegezien dat deze microfoons geen achtergrondgeluiden of in het lokaal teruggekaatst stemgeluid weergeven.
  § 2. De microfoon voor de anonieme getuige is uitgerust met een stemvervormer die geen herkenning toelaat, zelfs niet op basis van leeftijd of geslacht.
  § 3. De microfoon voor de onderzoeksrechter is uitgerust met de volgende regiedrukknoppen:
  a) een drukknop van het type "push-to-talk", die de communicatie doorlaat met de apparatuur voor de partijen aanwezig bij het verhoor, in beide richtingen;
  b) een drukknop van het type "push-to-talk", die de stem van de anonieme getuige doorlaat.
  In ieder geval is er geen stemoverdracht van de getuige mogelijk zonder dat twee drukknoppen tegelijk ingedrukt worden door de onderzoeksrechter.
  § 4. De apparatuur voor de onderzoeksrechter en de anonieme getuige bevat tevens een opnametoestel dat de communicatie tussen de twee types apparatuur weergeeft vooraleer de encryptie plaatsgrijpt en na vervorming van de stem van de getuige. Dit toestel neemt tevens de vervormde signalen van de getuige en de normale signalen van de onderzoeksrechter en de andere partijen aanwezig bij het verhoor op.

Art.6. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 7. Dit besluit treedt in werking de dag van de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
  Gegeven te Brussel, 20 maart 2003.
  ALBERT
  Van Koningswege :
  De Minister van Justitie,
  M. VERWILGEN.